Dialoogbijeenkomst Young Financials over integriteit

28 november 2014 Banken.nl 9 min. leestijd

Afgelopen voorjaar brachten de young professionals in de financiële sector de gewenste cultuurverandering in kaart, compleet met de kernwaarden die daar bij horen. Op 7 mei van dit jaar werd aan minister Dijsselbloem van Financiën de Cultuurkaart Financiële Sector overhandigd. Maar de vraag die bleef, was: hoe geef je deze waarden nu echt handen en voeten?  Hiervoor zijn de Young Financials Dialogen bedacht. Op 13 november jl. vond alweer de derde bijeenkomst plaats van de Young Financials Dialogen. Hieronder lees je een verslag van deze bijeenkomst die in het teken stond van integriteit.

De volgende twee dialoogbijeenkomsten staan gepland op donderdag 8 januari; 16.30 - 19.30 uur (thema: betrouwbaar) en donderdag 12 februari; 16.30 - 19.30 uur (thema: ambitieus)

Derde bijeenkomst Young Financials Dialogen: Integriteit 

De derde bijeenkomst van de Young Financials Dialogen stond in het teken van integriteit. Speciale gast was Frans Geraedts (internationale governance & integrity-expert) die sprak over deze kernwaarde en hoe je die gestalte kunt geven.

Ademloos luisteren de strak in het pak gestoken young financials naar de kleine, krom gebogen man op de barkruk. In het verwassen zwart gestoken, brilletje op de neus, kalend, grijs, lang wijduitstaand haar. Vaak kijkt hij weg naar de grond waar niets te zien is, plukt denkbeeldige pluisjes van zijn trui en schatert om zijn eigen observaties.

Frans Geraedts - Governance & Integrity

Hij zegt dingen als: ‘De bankierseed lijkt erg op window dressing’, ‘jullie hebben het systeem aan de rand van de afgrond gebracht en wij hebben jullie gered’ en ‘een integer functionerende organisatie, dat heeft iets ontroerends.’

Al twintig jaar traint Geraedts met zijn bureau Governance & Integrity (G&I) overheden en organisaties in morele oordeelsvorming en integer gedrag. Bepaald niet marginaal - er werken dertig mensen bij G&I en het bureau is behalve in Nederland actief in onder meer België, de Cariben en Oekraïne.

Of Frans wel eens sprak of werkte voor banken, vroeg iemand.  ‘Banken…hm, die hielden wij tot drie jaar geleden af. Als we worden opgetrommeld, is dat voor een verplicht nummer, voor window dressing – integriteit, ja, dat moet nu eenmaal, een vinkje op de to do-lijst. Dus ik ging nooit op verzoeken in. Maar er is wat veranderd. Er groeit bij een groeiende minderheid binnen de banken het besef dat er fundamenteel iets moet veranderen. Dus ik zit nu hier, haha!’

Waarom is een integere overheid zo belangrijk?
Geraedts: ‘Mijn stelling is dat een fatsoenlijke overheid een mensenrecht is. Waarom, omdat alle andere mensenrechten daaruit voortkomen. Is die overheid corrupt in plaats van integer, dan stagneert alles, dan is er geen ontwikkeling, geen modernisering. De Nederlandse overheid staat standaard in de top tien van meest integere overheden. Dat heeft, als je er bij stilstaat, iets ontroerends. Kort en goed: wat hier werkt, proberen wij te exporteren, met inachtneming van de lokale omstandigheden, natuurlijk.’
 
Na een prachtig verhaal over avonturen in de meest corrupte natie van Europa, Oekraïne, richt Geraedts zich op de bankensector.

‘Jullie zeggen dat je de klant centraal gaat stellen. Dat is een verbetering maar mist net het probleem. Jullie hebben een publieke functie! De financiële wereld is van wezenlijk belang voor de hele economie. Dat betekent dat je niet alleen de klant maar de burger centraal moet stellen, de belangen van élke aandeelhouder moet wegen.

Jullie hoofdfunctie is efficiënte kapitaalallocatie – zorgen dat het kapitaal op de juiste plekken terecht komt, daar waar de winst het hoogst is, zodat het systeem blijft functioneren.
Het gaat er dus om of je je kerntaak moreel juist uitvoert. Dat betekent dat je geen financiële instrumenten moet willen gebruiken die niet bijdragen aan efficiënte kapitaallocatie en een hoog systeemrisico hebben.

Als je je publieke taak serieus neemt, moet je je  businessmodel veranderen - je moet geen groei- maar een dividendaandeel willen zijn. Maar stel: je doet wat moreel juist is, en daardoor verlies je het van de concurrentie. Dat is oplosbaar. Daar hebben we de overheid voor uitgevonden. Die kan zorgen voor het systeem waarin het mogelijk is én winst te maken én het juiste te doen. Dus jullie zouden moeten lobbyen voor juist meer overheid in plaats van voor minder.’

De centrale vraag van Geraedts aan de aanwezigen: Ben jij bereid  eraan te werken om te zorgen voor een integer financieel systeem,  ook als dat niet direct in jouw persoonlijke belang is?
Integriteit is een lastig concept, vindt Geraedts. ‘Het is een organisatieconcept, het gaat in eerste instantie niet over mensen. Het gaat om de organisatie inrichten om het juiste te doen. Dat inrichten duurt jaren. Maar wat volgt? Je kunt van hieruit de persoon gaan zien die in feite ook een organisatie is. Je kunt persoonlijk georganiseerd zijn om het juiste te doen. En dat is de crux: je moet zelfstandig in staat zijn moreel te oordelen. Het gaat daarbij niet om authenticiteit – dat is een misverstand. Dat gaat om jouzelf. Integriteit betekent: dat je recht doet aan de ander.’

Waarna de young professionals gemotiveerd aan de slag gingen om hun concrete gevallen van integriteit in het werk te formuleren en uit te wisselen. Frans Geraedts was toen alweer verdwenen – koffers pakken voor de zoveelste vlucht naar Oekraïne. Volgend jaar komt hij terug in DNP.

In het tweede deel van de bijeenkomst bespraken de aanwezigen praktische dillema’s wat betreft integer zijn en handelen.

Young Financials Dialogen leggen basis gedragskaart

Een bankmedewerker schetst een dilemma dat door Geraedts al aan de orde is gesteld: ‘Wanneer je het niet eens bent met de opdracht of beslissing die je leidinggevende jou geeft en hij dreigt met ontslag wanneer je niet instemt, welke keuze maak je dan?’

Iemand in de zaal reageert: ‘Voor je gevoel kun je niet anders dan de opdracht van je baas opvolgen’. Een ander spreekt over een ‘zelfregulerend systeem’: ‘Wanneer iedereen die het juiste wil doen ontslagen wordt, filtert de bank zo deze mensen eruit en blijven er alleen maar medewerkers over die alleen handelen in het belang van de bank en de klant en ook de publieke taak van de bank uit het oog verliezen.’

Genoemd wordt dat leidinggevenden het juiste voorbeeld moeten geven of ruimte moeten creëren om te spreken over integriteitskwesties. Wanneer de leidinggevende en werknemer niet uit een dilemma komen, moet er een derde partij zijn die het vraagstuk kan beoordelen. In een aantal banken bestaat er dan ook een afdeling ‘Integrity and Compliance’ om dit soort vraagstukken te behandelen.

Ander nuttig gedrag ten aanzien van integriteit dat naar voren komt:
- ‘De feedback van je klant serieus nemen’. Als medewerker van een bedrijf representeer je de hele organisatie en die verantwoordelijkheid dient iedereen ook te nemen. ‘Voor de klant ben jij de bank’.
- ‘Afstand nemen van je werk en zorgvuldig afwegen of je keuzes nog integer zijn’.
- ‘Alle beslissingen voor de klant inzichtelijk maken en transparant zijn over de belangen die meespelen’. Wanneer men bijvoorbeeld pretendeert alleen te handelen in het belang van de klant maar de bank er ook baat bij heeft, dient men hier eerlijk over te zijn. Dit kan het vertrouwen ook vergroten.
- ‘Op dezelfde wijze handelen wanneer men wel of niet gecontroleerd wordt’. Handel ik hetzelfde als er niemand met mij meekijkt? Dit is een mantra die veel young financials in hun hoofd repeteren.

De kritiek van Geraedts op de handelswijze en het bewustzijn van de spelers in het financiële systeem was groot en bevatte veel scherpe analyses en handvatten om voorwaarts te gaan.

Maar dat Geraedts de bankierseed een beetje wegwuift als window dressing, zit Floris Mreijen van de NVB niet helemaal lekker. Hij zegt: ‘De eed alleen helpt niet, daar zijn we het over eens, maar het blijft niet bij de eed alleen. We willen dat iedereen de eed aflegt, niet alleen de bestuurder. En dat daardoor in de banken een aanspreekcultuur wordt gecreëerd waardoor mensen gaan nadenken over de plek en functie van de bank in de samenleving. We hebben in het maatschappelijk statuut beschreven hoe we die functie zien en de eed bezegelt jouw persoonlijke verantwoordelijkheid daarbinnen. Je gebruikt de eed dus als middel om elkaar te kunnen aanspreken op dilemma’s zoals bijvoorbeeld integriteit.’

Frans Geraedts kan alleen maar beamen dat dat een goede zaak is.

Bij de borrel na afloop blijkt dat veel banken nieuwsgierig zijn naar de financiële dialogen die hier binnen de muren van De Nieuwe Poort gevoerd worden. Vanuit management teams worden er veelvuldig vragen gesteld aan de jonge bankiers die de dialogen bijwonen. Iedereen is benieuwd welke banken er bij zijn en hoe zij staan in het debat aangaande de cultuurverandering. Enerzijds willen de banken aan hun omgeving laten zien dat ze bezig zijn met een cultuurverandering en zo hun imago te verbeteren, anderzijds vinden ze het ook daadwerkelijk van belang dat er een verandering plaats gaat vinden. 
‘De verandering moet van onderaf in een organisatie worden aangewakkerd zodat het zich als een olievlek kan verspreiden’, zegt een borrelaar.