AFM: Financiele sector verbetert bedrijfsvoering benchmarks

30 oktober 2015 Banken.nl 4 min. leestijd

Financiële instellingen hebben hun bedrijfsvoering rond financiële benchmarks verbeterd, zo blijkt uit de ingevulde self-assessments en eigen waarnemingen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB). De aanbevelingen van de toezichthouders - na eerder onderzoek om de risico’s op manipulatie van benchmarks te verkleinen - zijn de onderzochte instellingen deels overgenomen. Zo evalueren de meeste instellingen periodiek hun betrokkenheid bij benchmarks.

Beide toezichthouders hebben in 2014 gezamenlijk onderzoek gedaan naar de totstandkoming en het gebruik van financiële benchmarks door financiële instellingen. Zij richtten zich daarbij op de risico’s van manipulatie en de beheersing van de integriteitsrisico’s. Op basis van de onderzoeksbevindingen hebben DNB en de AFM een aantal aanbevelingen (‘good practices’) opgesteld om de risico’s op manipulatie van benchmarks te verkleinen. Deze zijn gepubliceerd in het rapport van 11 februari 2015 'Langs de financiële meetlat: Nederlandse betrokkenheid bij financiële benchmarks'.

Vervolgonderzoek

In vervolg hierop hebben de toezichthouders medio 2015 onderzocht in welke mate Nederlandse financiële instellingen deze aanbevelingen hebben overgenomen. Daarvoor heeft een representatieve groep van 12 grote Nederlandse banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen een self-assessment gedaan. Deze instellingen waren ook al betrokken bij het onderzoek in 2014.

DNB en de AFM hebben hun onderzoek naar de betrokkenheid van Nederlandse financiële instellingen bij FX-handel en FX-benchmarks nog niet afgerond. De uitkomsten van deze instelling specifieke onderzoeken, alsmede eventuele maatregelen van de toezichthouders, zullen vervolgens met betrokkenen afzonderlijk worden gecommuniceerd. Deze onderzoeken hebben geen deel uit gemaakt van dit self-assessment.

Commodity benchmarks en de bedrijfsvoering daaromtrent zijn eveneens niet meegenomen in dit self-assessment. De AFM zal in Q4 een rapport publiceren over haar verkenning naar de commoditysector in Nederland.

Conclusies

DNB en de AFM concluderen op basis van de gegeven antwoorden dat de sector haar bedrijfsvoering rondom financiële benchmarks zichtbaar heeft verbeterd. Zo evalueren de meeste instellingen periodiek hun betrokkenheid bij benchmarks. Hierbij valt op dat sommige instellingen aangeven dat zij het risico op benchmarkmanipulatie in algemene zin laag inschatten, omdat zij geen panellid zijn van een submission benchmark (waarbij instellingen standen doorgeven aan een beheerder). Hiermee wordt echter het manipulatierisico ten aanzien van op transactie gebaseerde benchmarks (waarbij een beheerder transactiedata uit de markt haalt en zo de benchmark vaststelt) onderschat.

Het kennisniveau van de eerste lijn, het management rondom benchmarks wordt door alle instellingen als hoog aangemerkt. De tweede lijn, compliance, en de derde lijn, audit, moeten volgens de instellingen dit kennisniveau nog verder omhoog brengen. Alle onderzochte instellingen geven aan dat het hoger management veel aandacht heeft voor integriteitsrisico’s en er op stuurt om deze te minimaliseren.

Instellingen streven ernaar de drempels te verlagen voor het aankaarten van onregelmatigheden bij collega’s, hoger management en compliance. Ook valt op dat instellingen integriteitsaspecten meewegen in de beoordeling van prestaties en het vaststellen van beloningen van medewerkers (op alle niveaus). Daarbij geven bijna alle instellingen aan dat ze een ‘approved broker list’ hebben, waarbij de integriteit van de tegenpartij expliciet onderdeel uitmaakt van de overwegingen tot samenwerking.

Een punt van verbetering is het onderkennen van het nut en de noodzaak van het doorlopend monitoren van communicaties en transactiepatronen. De onderzochte banken besteden veel aandacht en tijd aan monitoring. Bij de andere onderzochte instellingen krijgt dit tot nu toe nadrukkelijk minder prioriteit.

Oproep

Het toezicht op benchmarks is geïntensiveerd in binnen- en buitenland en de toezichthouders roepen de instellingen op om door te gaan met de ingezette verbeteringen. DNB en de AFM onderschrijven het belang en het behoud van benchmarks en vinden het belangrijk dat Nederlandse instellingen hieraan op integere wijze blijven bijdragen. Benchmarks zijn belangrijk voor een goed werkend financiële systeem, maar blijven gegeven hun onderliggende mechanismen kwetsbaar voor manipulatie.

Ter inspiratie bieden de toezichthouders daarom een aantal voorbeelden uit de praktijk, best practices, die ze in hun onderzoek bij instellingen zijn tegengekomen. Deze vormen een aanvulling op de eerder gepubliceerde good practices en kunnen instellingen helpen de integriteitsrisico’s wat betreft hun betrokkenheid bij benchmarks te verkleinen. DNB en de AFM merken wel op dat instellingen wat betreft hun betrokkenheid bij benchmarks zelf verantwoordelijk blijven voor het verkennen en doorvoeren van verdere verbeteringen in hun risicobeheersing.

Vervolg

De AFM houdt doorlopend toezicht op het verbod op benchmarkmanipulatie. Waar nodig zal zij op periodieke basis een aantal instellingen benaderen met het verzoek om het self-assessment aan of in te vullen.