Joanne Kellermann: ‘We moeten deze periode benutten om het straks anders te doen’

14 januari 2021 Banken.nl 11 min. leestijd

Van oudsher roept de financiële sector vooral beelden op van mannen in snelle pakken die miljarden binnenharken. Gelukkig wijkt de realiteit steeds verder af van dit beeld, zo constateert Joanne Kellermann. De bestuursvoorzitter van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) ziet hoe het besef dat waarde meer is dan alleen maar geld steeds meer voet aan de grond krijgt. Duurzaamheidsoverwegingen spelen vandaag de dag een cruciale rol in het investeringsbeleid van vele financiële instellingen, waaronder zeker ook PFSW. Kellermann sprak er onlangs uitgebreid over met Jeroen Broekema van Leaders in Finance.

Het was eind 2007 toen Joanne Kellermann toetrad tot de directie van de Nederlandsche Bank. Binnen de financiële wereld leek er geen vuiltje aan de lucht. “De pensioenfondsen stonden er fantastisch voor en de kassen waren goed gevuld, de dekkingsgraden waren gemiddeld 150 procent en in al mijn kennismakingsgesprekken met pensioenfondsbestuurders werd mij gezegd dat ik geen enkele zorg zou hebben over de pensioensector”, herinnert Kellermann zich.

Achteraf bleek het de stilte voor de storm: “Het beeld was natuurlijk binnen een paar weken opeens gedraaid in 2008, toen pensioenfondsen enorme klappen kregen en terugvielen naar dekkingsgraden van rond de 80 procent.”
Interview met Joanne KellermannInmiddels zijn we alweer ruim twaalf jaar verder, maar nog altijd ziet Kellermann deze periode als de meest spannende uit haar lange carrière. “Ik denk dat het meest bepalende en misschien ook wel het meest angstige de weekenden zijn geweest in het heetst van de financiële crisis; de weekenden in Brussel rond Fortis, omdat toen echt het financiële systeem op zijn grondslagen stond te trillen, niemand wist hoe het zou aflopen.”

Nu de afloop wel bekend is kan Kellermann tevreden terugkijken: “Ik denk dat we toen een bijzondere prestatie hebben neergezet. Met ‘we’ bedoel ik de top van financiën en de Nederlandsche Bank, maar ook andere autoriteiten. Iedereen heeft eigenlijk op dat moment zijn rol goed gepakt. Op die manier hebben we het financiële systeem erdoor weten te slepen. Maar dat waren wel bange uurtjes, zo nu en dan.”

Ook nadat de eerste brand was geblust zette Kellermann zich in om te voorkomen dat zoiets ooit nog kon gebeuren. Eind 2014 verliet ze DNB om mee te werken aan de oprichting van de Single Resolution Board. “Jeroen Dijsselbloem was een enorme voorvechter hiervan in Europa, met als gedachte dat bij een nieuwe financiële crisis als banken in de problemen zouden komen niet de belastingbetaler maar banken en hun aandeelhouders en crediteuren zelf de oplossing zouden moeten bieden in de vorm van geld. Dat betekent dat er een fonds is gevormd met de bijdrage van alle banken in Europa.”

Mensen een goede oude dag te bezorgen

Sinds de zomer van 2019 is de nu 60-jarige Kellermann bestuursvoorzitter van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), een rol die ze combineert met een indrukwekkende lijst aan nevenfuncties: RvC-voorzitter van de Nederlandse Waterschapsbank, RvT-voorzitter van de Universiteit Utrecht, lid van het Comité van aanbeveling van Transparency International, lid van de commissie Europese Integratie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, RvT-lid van de Veerstichting, bestuurslid van P.R.I.M.E Finance en RvT-lid van Aflatoun.

Als bestuursvoorzitter van PFZW staat Kellermann aan het hoofd van een pensioenfonds met 2,9 miljoen deelnemers van circa 25.000 aangesloten werkgevers, en beheert daarmee meer dan €260 miljard aan vermogen. “Wij zijn eigenaar van die grote berg geld die we beheren en beleggen voor onze deelnemers. Anderzijds doet PGGM de uitvoering in de zin van de communicatie maar ook het innen van de premies en het daadwerkelijk uitbetalen van het pensioen, want daar gaat het uiteindelijk allemaal om: mensen een goede oude dag te bezorgen.”

Van crisis tot duurzaamheid

Om al die leden inderdaad een goede oude dag te bezorgen moet natuurlijk een mooi rendement worden behaald. Maar dat is allang niet meer het enige criterium: PFZW wil zijn beheerde vermogen zo duurzaam mogelijk beleggen. Het besef dat grote institutionele beleggers hun kapitaalkracht kunnen inzetten voor een betere wereld is in Nederland inmiddels aardig ingedaald, maar eigenlijk nog relatief jong. Terwijl de crisis de pensioenfondsen bijna de kop kostte, kunnen we nu vaststellen dat ze tevens de kiem legde voor het duurzame beleggingsbeleid dat nu wordt gevoerd.

“Het financiële systeem stond op zijn grondslagen te trillen, niemand wist hoe het zou aflopen.”

“Het rare was dat het vertrouwen in banken en verzekeraars zich wel enigszins herstelde, maar het vertrouwen in pensioenfonds bleef ontzettend laag”, blikt Kellermann terug. “Dat was het moment waarop ik met de pensioensector in gesprek ben gegaan en heb gezegd: ‘Jongens, jullie moeten op een andere manier proberen dat contact met de deelnemers te herstellen.’ Want het mooie aan pensioen – en daarom ben ik ook zo blij dat ik nu in die sector mag werken – is dat het niet alleen gaat om een financieel product: tegelijkertijd kun je met dat product ook hele goede dingen doen in de wereld. Dat besef begon toen te ontstaan.”

“ABP en PFZW zijn toen echt voortrekkers geweest op dit gebied”, legt ze uit. “Ik heb toen in mijn rol een aantal speeches gegeven om de pensioensector op te roepen om zich echt te gaan verdiepen en bekeren tot beleggen op een andere manier – op een manier die zichtbaar dingen brengt voor hun deelnemers. Ik heb daar toen aanvankelijk heel veel pushback van gekregen, want men vond dat dat niks was voor de toezichthouder. De Nederlandsche Bank moest zich daar maar niet mee bemoeien en ging daar helemaal niet over. Maar ik heb dat wel doorgezet en Nederlandsche Bank gelukkig ook.”

En niet zonder resultaat, kunnen we nu vaststellen. “Ik zou bijna willen zeggen: kijk maar waar we nu staan. De manier waarop de pensioensector duurzaam belegt is eigenlijk exemplarisch gebleken en de Nederlandse pensioensector heeft echt een voortrekkersrol gekregen in de wereld, waarbij je nu steeds meer ziet dat duurzaam beleggen mainstream aan het worden is.”

Masters of the universe

Zo was Kellermann een belangrijke aanjager voor de verduurzaming van de pensioensector. Maar hoe zit het met haar rol in de financiële crisis zelf? Voordat ze in 2005 begon bij DNB werkte Kellermann 21 jaar voor advocatenkantoor NautaDutilh. Tussen 2001 en 2005 stond ze aan het hoofd van de financiële praktijk van het advocatenkantoor in de geliefde én gevreesde Londense City, een plek die ze nu beschrijft als een “hele harde en vooral heel competitieve wereld”.

“Dat heeft heel veel nadelen, maar het brengt natuurlijk ook heel veel moois”, legt ze uit. “Het is natuurlijk ook heel verslavend. Als je daar succesvol in bent voel je je niet voor niets de master of the universe.”

Het is deze cultuur die vaak wordt gezien als belangrijke reden dat het in 2008 zo enorm fout kon gaan. Toen ze er middenin zat, zag ze echter niet dat het de verkeerde kant opging. “Je zat erin en de rewards waren ook natuurlijk zo groot dat als je aan de inside zat, ‘good for you’, en als je aan de outside zat was het idee toch een beetje dat je een loser was. Dus die scheiding was heel sterk. Het was in Londen ook echt voelbaar.”

“Iedereen is na de financiële crisis bij zichzelf te rade gegaan: ‘hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat hebben we niet goed gedaan?’”

Achteraf is ze zich wel degelijk gaan afvragen wat haar rol was in het geheel. “Iedereen, maar zeker ik, is na de financiële crisis bij zichzelf te rade gegaan van ‘hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat hebben we niet goed gedaan?’ Want ik heb toch ook deel uitgemaakt van die wereld. Dan draag je daar ook verantwoordelijkheid voor en dan is het ook je taak om na te denken over die vraag.”

De gevaarlijke scheiding tussen werk en privé

Bij het zoeken naar een antwoord vond ze veel inspiratie in het boek ‘Good Value’ van Stephen Green. Waar het traditioneel als gezond wordt gezien om werk en privé te scheiden, identificeert Green dit als een van de voornaamste factoren die hebben geleid tot de crisis. Daarbij is met name het probleem dat de normen en waarden die privé worden uitgedragen niet worden doorgetrokken naar het werk.

“Green schrijft over de compartimentalisering van mensen met name in de financiële sector”, legt Kellermann uit. “Als ze bijvoorbeeld met hun kindje op het sportveld staan, zijn ze heel goed in staat om de regels van fairplay uit te leggen en hebben ook geen enkele moeite om hun kinderen de juiste normen en waarden mee te geven. Maar op het moment dat ze dat pak aantrekken en naar de City gaan, gelden opeens hele andere normen en waarden omdat dat dan eenmaal een professioneel speelveld is. Daar zou het dan wel oké zijn om mensen streken te leveren of verkeerde producten aan te smeren of wat dan ook.”

“Ik vond dat een heel mooi inzicht”, legt ze uit, “dat het aanbrengen van die enorme scheiding tussen werk en privé dit gevaar in zich bergt. Dat vind ik iets heel anders dan de vraag of je voortdurend op je werk over je privé praat; daar heeft het minder mee te maken. Maar het gaat om wat je van thuis meeneemt of wat je thuislaat als je naar je kantoor gaat. Het is eigenlijk heel raar om daar een onderscheid in te maken.”

De valse tegenstelling tussen duurzaamheid en rendement

Het wegvallen van dat onderscheid zien we nu terug in het beleggingsbeleid waarmee PFZW wil bijdragen aan een betere wereld. Tegelijkertijd wil het pensioenfonds natuurlijk nog steeds hoge rendementen halen. Bijten die twee doelstellingen elkaar niet?

“Ten eerste blijkt dat de grote meerderheid van onze deelnemers duurzaam beleggen steunt, zelfs als dat minder rendement zou opleveren voor hun pensioen”, geeft Kellermann aan. Maar misschien nog wel belangrijker, is dat dit dilemma volgens haar niet lijkt te bestaan.

“Alle tekenen wijzen erop dat duurzaam beleggen helemaal geen rendement kost, in tegendeel: het levert rendement op.”

“Met PFZW hebben we bijvoorbeeld in 2016 een portefeuille samengesteld van wereldwijd beursgenoteerde aandelen, een duurzame portefeuille. Die portefeuille heeft over die periode van 2016 tot nu een rendement gemaakt van 67%, maar vergeleken met een gewone benchmark een out-performance van 15% over die vijf jaar. Rendementen uit het verleden zijn natuurlijk nooit een garantie voor de toekomst, dat weten we allemaal. Maar alle tekenen wijzen erop dat duurzaam beleggen helemaal geen rendement kost, in tegendeel: het levert rendement op.”

Dat betekent niet dat er geen enkele dilemma’s bestaan. Zo kan de plotselinge behoefte aan duurzame investeringsdoelwitten zorgen voor bubbels. “Dat is een gevaar dat altijd op de loer ligt en daar moet je voor uitkijken. Dat doen we natuurlijk ook. Vandaar ook moet je heel erg uitkijken hoe straks de targets zijn die je jezelf oplegt. Want bij ons is het wel zo – en dat blijft natuurlijk – dat de rendementsdoelstelling voorop staat. Wij zeggen alleen dat die helemaal niet hoeft te lijden onder het duurzaam beleggen, maar we blijven een pensioenfonds.”

Een echte reset

Het laatste jaar is de focus op duurzaamheid begrijpelijkerwijs wat naar de achtergrond verdwenen, nu corona het publieke debat beheerst. Waar iedere organisatie de gevolgen van de crisis voelt, geldt dat voor PFZW op vele niveaus. Zoals overal moest er plotseling worden thuisgewerkt, maar veel groter was de impact op de deelnemers – zeker aangezien PFZW het pensioenfonds is voor mensen werkzaam in de zorg en welzijn. Daar bovenop zijn er tot slot nog de economische gevolgen, zowel voor de aangesloten bedrijven als voor de dekkingsgraad van het fonds zelf.

“Inmiddels zijn de beurzen zich enorm aan het herstellen, dat is heel goed. Maar de lange termijneffecten zijn wel blijvend”, stelt Kellermann. “Dus het heeft op allerlei manieren zijn impact gehad; heel dichtbij in de zorg voor onze deelnemers en onze medewerkers maar ook op die grote financiële markten.”

Ook deze momenteel alles dominerende coronacrisis bevestigt echter het belang van een meer duurzame economie, waarin we onze relatie tot onze leefomgeving zwaarder meewegen in onze keuzes. Terwijl klimaatactivisten zich terecht grote zorgen maken, ziet Kellermann de laatste jaren wel een fundamentele kanteling in het denken over de relatie tussen de economie en het milieu.

“Interessant in dat verband is bijvoorbeeld The Economist, een blad dat toch altijd een voorvechter is geweest van de financiële economische theorie. Zelfs dat blad is ter gelegenheid van zijn honderdjarig bestaan omgegaan en heeft gezegd: ‘We zijn daarin doorgeslagen en we moeten kijken naar een andere manier van samenleven en naar een andere manier van leidende principes in de economie waarbij de menselijke maat maar toch ook de wereld en het klimaat belangrijk zijn.’”

“Die tekenen zie je nu overal”, vervolgt ze. “Ik zag gisteren Guterres, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, in bewoordingen die ik nog nooit van enige secretaris-generaal van de VN heb gehoord pleiten voor het klimaat, voor een echte omslag en voor een echte reset. Ik hoop zo ontzettend dat we deze periode van reflectie en van ingetogenheid rond corona echt zullen benutten om het straks anders te gaan doen en om onze wereld op een betere manier vorm te gaan geven. Want we hebben niet veel keus, denk ik.”