RaboResearch: ‘Huurders ervaren meer geldzorgen dan huiseigenaren’

16 september 2021 Banken.nl 3 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

In vergelijking met huiseigenaren hebben huurders – zowel in de gereguleerde als vrije huursector – meer moeite om de financiële eindjes aan elkaar te knopen. Huurders geven twee keer zo vaak aan dat zij hun spaargeld moeten aanslaan om de vaste lasten of dagelijkse uitgaven te kunnen betalen.

Dat blijkt uit onderzoek van Rabobank. De onderzoeksafdeling van de bank (RaboResearch) voerde in april 2021 een enquête uit onder 1.447 zelfstandig wonende Nederlanders tussen de 20 en 70. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat huiseigenaren in de afgelopen twaalf maanden anderhalf keer zo vaak als alle huurders geld overhouden aan het einde van de maand. Huurders staan – in vergelijking met huiseigenaren – juist twee en een half keer zo vaak rood vanwege geldgebrek en betalen daardoor vier en een half keer zo vaak een rekening te laat.

Volgens Rabobank-econoom Nic Vrieselaar hebben huurders niet alleen meer moeite om rond te komen, ze zijn ook pessimistischer over hun financiën voor het jaar daarna. Vrieselaar wijst erop dat huurders in het onderzoek dan ook vaker aangeven dat zij zich zorgen maken over geld.

Roodstand en te laat betaalde rekeningen komen vaker voor bij huurders dan huiseigenaren

Meer ‘voordelige’ opties voor huiseigenaren

De onderzoekers leggen uit dat de uitkomsten van het onderzoek te maken kunnen hebben met de verhouding tussen de huren en inkomens in Nederland. “Een causale relatie tussen de hoogte van huren en financiële kwetsbaarheid is met dit onderzoek lastig vast te stellen”, legt Vrieselaar uit. “Maar we weten uit CBS-cijfers wel dat huurders gemiddeld een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten.”

Tevens speelt mee dat de huurprijzen vrijwel elk jaar stijgen. Uiteraard is het ook mogelijk dat de lasten van huiseigenaren toenemen, echter geven huurders in de enquête veel vaker aan dat hun uitgaven aan huur het afgelopen jaar zijn gestegen. Huiseigenaren stellen juist vaker dat hun kosten dalen.

“Dit hangt in het onderzoek onder meer samen met extra aflossen op de hypotheek en het oversluiten naar een hypotheek met een lagere rente”, legt Vrieselaar uit. “Huurders hebben dergelijke mogelijkheden om hun woonlasten te verlagen niet, terwijl een eigen woning voor een groeiende groep uit zicht raakt door de stijgende huizenprijzen.”

Stijging van 26% in twee jaar tijd

En die huizenprijzen stijgen behoorlijk. Onderzoekers van de bank stellen dat de huizenprijzen gemiddeld met 14,4% gestegen zijn in 2021. Tevens blijkt uit het Kwartaalbericht Woningmarkt van de bank dat de economen verwachten dat de prijsgroei volgend jaar verder stijgt met 11,5%. Al met al komt dat neer op een stijging van circa 26% in twee jaar tijd; wat wederom neerkomt op een gemiddelde prijsstijging van €90.000 per huis.

In hun juniraming gingen de Rabo-economen nog uit van een stijging van 11% in 2021 en 4,6% voor 2022. Volgens Rabo-Woningmarkteconoom Stefan Groot zijn de huizenprijsstijgingen behoorlijk versneld. “De Nederlandse economie herstelt sneller dan verwacht van de coronacrisis en zijn de vooruitzichten voor de werkloosheid afgelopen maanden verder verbeterd. Ook voorzien we dat de kapitaalmarktrentes langer laag zullen blijven dan waar we in juni van uitgingen.”

“Voor starters is dit een sombere boodschap”, gaat Groot verder. Hij rekent voor dat een stijging van 90.000 zelfs bij de huidige lage rente betekent dat een koper die dit bedrag hypothecair financiert dertig jaar lang zo’n €300 hogere bruto maandlasten heeft. “Zo werkt het op een iets later moment kunnen kopen van een huis dus decennialang door op de financiële ruimte die huishoudens hebben nadat de vaste laten zijn betaald.”