Nieke Martens: ‘Witwassen is criminaliteit met een grote C’

20 mei 2021 Banken.nl 5 min. leestijd

De lijfspreuk van Nieke Martens, Global Head Future KYC (Know Your Customer) bij Rabobank, is: ‘Just do it’. Dit motto is tekenend voor haar doen (en laten) en past ook bij haar in de strijd tegen het witwassen van geld. Over deze en andere intrigerende zaken sprak ze met Jeroen Broekema van de Leaders in Finance-podcast in een relativerend en reflecterend gesprek.

Een van de doelstellingen van KYC-activiteiten is het effectiever maken van de bancaire poortwachtersrol. Samen met 4.000 collega’s, en in samenwerking met publiek-private partijen en door gebruik te maken van technologie en data, zet Martens zich hier met verve voor in.

Martens (48) groeide op in Brabant. Na haar studie bedrijfseconomie aan de Tilburg Universiteit begon ze haar professionele carrière als investment banker bij ABN AMRO. In 2010 stapte ze over naar Van Lanschot, waar ze de rollen van commercieel directeur en directeur online vervulde. In 2014 werd ze directeur Private Banking bij Rabobank waar ze de digitale transformatie heeft geleid. Sinds eind 2019 is ze bij Rabobank mondiaal eindverantwoordelijk voor de KYC-activiteiten.

Nieke Martens: ‘Witwassen is criminaliteit met een grote C’

Financiële ondermijning

Het anti-witwasbeleid krijgt op het ogenblik veel aandacht in Nederland en volgens Martens is dat belangrijk omdat witwassen een probleem is dat zich overal manifesteert. Als concreet voorbeeld noemt ze een bericht in de krant over jongeren van 12 à 13 jaar oud die worden gebruikt als geldezel. “Die kinderen weten dat dan niet, maar dat kan grote consequenties hebben voor de rest van hun leven. Als je goed kijkt zie je dat het door de hele samenleving zit.”

Volgens Martens is financiële ondermijning van het systeem volop aan de gang en heeft het vergaande gevolgen voor de maatschappij. “Vandaar ook het voorbeeld dat ik noemde, het gaat over jonge kinderen, het gaat over slachtoffers van mensenhandel, het gaat om drugslabs. Het is echt criminaliteit met een grote C.”

Martens vertelt dat het om een fors bedrag gaat dat in Nederland wordt witgewassen: naar schatting €16 miljard. Ze vindt het belangrijk om te benoemen. “Het gaat ook om de preventieve werking. Door het er veel over te hebben en door de verhalen te delen zorg je voor een stukje bewustwording. Ik geloof dat het ons gaat helpen om die financiële ondermijning tegen te gaan.”

Just do it

Broekema vraagt zich af of het een oplossing is om almaar meer mensen in te zetten in de strijd tegen witwassen – schattingen lopen uiteen van 7.000 tot 11.000 mensen bij de banken in Nederland die er momenteel mee bezig zijn. “Alleen maar meer mensen gaat niet de oplossing zijn”, geeft Martens aan. “Maar meer mensen kunnen wel helpen en daarbij denk ik vooral aan bewustwording in de samenleving. Ik geloof in de combinatie van goede samenwerking in de keten, dus de publieke en private partijen, naast het inzetten van data en artificial intelligence.”

“Het gaat ook om de preventieve werking. Door het er veel over te hebben en door de verhalen te delen zorg je voor een stukje bewustwording.”

Een zekere ‘no-nonsense’-aanpak lijkt Martens niet vreemd, getuige haar lijfspreuk: Just do it. Zelf zegt ze daarover: “We hebben het nu over witwassen, daar kun je lang over blijven praten met elkaar. Je kunt ook zeggen: ‘Laten we beginnen en zorgen dat we die eerste successen boeken en dan doorgaan.’ Die aanpak past heel erg bij mij, dus ook de handen uit de mouwen steken en gewoon gaan.” Ze vult aan: “Wel goed nadenkend over wat je doet, natuurlijk.”

Haar antwoord op de vraag van Broekema of iedereen (4.000 collega’s) meekan in de resultaatgerichte mindset die ‘just do it’ met zich meebrengt is genuanceerd: “Ik verwacht niet van iedereen dezelfde resultaatgerichtheid die ik heb, maar ik geloof juist ook dat je elkaar moet aanvullen in teams.”

Relativeren en reflecteren

Een andere kant van Martens is haar vermogen om te relativeren en te reflecteren. Dat komt haar bijvoorbeeld goed van pas bij sollicitatiegesprekken die ze voert met sollicitanten. Ze gelooft dat ‘succesvol zijn’ te maken heeft met “of je iets wilt” naast “of je iets kunt”. “Daarbij is het kunnen relativeren voor mij een heel belangrijke eigenschap. Het helpt als je jezelf niet al te belangrijk vindt.”

Dat vermogen tot reflectie en relativering heeft volgens Martens te maken met een zwaar ongeluk dat ze heeft gehad vlak voordat ze voor een stage naar Japan zou gaan. Van de ene op de andere dag lag ze op de intensive care lag zonder dat ze iets had kunnen doen. “Het heeft me geleerd dat je sommige dingen in het leven kan beïnvloeden en andere dingen totaal niet. En te accepteren dat er altijd dingen zullen gebeuren waar je niets over te vinden hebt.”

Dit gevoel voor relativeren brengt ze ook over in haar tip aan mensen die aan het begin van hun carrière staan. Volgens haar kun je jezelf altijd de vraag stellen: “Is het een omgeving waarin je het goed gaat doen of is het een omgeving waarin je echt gaat excelleren?” Haar advies: “Kies voor die omgeving waarin dat kan en dat is niet alleen een leidinggevende, dat is een team van mensen.”

Tot slot een aardig citaat van Martens in deze context en in haar rol als mentor voor haar jonge Rabobank-medewerkers: “Als je wil dat alles perfect gaat in het leven, dan ga je vaak teleurgesteld worden. Als je dan kunt denken ‘Dat hoort erbij en wat kan ik ervan leren?’, dan krijg je een andere blik, een ander perspectief.”