Filosoof De Waele over 'ondergrens' en 'bovengrens' van integer handelen

16 april 2020 Banken.nl 6 min. leestijd

Een organisatie die voldoet aan wet- en regelgeving, doet die automatisch ‘de goede dingen’? Nee, aldus filosoof Alexander de Waele, die bij verschillende Nederlandse banken optreedt als trainer en adviseur in morele oordeelsvorming en integriteit. “Dan nog houd je morele dilemma’s waarin keuzes kunnen worden gemaakt die schadelijk zijn. Legal but harmful decisions.” De Waele vertelt hoe organisaties – ook financiële instellingen – systematisch zorgvuldig kunnen omgaan met morele dilemma’s. Dat ondersteunt bankmedewerkers niet alleen in hun dagelijks werk, het helpt banken ook bij het leveren van een positieve maatschappelijke bijdrage.

Wat zijn ‘morele dilemma’s’ eigenlijk?

De Waele: “Eigenlijk elke beslissing of handeling die meerdere betrokkenen betreft, kun je categoriseren als moreel dilemma. Het gaat om beslissingen waarbij het onvermijdelijk is dat je niet álle rechten, belangen en wensen kunt honoreren. In zekere zin veroorzaak je daarom schade bij het nemen van de beslissing. Banken staan – net als vrijwel elke organisatie – voor heel wat kleine en grote beslissingen en maatschappelijke uitdagingen die morele dilemma’s opleveren.”

“Een voorbeeld van het laatste is digitalisering ten opzichte van privacy van klanten. Dat levert een spanningsveld op. Hoe ga je daarmee om? Of bijvoorbeeld met ken-je-klant, belastingontwijking, de poortwachtersfunctie of anti-witwasbeleid? Maar dilemma’s spelen ook op kleinere schaal. Als ik aan mensen vraag: ervaar je morele dilemma’s? Dan is het antwoord best beperkt. Maar vraag je: welke beslissingen vind je lastig of twijfelachtig te maken, dan krijg je veel boven tafel. De meeste beslissingen zijn vatbaar voor moreel onderzoek. Wij bieden daarvoor een methodiek: morele oordeelsvorming.”

Wat is en doet een integere organisatie?

De Waele: “Een integere organisatie is een organisatie die erop is ingericht om voldoende rekening te houden met de rechten, belangen en wensen van haar stakeholders. Om dat te bereiken, werkt zij niet alleen – preventief en repressief – aan de zogeheten ‘ondergrens’ van integer handelen, namelijk het voldoen aan wet- en regelgeving. Een integere organisatie werkt ook actief aan de ‘bovengrens’ van integer handelen: ze doet aan zorgvuldige morele besluitvorming van lastige vraagstukken. In  de praktijk betekent het dat een organisatie bij elke handeling of beslissing niet alleen kijkt of die in overeenstemming is met wet- en regelgeving. Maar ook: is het de moreel juíste handeling of beslissing? Doen we ook het goede, rekening houdend van de rechten en belangen van de betrokkenen?”

Volstaan gezond verstand of geweten niet? Of de missie en kernwaarden?

De Waele: “Geweten, gezond verstand, gevoel of goede intenties zijn niet voldoende om moreel juiste besluiten te nemen. Mensen zitten boordevol goede intenties. Wat toch kan leiden tot moreel verkeerde handelingen of ‘legal but harmful decisions’, zoals belastingontwijking. En het geweten is een instrument dat ons in staat stelt om na te gaan of we achteraf al dan niet schade hebben berokkend aan onze omgeving. Maar weten hoe je de moreel juiste dingen doet, dat is een ander vraagstuk.”

“Ook maatschappelijke normen en waarden geven geen adequaat antwoord; dat zijn namelijk verwachtingen rond normaliteit die richting geven aan ons handelen. Net als bijvoorbeeld de interne purpose en guiding principles – de waarden die richting geven aan het handelen om de missie te bereiken – zoals ‘klant centraal’, loyaliteit of empowering. Er zijn heel wat morele dilemma’s waar zulke kernwaarden tegenover elkaar komen te staan. De vraag is dan: hoe weet je welke waarden in dit geval het overwicht zouden moeten hebben? Daar is die methodiek voor.”

Hoe werkt die methodiek van morele oordeelsvorming?

De Waele: “Het houdt rekening met de rechten, belangen en wensen van alle stakeholders die betrokken zijn bij een bepaalde beslissing. Aan alle relevante argumenten ken je stap voor stap zogeheten ‘morele gewichten’ toe. Bijvoorbeeld: of de zorg voor een klant meer gewicht heeft dan de vraag van de aandeelhouder die streeft naar winst. Het gaat om het oordeelsvrij onderzoeken van alle argumenten, vanuit het perspectief van alle stakeholders. Zo verkrijg je inzicht in wat het dilemma precies is, welke ‘morele beginselen’ er spelen en wat de ‘morele gevaren’ zijn.”

“Morele beginselen zijn bijvoorbeeld de verplichtingen die voortkomen uit de morele rechten van stakeholders. Bijvoorbeeld ieders recht op toegang tot financiële dienstverlening. Dat is een onderdeel van een menswaardig bestaan, dat je als financiële instelling moet faciliteren in de mate van het mogelijke.”

Wat moet een organisatie in elk geval hebben of doen voor zorgvuldige morele oordeelsvorming?

De Waele: “Noodzakelijke voorwaarde is het breed in beeld hebben van alle stakeholders. Want vaak wordt een dilemma niet als zodanig gezien, omdat het stakeholdermodel niet volledig is. Veel winst dus valt te behalen in het kritisch bekijken daarvan. Vallen bepaalde stakeholders buiten de boot, dan is de kans groot dat een of meer betrokkenen schade wordt berokkend. Interessant om te zien is dat er de laatste jaren veel meer aandacht is voor de omgang met morele dilemma’s. Ook vanuit de toezichthouders. Die kijken kritischer naar zorgvuldige besluitvorming rondom bepaalde vraagstukken. Waarbij ze vaak meer waken over het maatschappelijk betamelijke (normen en waarden) dan over wat moreel juist is. Hoe je weet wat het juiste is om te doen, verandert niet doorheen de tijd. Wel wat de maatschappij als normaal, als betamelijk, beschouwt. Normaliteit en moraliteit zijn twee fundamenteel verschillende dingen.”

Hoe kan morele oordeelsvorming de financiële sector volgens u verder helpen?

De Waele: “Er bestaan veel wetten en regels waar banken zich aan moeten houden en waar de toezichthouder over waakt. Ik stel vaak de vraag: wat probeert een wet of regel eigenlijk te doen? Het antwoord dat ik doorgaans hoor, gaat over wat een wet of regel doet (uniformeren, kunnen handhaven etc). Maar niet over waarom een wet of regel dat doet. Terwijl het zo zit: als een wet of regel behoorlijk is, dan probeert hij iets te beschermen. Namelijk een bepaald minimum – een moreel recht - van een bepaalde stakeholder.”

“Waar valt dus winst te behalen? Dat men leert zien dat het voldoen aan de wet – dat door de maatschappij opgelegde fundament, dat minimum waaraan je moet voldoen – niets iets is wat je doet vanuit verplichting. Maar omdat het je helpt om de goede dingen te doen. Wetten en regels lopen altijd achter op maatschappelijke ontwikkelingen. De morele minima van nu zijn nog niet vastgelegd in wet- en regelgeving. Als je die minima als bank nu wel al in beeld hebt en meeneemt in je besluitvorming, dan ben je a step ahead op weg naar een duurzame, integere organisatie. Dat sterkt – zowel intern als extern – het vertrouwen in de financiële sector.”

Dit artikel is eerder verschenen in Bank|Wereld Online, het magazine van de Nederlandse Vereniging van Banken.