Banken kampen met imagoprobleem in zoektocht naar nieuwe IT’ers

14 januari 2019 Banken.nl 7 min. leestijd

Banken lopen een reëel risico om technologisch achterop te raken in de komende vijf tot vijftien jaar. De hoofdreden: het onvermogen om voldoende gekwalificeerde IT’ers aan te trekken. Met name aan software-ontwikkelaars is een schrijnend gebrek. Alleen voor het geld komen de relatief jonge IT’ers niet meer naar een bank, ze willen vooral een cultuur die bij hen past. Die vinden ze momenteel onvoldoende bij banken, maar juist wel bij fintechs.

Digitale transformatie is iets waar geen bank aan ontkomt. Het is nodig om relevant en concurrerend te blijven, zowel binnen de sector als ook daarbuiten. Digitale transformatie komt vanzelfsprekend niet zomaar aanwaaien, het is het resultaat van hard werken en veel expertise op het gebied van IT. Het binnenhalen van IT-talent is inmiddels topprioriteit voor banken en niet ten onrechte. Banken lopen het risico technologisch achterop te raken omdat ze de grootste IT-talenten onvoldoende aan zich weten te binden.

Imagoprobleem

Een korte blik op de vacaturepagina’s van banken bevestigt de nood aan IT-talent. Engineers, developers, designers, hoe groter de bank hoe groter de lijst met openstaande vacatures. Dat heeft meerdere oorzaken en niet in de laatste plaats het imago van een traditionele bank. Al dan niet terecht, banken worden nog steeds als de schuldige beschouwd aan het uitbreken van de financiële crisis. Uit onderzoek van detacheerder van financiële professionals FBD Bankmensen vorig jaar bleek dat acht op de tien hr-professionals het eens is over dat de financiële sector een imagoprobleem heeft.

Werken moet niet alleen wat opleveren, het moet vooral ook leuk zijn.

Daarbij komt een demografisch component om de hoek kijken. Het zijn logischerwijs overwegend jonge mensen die actief zijn in de IT, van de generatie die bekend staat onder de noemer ‘millennials’. Veel millennials zijn opgegroeid in een tijdperk van vrede en voorspoed en dat maakt dat ze een andere blik hebben op werk en werken dan hun ouders en grootouders. Werken moet niet alleen wat opleveren, het moet vooral ook leuk zijn. Het zijn vooral jonge bedrijven met een informele cultuur en weinig hiërarchie waar millennials graag aan de slag gaan. Bedrijven die niet kampen met legacy systemen en vergrijzing van het personeelsbestand, waar nieuwe ideeën minder snel op weerstand stuiten. En inderdaad, fintechs doen het goed wat betreft het aantrekken van IT-talent. Kijk bijvoorbeeld naar de Revoluts, N26’s en Adyens van deze wereld. Mede doordat ze zich presenteren als een hip tech-bedrijf in plaats van als bank. Maar ook fintechs hebben geen monopolie, zij ondervinden ook veel concurrentie van tech-bedrijven in het algemeen.

Beperkt aanbod IT’ers

Het aantal IT’ers dat afstudeert is bij lange niet genoeg om de vraag op de arbeidsmarkt in het geheel op te vullen. Het lijkt er evenmin op dat in de komende tien jaar het aanbod zodanig gaat stijgen dat er een overvloed komt. Dat vraagt om nieuwe inzichten op zowel organisatorisch gebied als op hr-gebied. Op hr-gebied uit zich dat onder andere in de manier waarop vacatures opgesteld worden. In de inleiding wordt vaak niet eens meer de nadruk gelegd dat het om een bank gaat. Liever gaat het om een sprekend voorbeeld uit de praktijk van alledag of een beschrijving van een succesvol project. Daarmee hopen banken te voorkomen dat mogelijk IT-talent afknapt op het woord bank en het beeld dat ze daarbij hebben, al of niet terecht.

Een vacature slim opstellen is natuurlijk één, maar die moet dan wel gelezen worden door de persoon die je wil bereiken. IT’ers - zowel starters als meer ervaren - hebben de luxe dat ze eigenlijk amper hoeven te zoeken naar vacatures, ze worden wel benaderd. Dan heeft die vlot geschreven vacature nog steeds niet zoveel zin. De talenten zoeken daar waar ze zijn is daarom erg belangrijk. Zo startte ABN AMRO een project met tech-mediaplatform The Next Web, waar de nodige ontwikkelaars zitten, om zichzelf op de kaart te zetten. Daarnaast ontwikkelde de bank een soort digitale escape room, waarmee het tech-talenten digitaal uitdaagt om een probleem op te lossen. Die interactie moet zorgen voor een ander imago.

Vooroordelen over bancaire organisatie

Ook op organisatorisch vlak hebben jonge IT’ers vaak de nodige vooroordelen. Zo worden banken bij uitstek gezien als hiërarchische organisaties, waarin snel en innovatief werken niet meteen het heersende beeld is. Dat probleem wordt niet opgelost door hier en daar een vrolijke zitzak neer te leggen of iedereen van zit-sta bureaus te voorzien. Wel door invoering van nieuwe methoden van werken - zoals lean en agile - of de cellenstructuur zoals ING die introduceerde. Daarnaast kan er gekeken worden naar het salarishuis, wat bij grootbanken doorgaans weinig flexibel is en dat grote talenten niet zomaar meer laat verdienen dan de manager. Het is bij een traditionele bank nog nauwelijks denkbaar dat zoals in het voetbal Lionel Messi een veelvoud verdient van zijn trainer, of F1-coureur Lewis Hamilton die het tienvoudige van zijn teambaas verdient.  

Ondanks het vermeende imagoprobleem, waar diverse aanwijzingen voor zijn, zijn banken nog steeds aantrekkelijke werkgevers voor net-afgestudeerden. Zij het dan misschien niet meteen de IT'ers. De drie grootbanken stonden afgelopen jaar bij de populairste acht werkgevers voor starters. Ook detacheerder voor de financiële sector Octas wijst graag op de positieve kant. Directeur Jan van Dijk: “Als specialist in de financiële sector horen wij positieve geluiden vanuit de businesskant. Onze professionals werken op moderne agile vormgegeven opdrachten in de sector en krijgen hierdoor meer verantwoordelijkheid. Ze werken zelfstandig aan de verandering in de sector en die wordt als positief ervaren. Door inhoudelijke meet-ups en kwartaalbijeenkomsten delen we de kennis die zij bij verschillenden klanten opdoen. Hiermee dragen we bij aan succesvolle projecten bij de klant, maar ook aan de persoonlijke ontwikkeling van de professional zelf. Deze sector maakt dit voor de professional mogelijk en versterkt daardoor continu. En daar zijn we trots op!”

De ING Campus, die eind 2019 gereed moet zijn, is een mooi voorbeeld van meer samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.

Samenwerken met universiteiten

Winst valt ook op een heel ander vlak te behalen, namelijk aansluiting tussen onderwijs en praktijk. Ogenschijnlijk zit er nog een groot gat tussen de kennis die studenten tijdens hun studie opdoen en dat waar de financiële sector om vraagt. ‘Gewone’ technologische kennis is niet zomaar automatisch toe te passen bij een bank. Banken doen er daarom goed aan om intensieve samenwerkingsverbanden te starten met hogescholen en universiteiten. Enerzijds om zelf in een vroeg stadium kennis te maken met grote talenten en zichzelf als aantrekkelijke werkgever te positioneren, anderzijds om invloed uit te kunnen oefenen op de lesstof. De ING Campus, die eind 2019 gereed moet zijn, is een mooi voorbeeld van meer samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.

Overnames

Mochten alle inspanningen van bovenstaande aard nog niet helpen om de juiste IT-talenten te strikken blijft er nog altijd een beproefde methode over: kennis kopen. Bijvoorbeeld door het overnemen van een fintech. Alle drie grootbanken hebben hun eigen fintech-investeringsfondsen, waarmee ze strategische investeringen doen in fintech-bedrijven. Dat kan als onderdeel van een consortium en soms gaat het gewoon om een volledige overname. Op die manier kun je als bank veel menselijk kapitaal kopen. Zonder de juiste cultuur zal het in de praktijk echter lastig blijken om dat menselijk kapitaal voor langere tijd vast te houden, het is dus beslist geen Ei van Columbus.