Hypotheekadviseurs spelen (te) kleine rol in verduurzaming woningmarkt

30 juni 2022 Banken.nl 3 min. leestijd

De verduurzamingsplannen van de woningmarkt worden steeds concreter: zo moeten warmtepompen per 2026 de standaard vormen voor het verwarmen van woningen en mogen woningen met energielabel E, F of G vanaf 2030 niet meer verhuurd worden. Hoewel 86% van de huizenbezitters graag in een duurzaam huis zou willen wonen, weet men vaak niet goed hoe dit aangepakt dient te worden of wat een duurzaamheidsinvestering in een woning onder aan de streep oplevert.

Dit en meer blijkt uit de Duurzaamheidsmonitor van Woonnu onder 635 consumenten en 157 hypotheekadviseurs. De sleutel tot verduurzamen lijkt volgens de hypotheekverstrekker te liggen in het totaal ontzorgen van huiseigenaren. Hypotheekadviseurs zouden daarbij een belangrijke rol kunnen spelen. Slechts 62% van de adviseurs geeft aan dat duurzaamheid gekoppeld aan rentekortingen in meer dan de helft van de adviesgesprekken aan bod komt. Hierdoor laten (toekomstige) huizenbezitters geld liggen en voldoen vele woningen nog niet aan toekomstige duurzaamheidseisen.

Woonnu-CEO Patricia Plass noemt het opvallend dat verduurzaming nog geen standaard gespreksonderwerp is tijdens het hypotheekadvies. “Verduurzamen is geen luxe meer, maar een noodzaak. Door in het hypotheekgesprek al inzicht te bieden in de totale woonlasten, inclusief rentekorting en de return on investment van verduurzamingsmaatregelen, kunnen hypotheekadviseurs de drempel om te investeren in een duurzamere woning verlagen.”

Totaalontzorgers

Van de 4,4 miljoen koopwoningen die Nederland rijk is, heeft het overgrote deel dubbel glas, is bij 80% de gevel en dak geïsoleerd en is bij 70% de vloer geïsoleerd. Desondanks beschikken nog steeds zo’n 900.000 koopwoningen over een (te) laag energielabel (E, F of G). Uit het onderzoek komt echter naar voren dat 73% van de ondervraagde huizenbezitters enigszins, maar niet voldoende op de hoogte is van verduurzamingsmaatregelen –  10% zou zelfs geen enkel idee hebben.  

De sleutel om huiseigenaren over de streep te trekken lijkt volgens de onderzoekers van Woonnu te liggen in goede ontzorging. ‘Totaalontzorgers’ die een plan van aanpak maken, financiering regelen en de uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen coördineren en met de bewoners afstemmen, kunnen barrières voor consumenten weghalen. Op dit moment ziet 35% van de (toekomstige) huizenbezitters de hypotheekadviseur als de belangrijkste informatiebron zien, hier ligt wat Woonnu betreft dan ook een kans om klanten van informatie te voorzien.  

Eigen vermogen populairst

Tot slot blijkt uit de Duurzaamheidsmonitor dat 62% consumenten het liefst eigen vermogen inzetten om te verduurzamen. Bijna één derde (29%) kiest voor een combinatie van een hypotheek en een lening en 32% kiest voor het ophogen van de hypotheek. Subsidies lijken daarentegen niet zo populair, mogelijk door al het bijkomende papierwerk kiest slechts 22% voor deze financieringsoptie.

Ook voor de lange termijn maatregelen blijk eigen geld onder consumenten de favoriete financieringsoptie. In dit geval boort ruim de helft (56%) het liefst de spaarpot aan, gevolgd door een lening (14%), het oversluiten van de hypotheek (18%), het ophogen van de hypotheek (23%) en subsidies (12%).