Studieschuld verzwegen in 15% hypotheekaanvragen

08 mei 2019 Banken.nl 4 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Ongeveer 1 op de 7 jonge Nederlanders is niet helemaal eerlijk als het gaat om de studieschuld tijdens een hypotheekaanvraag. Ze verzwijgen het simpelweg, omdat ze bang zijn anders geen kans te maken op voldoende financiering voor een koopwoning. Onverstandig, aldus onafhankelijk hypotheekadviseur Viisi, dat onderzoek liet uitvoeren onder starters op de Nederlandse woningmarkt.

De woningmarkt is momenteel geen gastvrije omgeving voor starters. Het aanbod is klein, zeker in vergelijking met de vraag. Regelmatig wordt de noodklok geluid over het gebrek aan woningen in het algemeen en starterswoningen in het bijzonder. Voor tweeverdieners is het meestal nog wel op te brengen, maar voor singles met een modaal salaris is het in de huidige situatie bijna niet te doen. Tenzij duizenden euro’s aan eigen geld worden ingezet. Starters doen er alles aan om toch een koopwoning te bemachtigen. Het verzwijgen van de studieschuld is één van de middelen, in elk geval voor 1 op de 7 jonge Nederlanders, in de leeftijd tussen 22 en 25 jaar. En dat zijn nog maar de mensen die in het onderzoekspanel van Panelwizard eerlijk hebben aangegeven het te verzwijgen. Het is aannemelijk dat uit angst of achterdocht niet iedereen de waarheid heeft verteld over zijn of haar studieschuld.

Niet BKR-geregistreerd

In 2017 waren er volgens studieleningverstrekker DUO ruim 777.000 studenten met een studieschuld, met een gemiddelde schuld van bijna €14.000. Een dergelijke schuld komt neer op zo’n €23.000 tot €30.000 minder financieringsruimte, enigszins afhankelijk van of men onder het oude of het nieuwe leenstelsel valt.* Hoewel het melden van een studieschuld verplicht is, is deze niet BKR-geregistreerd. Wie een beetje slim is en het van een andere rekening laat innen kan deze vrij eenvoudig buiten het zicht van de hypotheekverstrekker houden.

Studieschuld verzwegen in 15% hypotheekaanvragen

“De meeste hypotheken zijn gewoon haalbaar als je netjes je studieschuld doorgeeft. Verzwijgen is in elk geval nooit verstandig. Als de geldverstrekker erachter komt, ben je veel verder van huis”, zegt Hendrik Schakel van Viisi. “Wat ons betreft zou de overheid een studieschuld gewoon een BKR-registratie kunnen geven, net als alle andere leningen. Dat zou een hoop duidelijkheid scheppen.” Wat betreft dat verder van huis zijn, het zou bijvoorbeeld gevolgen kunnen hebben voor wanneer men koopt met Nationale Hypotheek Garantie. Als iemand in betalingsproblemen verzeild raakt en achteraf blijkt dat er een verzwegen studieschuld op de achtergrond meespeelt, dan kan het recht op dekking vervallen. 

'Meer leenruimte graag'

Niet alleen het verzwijgen van de studieschuld is een toevlucht voor starters. Ook ongeveer 1 op de 7 leent extra geld van familie of vrienden om een woning te kunnen bekostigen of overweegt dat te doen. Schenkingen van ouders zijn bovendien tot €100.000 vrijgesteld, indien het voor een koopwoning gebruikt wordt. De meeste jongeren moeten het echter zonder doen. 

Volgens Viisi zijn dit belangrijke oorzaken voor het feit dat starters vinden dat ze meer moeten kunnen lenen dan de waarde van het huis. Momenteel ligt de loan-to-value ratio op 100%, maar als het aan DNB ligt gaat dat de komende jaren verder naar beneden. Meer kunnen lenen betekent minder eigen vermogen nodig, zo simpel is de redenering van veel starters. Meer dan de helft (55%) van de starters is voorstander van ruimere leennormen. “Het bedrag dat je als koper overbiedt op een huis moet je altijd zelf betalen, daarnaast betaal je ook nog notaris, advies- en bemiddelingskosten. Alles bij elkaar kunnen de kosten dan behoorlijk oplopen”, zegt Schakel. “Ik snap daarom waarom jongeren een hogere hypotheek willen kunnen afsluiten, toch is dit geen goed idee. De hypotheekschuld wordt op deze manier namelijk nog hoger en dat maakt starters kwetsbaarder wanneer de huizenprijzen dalen.”

*In het oude leenstelsel moet een schuld binnen 15 jaar worden terugbetaald. Onder het nieuwe stelsel (vanaf juli 2015) is dat 35 jaar. Het lagere aflossingsbedrag per maand leidt tot meer financieringsruimte.