BNP Paribas: ‘Institutionele beleggers versnellen strategieën naar koolstofarme economie’

12 september 2023 Banken.nl 3 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Het aantal institutionele beleggers dat kapitaal alloceert aan investeringen die meetbare positieve effecten opleveren naast financiële rendementen neemt toe. Dat blijkt uit een enquete van BNP Paribas onder 420 vermogensbeheerders, pensioenfondsen, hedgefondsen en private equity-partijen wereldwijd.

De vierde editie van de BNP Paribas’ ESG Global Survey 2023 onderzoekt de ontwikkeling van institutionele beleggers op het gebied van duurzaamheid in drie afzonderlijke rapporten. Het eerste verslag, onlangs gepubliceerd door de bank, richt zich specifiek op ESG-data en -rapportage. Het tweede en derde rapport – die eind van het jaar zullen worden uitgebracht – behandelen respectievelijk de netto-nul doelstellingen en de integratie van ESG-expertise in de bedrijfsvoering.

Uit het onderzoek komt naar voren dat de strategieën om de transitie naar een koolstofarme economie te versnellen toenemen, ondanks druk op de externe commitment van investeerders aan netto nul-doelstellingen.

BNP Paribas: ‘Institutionele beleggers versnellen strategieën naar koolstofarme economie’

41% van de respondenten stelt dat toewerken naar netto nul momenteel een prioriteit is in hun organisatie; 48% verwacht dat dit binnen twee jaar het geval is. In 2021 had nog slechts 18% van de investeerders zich gecommitteerd aan een netto nul-doelstelling. Destijds gaf 33% aan dit te overwegen.

Daarnaast blijkt uit het rapport dat impactinvesteringen in belang toenemen. 54% van de respondenten verwacht dat dit in de komende twee toe te passen (tegenover 45% nu). Daarmee wordt Impact Investing naar verwachting de meest populaire ESG-benadering wereldwijd.

Beren op de weg

De beperkte kwaliteit van data blijft echter de grootste barrière voor ESG-investeringen. 71% van de ondervraagden zegt dat inconsistente en onvolledige ESG-data een aanzienlijk obstakel vormen voor een bredere toepassing van ESG. Om deze barrière te beslechten geeft 65% van de respondenten aan meerdere databronnen te gebruiken en vergelijken; 37% stelt zelfs eigen onderzoeksmethodologieën te gebruiken.

Het onderzoek toont tevens aan dat data over biodiversiteit achterloopt op klimaatgegevens. Zo is 66% van de institutionele beleggers van mening meer te moeten doen om rekening te houden met biodiversiteitsverlies of andere milieudoelen, zoals watergebruik, afvalrecycling en het beschermen van kwetsbare ecosystemen. Desondanks bevinden biodiversiteitsgegevens zich nog in de beginfase.

Drijfveren

Het onderzoek laat zien dat ESG-expertise wordt geïntegreerd in bedrijfsonderdelen voor investeringsbeslissingen. De helft (51%) van de respondenten stelt dat hun organisatie ESG-expertise en gegevens integreert in portfoliomanagement, waarbij de APAC-regio met 57% voorop loopt. 42% van de ondervraagden zegt ook ESG-expertise en gegevens te hebben geïntegreerd in hun risicobeheer; en 37% in monitoring en compliance van ESG.

Regelgeving en reputatierisico’s vormen de belangrijkste drijfveren om ESG te integreren in de bedrijfsvoering. Volgens de onderzoekers hebben de respondenten de financiële relevantie van ESG-regelgeving en reputatierisico’s als 'meest waarschijnlijk' geëvalueerd (respectievelijk 60% en 58%). En investeerders (32%) hebben de financiële relevantie van biodiversiteitsverlies als 'minst waarschijnlijk' beoordeeld.

Volwassen

“Deze enquete toont aan dat duurzame financiering snel volwassen wordt”, legt Delphine Queniart (Head of Sustainable Finance Client Engagement en Global Markets bij BNP Paribas) uit. “We zien sprekende voorbeelden van investeerders die manieren vinden om met de beperkte kwaliteit van gegevens om te gaan, samenwerken met anderen en nieuwe gegevensbeheertechnieken benutten om duurzaamheid effectief in bedrijfsvoering toe te passen.”

Naarmate deze trend voortzet, zullen investeerders volgens Queniart beter in staat zijn om te profiteren van nieuwe kansen. “Ook kunnen zij hun invloed gebruiken om kapitaal te alloceren aan investeringen die aantoonbaar positieve impact nastreven.”