Europese cryptowetgeving gaat zorgen voor een shake out
Het zal niet lang meer duren voordat de MiCAR, de Europese wet voor de cryptosector, van kracht gaat. Op 30 december 2024 zullen de eerste partijen hun vergunning moeten hebben. Waar krijgen de cryptodienstverleners mee te maken? En zijn ze er al op voorbereid? Danny Oosterveer (Digital Marketing Manager bij Amdax) geeft antwoord.
Wat gaat er veranderen?
Even een stap terug, wat gaat er voor cryptobedrijven veranderen? Over zo’n drie maanden gaan MiCAR (Markets in Crypto-Assets Regulation), TFR (Transfer of Funds Regulation, beter bekend als de Travel Rule) en DORA (Digital Operational Resilience Act) van kracht.
Een belangrijk doel van MiCAR is het beschermen van consumenten en beleggers. Niet langer kunnen partijen die hun klanten of volgers verkeerd voorlichten daar ongestraft mee wegkomen. En wordt een platform gehackt? Dan moet de aanbieder ervan zijn klanten compenseren. Dit alles om een tweede FTX te voorkomen.
De regels zijn vergelijkbaar met wat al geldt voor aanbieders van financiële instrumenten. Denk aan de prospectusregelgeving die van toepassing is op een aandelenemissie, regels over het geven van advies, maar ook de verplichting om manipulatie en handel met voorkennis te identificeren en voorkomen.
De uitbreiding van de Travel Rule naar crypto-transacties betekent dat persoonlijke informatie over de zender en ontvanger altijd moet ‘meereizen’ met de transactie. Dit heeft als doel de transparantie te vergroten en daarmee de risico’s op witwassen, financiering van terrorisme en sanctie-omzeiling te verminderen.
DORA heeft als doel de digitale (cyber)weerbaarheid van de financiële sector te versterken, inclusief crypto-dienstverleners. Door te zorgen voor strikte operationele vereisten, zoals incidentrapportage en noodplannen, helpt DORA de hele financiële infrastructuur tegen cyberdreigingen te beschermen.
Een flinke opgave
Afgelopen zomer werd het eerste grote deel van MiCAR al van kracht. Dit deel is gericht op de uitgifte van stablecoins. Partijen die dat doen, moeten een MiCAR-licentie hebben, een vergunning voor een kredietinstelling of een elektronisch geldinstelling behalen, en krijgen te maken met eisen ten aanzien van de onderliggende reserves en diens opslag.
Eind van dit jaar volgt de rest van de verordening. Vanaf dit moment moeten de zogenoemde cryptodienstverleners in het gareel lopen en expliciete toestemming hebben middels een vergunning. MiCAR noemt tien diensten waarop dit van toepassing wordt, zoals het bewaren van cryptoactiva, het geven van advies, en het exploiteren van een handelsplatform.
Maar ook vermogensbeheerders zullen hieronder vallen. Het aantal diensten is een stuk ruimer dan de partijen die nu onder de DNB geregistreerd staan. Dat is beperkt tot cryptobewaardiensten en wisseldiensten, en ziet enkel toe op anti-witwasregels.
Reeds bij de DNB gereguleerde cryptodienstleverleners mogen gebruik maken van een overgangstermijn. In Nederland is die 6 maanden lang. Deze bedrijven kunnen hun activiteiten dus tot 1 juli 2025 voortzetten. De bedrijven voor wie nog geen DNB-registratie hebben, is de aanlooptijd een stuk korter. Voor hen geldt al op 30 december 2024 een vergunningsplicht. Vanaf dat moment mogen bedrijven zich alleen over jou en jouw tegoeden ontfermen als ze dit papiertje op zak hebben.
Mauro Halve, Head of Compliance bij Amdax en verbonden aan branchevereniging VBNL, denkt dat het voor veel bedrijven een enorme kluif gaat worden. “Bij Amdax willen we graag vooroplopen. Zo waren we de eerste met een DNB-registratie, hebben we vrijwillig een ISAE-3000 Type 1 audit ondergaan, beschikken we ook al over een AFM-registratie en bereiden we ons al meer dan een jaar intensief voor op MiCAR. Maar zelfs voor ons is het echt een opgave.” Dat wil wel wat zeggen.
Mauro uitte onlangs zijn zorgen bij de BNR Cryptocast: “Ik maak me oprecht zorgen over de bedrijven die geen overgangstermijn hebben, en over kleine partijen.” Om te kunnen voldoen aan de MiCAR, TFR en DORA lopen de investeringen op tot meerdere tonnen en duizenden uren. Dat is nog los van de doorlopende toezichtskosten.
Los van de kosten, constateert hij dat veel cryptobedrijven er niet klaar voor zijn. “Veel bedrijven zijn niet gewend om zulke vragen aanvragen voor te bereiden. Ik denk dat een hoop het hebben onderschat en veel te laat zijn begonnen.”
Shake-out
Met nog drie maanden tot de wetgeving in werking treedt, lijkt het er steeds meer op dat er een shake-out gaat plaatsvinden. Veel ongereguleerde en kleine cryptobedrijven zullen het niet redden om aan de nieuwe wetgeving te voldoen. Ondanks het besef van wat er moet gebeuren, zullen er ook daar bedrijven van afvallen, vanwege het hoge risico die de benodigde investeringen en vaste kosten met zich meebrengen.
Buitenlandse cryptobeurs Bybit nam Satos over. Het Britse ICONOMI nam onlangs het Nederlandse Triaconta overgenomen. En het Nederlandse Coinmerce nam eerder dit jaar een meerderheidsbelang in cryptofonds Icoinic.
Ook cryptobroker BCM, voorheen bekend als Bitcoin Meester, werd in 2023 al overgenomen door de Amerikaanse crypto exchange Kraken. Ook Amdax is actief, de cryptobewaarpartij nam het Haagse cryptofonds Agga Capital over.
Maar we zien het niet alleen in overnames. Litebit staakte halverwege 2023 zijn activiteiten, onder andere vanwege de toenemende kosten om te voldoen aan wet- en regelgeving. Daarnaast heeft een aantal partijen besloten om de vergunning in een ander land te halen, zoals Duitsland, omdat daar de koste vele malen minder zijn.
Hier is het laatste dus nog niet over gezegd. Verwacht mag worden dat we in de komende negen maanden nog meer overnames, fusies, afhakers en mogelijk zelfs faillissementen zullen zien. Een ding is zeker, het cryptolandschap is aan het veranderen.
Professionalisering niet zonder kosten
De wetgevende ontwikkelingen kunnen gezien worden als een positieve stap richting de acceptatie en normalisatie van crypto-assets als legitieme en stabiele financiële instrumenten binnen de Europese markt. Voor cryptobedrijven biedt dit een unieke kans om te groeien en te innoveren binnen een gereguleerd en ondersteunend kader dat zowel bescherming als kansen biedt.
Maar er zijn ook zorgen. “Ik ben voorstander van regulering van bedrijven en van hoge standaarden, maar maak me wel zorgen dat er een ongelijk speelveld ontstaat. Het vormt zo een grote toetredingsbarrière, nu het nog moelijker en duurder wordt voor bedrijven om mee te kunnen doen.”, aldus Halve.