Het nieuwe financiële paradigma vraagt meer flexibiliteit van banken

25 november 2020 Banken.nl 6 min. leestijd
Meer nieuws over

Consumentenbanken staan op een kruispunt nu een aantal bankdiensten overbodig dreigt te raken. Digitale transformatie van banken is nodig om nieuwe technologieën te kunnen implementeren, de toenemende concurrentie voor te blijven, mee te kunnen met het veranderende gedrag van de klant en een plek te veroveren binnen nieuwe ecosystemen. De roep om een flexibel digitaal fundament en interconnectiviteit zwelt daarom aan. Aan het woord is Michel Ludolph, Global Solutions Architect bij Equinix.

De digitale transformatie die retailbanken ondergaan wordt ingegeven door snelle marktontwikkelingen. Een beweging die korte ontwikkeltijden van nieuwe producten vereisen vereist, klantinteractie die vooral gekarakteriseerd wordt door zelfbediening, de uitwisseling van real-time informatie, instant payments en veranderende regelgeving die concurrentie moet bevorderen (SEPA en PSD2).

Fintechs en bigtechs

Nieuwe marktpartijen kunnen door deze ontwikkelingen steeds makkelijker tegen relatief lage investeringen financiële diensten leveren. Fintech-banken zoals als Bunq of N26 en bigtechs zoals Facebook en Google verschijnen op het strijdtoneel waarmee de concurrentie voor de bestaande banken in rap tempo toeneemt. Ze presenteren zich als bank, maar zijn gewoon IT-bedrijven. Hun producten drijven op het inzicht in het gedrag van de rekeninghouder dat is vergaard. Het verkrijgen van een dergelijk klantinzicht vereist een dynamisch en innovatief bedrijfsmodel. Op dit terrein blijft de traditionele retailbanksector vaak achter, al willen ze daar snel verandering in brengen. 

Een andere belangrijke ontwikkeling is dat steeds meer banken streven naar een strategische wereldwijde aanwezigheid. Naast de voordelen van schaalvergroting biedt dit de mogelijkheid om snel markten te toetsen en daar specifieke producten voor te ontwikkelen. Succesvolle banken zijn actief in lokale markten nabij klanten, partners en andere lokale financiële instellingen. Ook hier gaat het weer om het creëren van toegevoegde waarde, maar dan vooral op basis van inzichten in de lokale markt.

Dit is niet wat een bank op zichzelf doet. Waardecreatie ontstaat vooral door het ontwikkelen van een waardeketen: een lokaal ecosysteem van klanten en partners. Partijen als Google en Amazon werken al samen met de retailbank-sector. Zij sluiten aan op een financieel interconnectie-platform waarbij klantgedrag gekoppeld wordt aan transactiegegevens. Transacties, mobiele handelingen en ervaringen worden gevoed aan Artificial Intelligence en Business Analyse-diensten, die de genoemde cloud-partijen aanbieden. Hierna kan op basis van (real-time) gegevensanalyse klantgedrag worden voorspeld.

De innovatiekracht van data

Klantgedrag en -data worden vaak lokaal opgeslagen en geanalyseerd, enerzijds omdat je klantdata niet over de wereld heen en weer wilt pompen, maar anderzijds ook omdat dit ineffectief is omdat het om te veel data gaat. Dit vraagt om gedistribueerde omgevingen waarbij banken via lokale hubs connectiviteit opzetten naar publieke cloud providers. Zo’n lokale hub wordt veel belangrijker als banken ook gebruik gaan maken van de klantdata van lokale partijen uit andere sectoren, bijvoorbeeld webwinkels of energieleveranciers. Zo ontstaan nieuwe digitale financiële ecosystemen als WeChat in China en samenwerkingsovereenkomsten zoals die van Wells Fargo met Xero en Finicity in de VS.

Partijen binnen deze ecosystemen wisselen gegevens uit via API’s die het mogelijk maken om losse applicaties aan elkaar te koppelen. Dit versterkt de innovatiekracht van banken, mits ze alert reageren op de veranderende wereld en niet te lang vasthouden aan hun eigen, verouderde IT-bastion.  

De coronacrisis

Covid-19 maakt dit eens te meer duidelijk. Het FD berichtte eerder over het feit dat de IT-systemen van traditionele banken niet berekend zijn op een plotselinge toename van digitale transacties. Dat terwijl de lockdown in Duitsland op één dag voor 2,5 miljoen online-aanmeldingen bij Deutsche Bank heeft gezorgd. Overal ging cash geld in de ban en digitalisering was niet langer optioneel. 

Banken realiseren zich dat door de Covid-19 pandemie het consumentengedrag blijvend verandert. Ze spelen hierop in door processen te digitaliseren en menselijke handelingen er zoveel mogelijk uit te snijden. Connectiviteit speelt daarbij een cruciale rol. Niet alleen voor klanten, maar ook voor thuiswerkers. Net als in de digital media-industrie is het voor de financiële sector noodzakelijk haar systemen zo dicht mogelijk bij verkeersknooppunten te brengen. Enerzijds om de transactieduur zo kort mogelijk te houden en anderzijds om kosteneffectief de benodigde hoge bandbreedtes te kunnen leveren.  

Interconnectiviteit is het sleutelwoord

Tegelijkertijd is het van levensbelang voor de banken om dit op robuuste wijze te doen. Geen bank wil afhankelijk zijn van één enkele provider. Verbindingen dienen volledig redundant en door verschillende leveranciers geleverd te worden. Interconnectiviteit is het sleutelwoord. Hierbij wordt interconnectiviteit gedefinieerd als een directe koppeling tussen partijen die onderling verkeer uitwisselen. 

Banken leggen steeds meer de focus op deze interconnectiviteit om ecosystemen van financiële en telecompartijen, partners, werknemers en klanten zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Uit de Global Interconnection Index (GXI) Volume 4, een marktonderzoek van Equinix, blijkt dat banken en verzekeringsmaatschappijen in de komende drie jaar hun interconnectiebandbreedte overal ter wereld vergroten met bijna 40%. Banken maken op deze wijze hun diensten via verschillende kanalen – internet, mobiel en telefoon – direct beschikbaar. Alleen zo zijn ze voorbereid op de toekomst.