Als derde en laatste grootbank maakt Rabobank melding van gewijzigde rentetarieven, waarbij vermogende spaarders rente gaan betalen voor het stallen van hun geld. In tegenstelling tot de andere bank past Rabobank wel meer verschillende spaarregimes toe. Particuliere spaarders kunnen tot een saldo van €1 miljoen blijven rekenen op een saldo van 0,01%.
Het kon bijna niet uitblijven dat Rabobank de voorbeelden van ABN AMRO en van ING zou volgen. De coöperatieve bank bevindt zich immers op hetzelfde speelveld en moet met dezelfde uitdagingen omgaan als de concurrenten. De bank moet zelf rente betalen voor het nachtelijk stallen van overtollig kasgeld bij de ECB en samen met de andere Nederlandse banken loopt dat in de vele honderden miljoenen die gewoonweg verdampen.
Vergeleken met ABN AMRO en ING ontziet Rabobank kleine spaarders een fractie meer. Tot een bedrag van €1 miljoen – noem het maar klein – ontvangt iedere particuliere klant 0,01% rente. Voor het bedrag boven die limiet gaan spaarders 0,5% rente betalen aan de bank. Volgens Rabobank gaat het hierbij om 400 klanten. Dat wil zeggen momenteel 400, want het is aannemelijk dat dit type klanten hun vermogen gaat spreiden over de verschillende banken zodat ze overal net onder de limieten gaan blijven.
Zakelijke spaarders
Voor zakelijke spaarders gaan twee drempels gelden. Tot €100.000 ontvangen zij 0,01% rente. Tot €1 miljoen ontvangen zij in het geheel geen rente. Boven de €1 miljoen gaan ook zij 0,5% rente betalen aan de bank. Het zou in totaal om zo’n 6.600 zakelijke klanten gaan die rente moeten gaan betalen.
De nieuwe rentetarieven gaan in per 1 juli 2020. Rabobank geeft aan er voor te willen zorgen dat zo min mogelijk spaarders geraakt worden. Men geeft aan dat onder het nieuwe renteregime 99,9% gevrijwaard blijft van negatieve rente, eenzelfde percentage als ING eerder ook meldde.