Toezichthouders vragen aandacht voor nieuwe rentebenchmarks vanaf 2022

02 mei 2019 Banken.nl 3 min. leestijd

In een gezamenlijke opgestelde brief wijzen Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) marktpartijen erop actie te nemen voor wat betreft de rentebenchmarkts die zij hanteren. De reden is een nieuwe EU-benchmarkverordening, die ingaat per 2022. Bestaande benchmarks (EURIBOR, LIBOR, EONIA) voldoen dan mogelijk niet meer aan de vereisten. Om hierop in te spelen wordt banken, verzekeraars en pensioenfondsen verzocht om alvast alternatieven te bestuderen.

Wanneer belangrijke regels gaan veranderen is waakzaamheid altijd geboden. Wie goed inspeelt op revisies kan zich een concurrentievoordeel verschaffen. Wie dat niet doet loopt risico’s, variërend van klein tot onoverkomelijk groot. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de financiële sector, waar revisies aan de orde van de dag zijn. Compliance is niet alleen nodig richting toezichthouders, ook richting de consumenten, in de zin van vertrouwen.

Persoonlijke brief

De AFM en DNB hebben bestuursvoorzitters van binnenlandse financiële instellingen een brief gestuurd waarin ze aandacht vragen voor lopende wereldwijde rentebenchmarkhervormingen. Meer specifiek doelen ze daarmee op de transitie van cruciale rentebenchmarks naar alternatieve, risicovrije rentevoeten (RFR’s). De toezichthouders noemen drie van deze bestaande rentebenchmarks bij naam: (1) de EURIBOR (Euro Interbank Offered Rate), de LIBOR (London Interbank Offered Rate) en de EONIA (Euro OverNight Index Average). Stuk voor stuk benchmarks die betrekking hebben op de rentes die banken rekenen bij het elkaar lenen van geld.

Toezichthouders vragen aandacht voor nieuwe rentebenchmarks vanaf 2022

Alle drie bovengenoemde benchmarks zijn gebaseerd op interbancaire markten. Volgens DNB hebben deze markten de afgelopen jaren te maken gehad met afnemende handelsvolumes. Daardoor is het risico ontstaan dat er onvoldoende partijen zijn die adequaat bijdragen aan de benchmarks. Het gevolg: het zijn geen accurate weergaves van de markten die zij zouden moeten meten.

Huidige rentebenchmarks diep verankerd

Mogelijk - mogelijk - voldoen deze rentebenchmarks niet meer aan het regime van de op handen zijnde EU-benchmarkverorderning, volledig van kracht per 2022. Omdat het voortbestaan op zichzelf al niet gegarandeerd is, zijn ze voor financiële instellingen niet langer geschikt om te gebruiken in langlopende contracten. “Dit geldt voor reeds afgesloten contracten en voor contracten die vanaf 1 januari 2022 op basis van de cruciale rentebenchmarks worden aangegaan”, aldus de toezichthouders in de brief.

Financiële instellingen lopen risico’s van diverse aard, als ze niet op zoek gaan naar alternatieven. De risico’s liggen in uiteenlopende richtingen. Er is onder meer sprake van operationele, juridische, waarderings- en hedgingrisico's. Omdat de huidige rentebenchmarks ‘diep verankerd’ zijn in een veelvoud aan financiële praktijken zal een overvang zowel complex zijn als veel tijd kosten.