Bankiers somber over werkgelegenheid en vrezen robots

21 april 2016 Banken.nl 3 min. leestijd
Meer nieuws over

Automatisering, robotisering en Big Data zorgen er volgens financiële professionals voor dat de werkgelegenheid in hun sector aanzienlijk zal gaan afnemen. 60% verwacht een daling in werkgelegenheid en 40% verwacht dat zijn of haar functie niet langer zal bestaan in 2030. Dat blijkt uit een recent grootschalig onderzoek onder bankiers en andere financiële professionals van recruitmentorganisatie Hays.

Sinds 2015 voert Hays, met ruim 7.800 werknemers in 33 landen een van de grootste recruitmentorganisaties ter wereld, het ‘Baan van de Toekomst’ onderzoek uit. Baan van de Toekomst is een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de toekomstige werkgelegenheid binnen bepaalde sectoren van het bedrijfsleven. In 2015 werd het onderzoek uitgevoerd binnen de sectoren IT, Engineering & Technologie en Olie & Gas, en dit jaar was de financiële sector aan de beurt. Hays ondervroeg in het kader van het onderzoek bijna 400 professionals die werkzaam zijn in de financiële sector, over de invloed van technologische ontwikkelingen op hun werk en hun voorbereiding daarop voor de komende vijftien jaar.

Uit het onderzoek blijkt dat financiële professionals een niet al te positief beeld hebben van de werkgelegenheid in de sector in 2030, mede door de opkomst van kunstmatige intelligentie, big data, en verdere automatisering. Harold Jansen, financieel directeur van Hays, vertelt: “Het is begrijpelijk dat veel professionals in de sector zich zorgen maken over toekomstige werkgelegenheid en de opkomst van technologie als een bedreiging zien. Toch kan het tijdig inspelen op veranderingen zowel voor werknemers als werkgevers veel uitmaken. Een nieuwe realiteit vraagt om nieuwe vaardigheden, met name op het gebied van management en omgaan met klanten. Het wordt voor financiële instellingen belangrijker dan ooit om de juiste mensen op de juiste positie te hebben.”

Werkgelegenheid neemt af - Functie verdwijnt

Van de respondenten verwacht ruim 60% dat de werkgelegenheid in de financiële sector tussen nu en 2030 zal gaan afnemen. Vooral werknemers met een MBO-achtergrond vrezen een daling in werkgelegenheid – 81% van de MBO-opgeleiden verwacht dat er in 2030 minder banen zullen zijn in de financiële sector. Voor de WO-opgeleiden is dit 60%. Ook zal de opkomst van technologie ervoor gaan zorgen dat er veel functies gaan verdwijnen. 40% van de professionals verwacht dat zijn (36%) of haar (52%) functie niet meer bestaat in 2030. 

De grootste bedreigingen voor de werkgelegenheid zijn volgens de respondenten cloudsoftware en kunstmatige intelligentie (80%), robotisering (72%) en 3D-printers (64%). Zo verwacht een belangrijk deel van de respondenten dat in 2030 nog maar maximaal 20% van hun dagelijkse werkzaamheden door mensen zal worden uitgevoerd. Grote delen van hun werk worden geautomatiseerd, en Artificial Intelligence en Big Data zullen tegen die tijd aan de basis van ieder financieel advies liggen. Circa 36% is het bijvoorbeeld eens met de stelling dat in 2030 alle geldstromen via blockchain zullen worden geregeld.

AI en big data basis voor elk advies - Geldstromen alleen nog via blockchain

Bijscholing en soft skills
De respondenten zijn het er bijna unaniem (94%) over eens dat structurele bijscholing nodig is om in 2030 nog steeds een baan te hebben. Daarbij wordt feitenkennis steeds minder belangrijk – 70% verwacht dat feitenkennis grotendeels zal zijn geautomatiseerd tegen die tijd – en gelooft een meerderheid van 70% van de professionals dat ‘soft skills’ in 2030 van groter belang zijn. “Menselijke eigenschappen als aanpassingsvermogen, overtuigingskracht, creativiteit, empathie en motivatietalent worden onderscheidende factoren. Het zijn zaken die je niet kunt automatiseren en de mens blijft hier altijd superieur in. Je kunt je als financiële professional binnen een organisatie en richting klant of opdrachtgever nadrukkelijk onderscheiden door hierin uit te blinken en op te vallen. Je bent immers werkzaam in een sector waar vertrouwen en betrouwbaarheid enorm belangrijk zijn”, concludeert Jansen.