Nederlandse banken steeds weerbaarder volgens NVB

31 mei 2018 Banken.nl 5 min. leestijd

Het gaat goed met de kapitaalbuffers van Nederlandse banken. Dat schrijft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) deze week in een brief aan de Tweede Kamer. Door toegenomen kapitaal en liquiditeit zijn banken beter bestand tegen economisch noodweer en zijn ze meer zelfredzaam mocht het toch fout gaan.

Gisteren spraken (oud) toezichthouders en wetenschappers met de Vaste Kamercommissie Financiën over de buffers van banken. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) haakte bij monde van voorzitter Chris Buijink via een brief aan de Tweede Kamer in op die ontmoeting. De NVB beschrijft in de brief het perspectief vanuit de Nederlandse banken op de huidige situatie en is positief gestemd over de bestendigheid van Nederlandse banken.

Meer vet op de botten

De financiële crisis liet zien wat er kan gebeuren als banken over te weinig buffers beschikken. Een zilvervloot aan publiek geld bleek nodig om meerdere banken en eigenlijk de complete sector overeind te houden, zowel in Nederland als in de rest van de wereld. Al vrij snel na het uitbreken van de crisis kwamen regeringsleiders en toezichthouders bij elkaar om te bespreken hoe een herhaling kon worden voorkomen. Banken moesten weerbaarder worden en één van de hoofdmaatregelen was een toename van de kapitaalbuffers van banken, zodat ze eventuele verliezen beter zelf op konden vangen. De banken moesten meer vet op de botten krijgen om een nieuwe winter te overleven.

Nederlandse banken steeds weerbaarder volgens NVB

Financieel zijn de banken de afgelopen jaren aardig overeind gekrabbeld, al bestaan er nog steeds imagoproblemen. Volgens NVB-voorzitter Buijink zijn in de afgelopen tien jaar bovendien belangrijke stappen gezet om banken weerbaarder te maken. “De NVB steunt de Europese stappen die tot dusver zijn gezet. Het heeft ertoe geleid dat banken er veel sterker voor staan. Met het oog op de toekomst is het van belang dat de Bankenunie wordt voltooid en de recente Bazelse voorstellen (“Basel 4”) in Europa op de juiste wijze worden geïmplementeerd, met inachtneming van de specifieke eigenschappen van de Europese en Nederlandse economie en bankensector”, schrijft hij in de brief.

Gelijk internationaal speelveld

Volgens de NVB moeten we in Nederland waakzaam zijn om niet strenger te willen zijn dan ons omringende landen. Buijink schrijft hierover: “De Nederlandse economie heeft belang bij een sterke Nederlandse bankensector en een gelijk internationaal speelveld. Indien aan Nederlandse banken nog stringentere eisen gesteld gaan worden dan aan buitenlandse banken en andere toetreders (schaduwbanken), neemt de kwetsbaarheid van de Nederlandse economie toe en komt de concurrentiepositie van banken onder druk te staan. Het vergroot tevens de kwetsbaarheid voor overnames. Nederlandse banken blijven graag een constructieve rol spelen binnen de economie en zien het als hun belangrijkste rol om financiering te bieden aan het bedrijfsleven en consument. Hiermee dragen ze bij aan de economische groei en het vergroten van de investeringen.”

De NVB zoomt in de brief onder andere in op een belangrijke graadmeter voor de bestendigheid van banken, de Common Equity Tier 1% (CET1) ratio. De CET1 ratio geeft de hoeveelheid eigen vermogen aan ten opzichte van het risico dat een bank loopt. Mede door de invoering van Basel III is de CET1 ratio verdubbeld sinds 2007. Onderstaande figuur geeft de toename weer, inclusief een vergelijking met het gemiddelde van Europese banken.

CET1% Ontwikkeling en toekomstige eisen bij ABN AMRO, ING, Rabobank en de Volksbank

De lichtgroene lijn die de vier grootste Nederlandse consumentenbanken weerspiegelt ligt duidelijk boven de donkergroene lijn van de gemiddelde bank in Europa. Vanaf 2016 is bovendien ook een extra buffer vereist als een bank tot de systeembanken wordt gerekend. De figuur loopt tot 2019, maar ook daarna staat er nog genoeg op de planning, onder andere met de invoering van Basel IV in 2022.

De NVB gaat verder nog in een andere belangrijke graadmeter, namelijk de Leverage Ratio (LR), een deling van het eigen vermogen door de totale balans. Die gaat waarschijnlijk op een Europese afspraak van 3% uitkomen, met extra risico-opslag voor systeembanken. Volgens Buijink heeft sturen op LR echter ongewenste neveneffecten, waaronder mogelijk extra risicovolle activiteiten, om met dezelfde hoeveelheid kapitaal extra rendement te boeken.

Aanzienlijk beter gekapitaliseerd

Buijink besluit: “Door een sterke toename van het kapitaal en liquiditeit zijn de Nederlandse banken nu aanzienlijk beter gekapitaliseerd en daarmee beter in staat om onverwachte klappen op te vangen. In het kader van het nieuwe resolutiestelsel wordt er bovendien de komende jaren fors extra verliesabsorberend vermogen beschikbaar gesteld, mocht een bank onverhoopt toch in problemen komen. Daarnaast is het toezicht op de financiële sector aangescherpt, verbreed en verdiept in de afgelopen jaren, zowel nationaal als Europees. De Nederlandse banken blijven zich inzetten voor een robuust bankenlandschap.”