InsingerGilissen gaat eigen slavernijverleden onderzoeken

24 juni 2020 Banken.nl 2 min. leestijd

Private bank InsingerGilissen geeft aan onderzoek te willen laten doen naar het eigen slavernijverleden. Historica Karin Lurvink heeft het balletje aan het rollen gebracht, nadat uit onderzoek zou zijn gebleken dat rechtsvoorganger Insinger Co. in 1863 – toen Nederland de slavernij formeel afschafte – zo’n 1.500 slaven bezat.

Grote bedrijven moeten momenteel op eieren lopen in de verhitte internationale discussie over racisme, discriminatie en slavernij. Een onhandige misstap kan al snel leiden tot een oproep tot een boycot, tenzij je de WK Voetbal-organisatie uit Qatar bent. Begrijpelijkerwijs geven bedrijven om het hardst aan dat ze tegen racisme zijn, want zelfs zwijgen kan al consequenties hebben. PR-afdelingen draaien overuren om alle valkuilen in deze netelige discussie te omzeilen. 

Diepe wortels

Veel banken en verzekeraars gaan ver terug in het verleden. Is het niet onder hun huidige naam, dan wel via één en vaak via meerdere rechtsvoorgangers. Zo ook private bank InsingerGilissen, dat enkele jaren terug ontstond na een fusie tussen Insinger de Beaufort en Theodoor Gilissen. Één van de rechtsvoorgangers van deze ogenschijnlijk jonge bank is Insinger Co., een financiële instelling die teruggaat tot 1779.  

Insinger Co. had voornamelijk leningen op de balans staan, onder meer verstrekt aan Caribische plantage-eigenaren. Historica Karin Lurvink deed onderzoek in de archieven van de bank en stelt dat deze ook mensen op de balans had staan, meer specifiek zwarte slaven. Toen Nederland in 1863 de slavernij formeel afschafte waren dat er volgens Lurvink zo’n 1.500. Niemand minder dan Albrecht Frederik Insinger betoogde destijds in de Tweede Kamer dat er compensatie moest volgen voor de financiële schade. Die kwam er, namelijk ƒ300 per slaaf. 

Wat er nu precies van waar is, dat is wat InsingerGilissen wil gaan onderzoeken. Al is het betoog van Insinger zelf in 1863 natuurlijk een veeg teken. “Het Nederlandse slavernijverleden is te betreuren, net als het feit dat voorgangers van InsingerGilissen daar mogelijk bij betrokken zijn geweest. Wij starten een eigen onderzoek om na te gaan wat de betrokkenheid nu precies is geweest om het bewustzijn onder collega’s te vergroten en volledig transparant te zijn naar onze belanghebbenden.”

Het is niet direct aannemelijk dat het onderzoek gaat leiden tot het uitkeren van herstelbetalingen. In de eerste plaats zal het een heidens karwei worden om in detail uit te zoeken om wie het exact ging, daarbij hadden toenmalige slaven nu niet direct een paspoort met BSN-nummer. Ten tweede moet er een claim komen van een benadeelde partij. Mocht die er al zijn, dan is die zich vermoedelijk in geen velden of wegen bewust van dat feit. InsingerGilissen geeft aan dat de uitkomsten eerst bedoeld zijn voor intern gebruik, alvorens eventueel over te gaan tot publiek making.