Stater blijft investeren: in kwaliteit, in Europa én in de lange termijn

30 maart 2023 Banken.nl 6 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Stater kijkt graag naar de lange termijn. In een moeilijke hypotheekmarkt blijft de hypotheekdienstverlener onverminderd investeren in de toekomst. En die ligt niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Zo zet Stater zijn opmars in België en Duitsland voort. Dat gebeurt geleidelijk, want ook hier heeft topman Erwin Dreuning geen haast: “Ik geloof niet in de revolutie, ik geloof in evolutie”, vertelde hij onlangs op New Business Radio

Dreuning was te gast in Let’s Talk Business. Met host Ron Lemmens ging hij in gesprek over de geschiedenis, maar vooral ook de toekomst van Stater. Want de CEO van Stater kijkt het liefst vooruit.

Eerst toch heel even terug: sinds Dreunings aantreden in 2011 groeide het in Amersfoort gevestigde Stater uit van backoffice-service provider tot end-to-end- hypotheekdienstverlener. “Feitelijk faciliteren wij gewoon de hele keten van het hypotheekproces”, legt hij uit. “Het enige wat wij níet doen is daadwerkelijk de hypotheek verstrekken.”

Erwin Dreuning, Stater

Wat dat onder meer betekent is dat ongeveer 500.000 hypotheekhouders vrij direct worden bediend door Stater. “Als je via je telefoon of laptop inlogt op de online hypotheekomgeving, dat hebben wij allemaal ‘white label’ gemaakt, geregeld en gebouwd. De hypotheekverstrekker hoeft alleen zijn logo toe te voegen.”

Ook klanten die hun geldverstrekker bellen met vragen over hun hypotheek komen in werkelijkheid vaak uit “in Amersfoort”, legt Dreuning uit. “Dus ook als consument heb je dagelijks te maken met Stater”, is opgeteld de conclusie.

B2B2C

Het maakt dat Stater niet te vangen is in het traditionele onderscheid tussen business to business (B2B) en business to consumer (B2C). “Wat wij doen is B2B2C, en dat maakt wat wij doen ingewikkeld”, aldus Dreuning.

“We hebben enerzijds de partij die betaalt voor de dienstverlening – de geldverstrekker, de bank, de verzekeraar – maar daarnaast hebben we ook dagelijks consumenten. Die ervaren onze diensten, maar betalen er niet voor”, legt hij uit. “Dus die driehoek van geldverstrekker/bank/verzekeraar, de consument die de hypotheek heeft en Stater die de diensten levert – die maakt het zo complex.”

Schaalvoordeel creëert kwaliteit

Om Staters rol binnen deze driehoek optimaal te vervullen, zijn – toepasselijk genoeg – drie dingen heel belangrijk, zo legt Dreuning uit. Ten eerste is dat de “economy of scale”, oftewel schaalvoordeel: “We hebben er vanaf het begin op ingezet om zoveel mogelijk volume te creëren zodat we die hele keten kostenefficiënt kunnen aanbieden.”

Het tweede aspect is “state of the art assurance”, aldus de CEO. “Dat betekent dat je echt een front runner bent op gebieden als risk en compliance.” De derde pijler, tot slot, is voortdurende digitale innovatie.

Dreuning benadrukt dat die twee laatste pijlers bestaan bij de gratie van de eerste. “Die assurance en digitale ontwikkeling kun je alleen maar creëren op het moment dat je voldoende volume hebt, want de investeringen die je daarop moet doen zijn echt essentieel.”

Aangezien Stater zo’n 40% van de Nederlandse hypotheekmarkt bedient, zit het met dat schaalvoordeel wel goed. En ook de investeringen die Stater dankzij dat schaalvoordeel kan doen betalen zich uit. Zo beoordeelde kredietbeoordelaar Fitch de dienstverlening van Stater eind vorig jaar wederom met een 1-, de hoogste rating in Europa. Stater krijgt deze rating al onafgebroken sinds 2010.

De lange termijn

Dertien jaar op rij de hoogste beoordeling krijgen. Het tekent de focus van Stater op de lange termijn. Deze stond ook centraal toen Stater in 2019 werd verkocht aan Infosys.

Dreuning: “Wij hebben toen heel duidelijk gezegd als directie en ik als CEO: ‘We willen alleen maar bij een partij die ons ziet als een industry investment, dus die er voor 30, 40 of 50 jaar in zit. Die dus bereid is om lagere marges te accepteren, maar wel langetermijncommitments aangaat.”

Juist in de moeilijkere tijd waarin de hypotheekmarkt zich momenteel bevindt, bewijst dit zijn waarde. “Wij hebben aandeelhouders die in de huidige markt – waarin de rente oploopt, het consumentenvertrouwen minder is en er dus minder hypotheken verstrekt worden – toch zeggen: ‘We blijven doorinvesteren. We blijven geld in het systeem stoppen, want over vijf, zeven of tien jaar is dat weer anders’.”

Europa lonkt

Waar Stater over tien jaar precies staat, zal de tijd leren. Eén ding is al wel duidelijk: de ambities reiken verder dan Nederland. Stater richt zich ook steeds meer op de rest van Europa.

“Wat wij een aantal jaar geleden zagen gebeuren, is dat de financiële markt van Europa zich van een landen-specifieke markt langzaam maar zeker gaat bewegen naar een continentaal Europese markt”, legt hij uit. “De euromarkt wordt steeds groter en wet- en regelgeving wordt meer en meer centraal bepaald. Daarmee zie je ook dat die grenzen wat lager worden voor landoverschrijdende activiteiten.”

“Ik geloof niet in de big bang. Ik geloof niet in de revolutie, ik geloof in evolutie.”

In samenspel met de steeds verdergaande digitalisering en het veranderende consumentengedrag biedt dit volgens Dreuning grote kansen over de grens. Daarbij richtte Stater zich in eerste instantie op België en sinds vorig jaar ook op Duitsland.

“In Nederland liepen we altijd al redelijk voorop op het gebied van digitalisering in vergelijking met de landen om ons heen”, licht Dreuning toe. “Maar je ziet dat die landen ook steeds meer naar een digitale dienstverlening toebewegen – dingen als online bankieren en apps waren vijf tot tien jaar geleden gewoon veel minder gebruikelijk in België of in Duitsland.”

Geen haast

Hoewel hij ziet dat Duitsers cultureel gezien nog steeds “vrij avers staan tegenover digitalisering”, ziet hij wel een verandering ontstaan. “Ik ben ervan overtuigd dat die grenzen naar beneden gaan.”

Bovendien, zo benadrukt hij steevast, Stater heeft geen haast. “Als je in zo’n land begint – met wat wij doen – dan gaat dat geleidelijk. Ik geloof niet in de big bang. Ik geloof niet in de revolutie, ik geloof in evolutie.”

“Dus we beginnen daar klein”, legt hij uit. “We beginnen met een basishypotheek en niet met de grote portefeuille waar heel veel maatwerk in zit. Daar wachten we nog even mee. We willen eerst die markt leren kennen. We willen onze naam vestigen, partijen faciliteren die beginnen in die markt en een hypotheekportefeuille opbouwen.”

Daarbij zijn de ambities wel degelijk groot, verzekert hij. “Maar wel met een andere horizon dan twee, drie of vier jaar. En dat sluit weer aan bij dat aandeelhouderschap, wat een hele bewuste keuze is geweest voor lange termijn.”

En – je raadt het al – ook in het uitbreiden naar de rest van Europa kijkt Stater naar de lange termijn. Dreuning zou het weliswaar mooi vinden om er over tien jaar “nog twee tot drie landen bij te hebben”, zo geeft hij aan, “maar wat ik veel belangrijker vind is dat we een substantiële groei doormaken in de landen waar nu onze prioriteit ligt, in Nederland, België en Duitsland.”