Maurice Oostendorp over het eigen karakter van de Volksbank

28 mei 2020 Banken.nl 8 min. leestijd

Over enkele maanden vertrekt Maurice Oostendorp als CEO bij de Volksbank. Hij is dan vijf jaar in dienst geweest bij de Volksbank, de rechtsopvolger van SNS REAAL. Kort voor deze aankondiging sprak Jeroen Broekema van de podcastserie Leaders in Finance met Oostendorp. In een diepte-interview gaat Oostendorp onder meer in op praktische voorbeelden van ‘bankieren met de menselijke maat’, het nut van opereren via verschillende merken en het aandeelhoudersmodel van de toekomst.

De geschiedenis oordeelt niet bijster positief over de laatste jaren van het bestaan van SNS REAAL. Vooral vanwege onbesuisd handelen van de vastgoedtak was het concern diep in het moeras vastgezogen geraakt. In de vorm van een nationalisatie wierp de Staat in 2013 de beslissende reddingsboei toe. SNS REAAL werd in de jaren nadien ontmanteld en daaruit ontstond in 2016 de Volksbank

Al vanaf het begin lag een sterke nadruk op verantwoordelijkheid voor de maatschappij. Waar winst in het verleden uitsluitend vanuit financieel oogpunt bekeken, ontstonden nieuwe perspectieven van winst. Meer specifiek het behalen van maatschappelijke winst, naast uiteraard het behalen van voldoende financieel rendement om te kunnen blijven draaien. ‘Bankieren met de menselijke maat’, zo ging het motto luiden. Maar wat is dat eigenlijk en hoe uit zich dat? 

Balans tussen verschillende groepen belanghebbenden

“Het manifest ‘bankieren met de menselijke maat’ bestond eigenlijk al voor de nationalisatie”, legt Oostendorp uit. “Maar na de nationalisatie hebben we ervoor gekozen om het uitgangspunt –  het nemen van verantwoordelijkheid voor de maatschappij en het daarin betrekken van alle belanghebbenden – ook het uitgangspunt te laten zijn van de besluitvormingsprocessen binnen de bank.”

Oostendorp vertelt dat er verschillende groepen belanghebbenden zijn. Namelijk de medewerker (menselijk kapitaal), de maatschappij (sociaal kapitaal) en uiteraard de aandeelhouder (financieel kapitaal). “Daar hoort dan ook naar onze overtuiging een besluitvormingsproces bij waarbij je voortdurend met de belangen van al die individuele belanghebbenden rekening houdt. En het interessante is dat wij ervaren hebben dat dat vaak veel meer samengaat dan dat het tegengesteld is of lijkt.”

Veel bedrijven zijn de laatste vijf jaar op de kar van zingeving en duurzaamheid gesprongen, simpelweg omdat ze merken dat het veel mensen aanspreekt. Terecht stelt Broekema de vraag hoe zo’n nieuwe overtuiging zich dan in de praktijk uit. Oostendorp: “Wij kiezen ervoor om dit een heel geleidelijk proces te laten zijn met als doel om voor iedere belanghebbende hele concrete objectief meetbare doelstellingen te formuleren. Voor de maatschappij zijn er op dit moment twee: duurzaamheid en financiële weerbaarheid van onze klanten.”

“Duurzaamheid vertalen wij als een klimaatneutrale balans, waarvan we zeggen: ‘In 2030 willen we de hele balans klimaatneutraal hebben, op een objectief meetbare basis’. En bij financiële weerbaarheid zeggen we: ‘Onze missie is bankieren met een menselijke maat’. Dat houdt in dat de klant aangeeft ons nodig te hebben omdat hij of zij in financiële problemen verkeert, financiële onzekerheden heeft of zich zorgen maakt over de toekomst en dat de klant ervan overtuigd is dat de bank er voor de klant is.”  

Diverse merken onder één noemer

Wie een beetje op de hoogte is van de Volksbank, weet dat er onder deze naam vier labels hangen:  de banken ASN Bank, RegioBank en SNS, aangevuld met hypotheekverstrekker BLG Wonen. “SNS en Regiobank in de mix met de duurzaamheid van ASN Bank kan prima onder één merk. Is dat ook echt klantbelang om het separaat te houden, los van de kosten?”, vraagt de interviewer. 

“De belangrijkste reden waarom we die verschillende merken hebben is omdat ze aansluiten bij wat we de verschillende mentalities noemen”, antwoordt Oostendorp. “De ene klant stelt meer prijs op een bank die zijn balans helemaal overeenkomstig de principes van duurzaamheid inricht. ASN Bank is een bank zonder fysieke vestigingen, het is helemaal virtueel zou je kunnen zeggen. Terwijl Regiobank-klanten het heel belangrijk vinden dat zij hun lokaal aanspreekpunt kennen en dat die vestiging in hun gemeenschap zit. Wij vinden die verschillen vanuit de optiek van de klanten heel belangrijk. Dus op het moment dat je dat op een efficiënte en niet-kosten-nadelige manier kan aanbieden, dan zitten er wat ons betreft alleen maar voordelen aan.”

“We hebben het overigens zo ingericht dat alle merken zich aan dezelfde principes houden. Het is aan de binnenkant veel meer eenduidig dan het aan de buitenkant lijkt.”

“We hebben het overigens zo ingericht dat alle merken zich aan dezelfde principes houden. De duurzaamheid en de uitgangspunten van ASN Bank gelden voor de hele bank. Alleen het merk ASN Bank positioneert zich daarin. SNS minder, maar die houdt zich wel aan diezelfde principes. En andersom geldt het voor de positionering van SNS ook. Als klanten zich verzekerd moeten voelen van die aandacht op het moment dat ze er behoefte aan hebben, dan moet dat voor klanten van ASN Bank ook gelden. Het is aan de binnenkant dus veel meer eenduidig dan het aan de buitenkant lijkt.”

Gevraagd naar of de Volksbank nog nieuwe merken gaat introduceren voor doelgroepen die zich momenteel vooral wenden naar bijvoorbeeld N26 of Bunq zegt Oostendorp: “Dat zou kunnen. We praten daar weleens over, maar op dit moment hebben we daar helemaal geen concrete plannen voor. Daar zijn weer twee redenen voor. Allereerst, de huidige vier merken groeien alle vier hard. En het tweede is dat wij ons ook behoorlijk moeten aanpassen aan alles wat met digitalisering en financiële technologische innovatie te maken heeft. Een merk introduceer je ook niet zomaar. Er gaat ook veel marketinggeld aan op.”

Perspectieven op beursgang

Het zal Oostendorp zijn tijd wel duren, maar het is aannemelijk dat de Volksbank onder zijn opvolger Martijn Gribnau naar de beurs gaat. Normaal gaat de politiek daar niet over, maar omdat de Volksbank in staatshanden is natuurlijk wel. Er zijn meerdere partijen die de Volksbank liefst in staatshanden houden, vooral aan de linkerkant van het politieke spectrum. Zij wonden zich vorig jaar enorm op toen bleek dat de hyperkapitalistische zakenbank Goldman Sachs de Volksbank adviseerde over een beursgang

“Als je naar Nederland kijkt, zie je dan dat het stakeholder-model aan de winnende hand is of juist meer het Angelsaksische model, met een nadruk op aandeelhouderswaarde?”, vraagt Broekema?

“Ik vind dit een vraag die moeilijk te beantwoorden is”, zegt Oostendorp hierop. “Steeds meer mensen die zich uitspreken over het feit dat de enkelvoudige focus op aandeelhouderswaarde passé is. Het bestaansrecht van een onderneming zit hem niet in de winst die het genereert, maar in de activiteiten waarmee het die winst genereert. Zeker voor financiële dienstverlening aan particulieren hebben we het tipping point wel gehad en iedereen is ervan overtuigd dat die maximalisatie van winst voor de aandeelhouder negatieve bijeffecten heeft.”

“Het bestaansrecht van een onderneming zit hem niet in de winst die het genereert, maar in de activiteiten waarmee het die winst genereert.”

“Maar hebben alle banken en hebben andere bedrijven al de stap gezet dat ze naast hun meestal echt goede intenties ook die vertaalslag maken naar concrete consequenties? Ik ben ervan overtuigd dat zo'n veranderproces niet kan zonder dat er echt dingen veranderen, zonder dat er ook pijn geleden wordt en je een echt haakse bocht maakt ten opzichte van hoe we dat in het verleden deden.”

“Wat mij betreft sluit het ook enorm aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Ik heb het dan over een wat bredere maatschappelijke ontwikkeling, waarbij ik ervan overtuigd ben dat dat samenspel tussen belanghebbenden steeds meer het besluitvormingsproces gaat bepalen.”

“Of het nou over de frisdrankenindustrie gaat die niet meer te veel suiker in zijn frisdranken moet stoppen of de farmaceutische industrie die niet te hoge prijzen voor medicijnen moet vragen, ik kan echt heel veel voorbeelden noemen, maar uiteindelijk trek ik de conclusie dat wij in een maatschappelijke ontwikkeling zitten waarbij die verschillende belangen steeds meer op één noemer gebracht worden. Dat willen we met elkaar. En dan mag er in ondernemerschap best goed aan verdiend worden, daar is geen enkel probleem mee, maar binnen grenzen”, besluit Oostendorp.