Waarom ABN AMRO geen Triodos Bank moet worden

08 mei 2014 Banken.nl 3 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Er woedt een debat over het onlangs door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) gepubliceerde concept Maatschappelijk Statuut. De eerste reacties vanuit ‘de maatschappij’ zijn niet onverdeeld positief, het zou niet streng genoeg zijn. Maar wordt in dit debat wel de juiste partij  aangesproken? Moet de NVB een ‘strenger’ Maatschappelijk Statuut voor alle banken opstellen of ligt de bal bij de banken zelf? En is strenger zijn dan de oplossing? Richard Kooloos, Hoofd Duurzame Ontwikkeling bij ABN AMRO, geeft zijn visie.

Wat een niche bank past, past dus lang niet altijd bij een grootbank

Elke bank heeft z'n eigen DNA met z'n eigen type klanten, z'n eigen maatschappelijke verantwoordelijkheden en z’n eigen impact. Niche banken zijn bijvoorbeeld heel selectief in wie er klant kan/mag worden, terwijl grootbanken juist brede groepen klanten bedienen. Dat betekent dus ook dat grootbanken op een andere manier moeten werken aan een duurzame samenleving dan niche banken. Een niche bank die zich alleen richt op zeer duurzame klanten heeft een andere maatschappelijke taak dan een grootbank: de eerste kan een voortrekker zijn in het financieren van bijzondere duurzame initiatieven, terwijl de tweede kan zorgen voor opschaling van die initiatieven. Triodos Bank financiert kleine windmolenparken en wij hele grote. Ieder speelt dus zijn eigen rol. Toch vinden de maatschappelijke organisaties achter de Eerlijke Bankenwijzer dat wij hetzelfde moeten doen als Triodos Bank. Dat lijkt misschien logisch vanuit hun belang, maar dat is het niet.

Richard Kooloos - ABN AMRO

Ook duurzaam bankieren is balans vinden

Bankieren is in essentie altijd een goede balans vinden tussen verschillende belangen: de spaarder wil de hoogste rente, maar de huizenkoper die een hypotheek zoekt juist de laagste. De klant (zakelijk of privé) wil strikte vertrouwelijkheid terwijl anderen volledige transparantie willen. Een niche bank die alleen de meest duurzame bedrijven als klant accepteert, sluit dus andere bedrijven buiten. Zij houdt het spaargeld van haar particuliere spaarders liever binnen dan het uit te lenen aan bedrijven die niet aan haar strikte (bovenwettelijke) duurzaamheidseisen voldoen. Dat is een duidelijke keuze die zeer goed te verdedigen is vanuit het karakter (het DNA) van die bank. Het is wat de klanten van deze duurzame bank verwachten. Een maatschappelijke oproep aan een dergelijke bank om het geld uit te lenen aan iets minder duurzame bedrijven, omdat de economie dat nodigt heeft, brengt die bank in conflict met zichzelf en haar klanten. Twee maatschappelijke taken botsen dan met elkaar. Die bank moet dan in overleg met haar stakeholders op zoek naar een nieuwe balans.

Maximaal duurzame bank soms maatschappelijk ongewenst

Bij ons vindt ook iets dergelijks plaats, maar dan andersom. Een aantal maatschappelijke organisaties vindt dat de grootbanken bepaalde delen van de economie niet meer moeten financieren. De reguliere veehouderij bijvoorbeeld, de chemie of niet zo energiezuinige huizen. Het hanteren van strikte ondergrenzen en het stimuleren en faciliteren van deze klanten om zich te verbeteren gaat hen niet snel en niet ver genoeg. Het uitsluiten van grote groepen klanten is niet de richting die wij als grootbank op moeten. Als wij bijvoorbeeld alleen nog maar zeer energiezuinige huizen zouden financieren, zakt de huizenmarkt acuut weer in elkaar. Iedereen zonder A-label woning zal dan een extra verlies op z’n woning moeten incasseren. Wat een niche bank past, past dus lang niet altijd bij een grootbank. Wat past ons als duurzame bank dan wel? Wij moeten met al onze klanten kleine stappen vooruit zetten. Onze kracht zit in de grote getallen. Als we te snel gaan verliezen we onze klanten en als we te langzaam gaan verliezen we onze toekomst. Het is een precaire balans. Hoe kunnen we dan toch versnellen?

Het glas is altijd vol

Door beter samen te werken met al onze stakeholders kunnen we het tempo verhogen. Dan kunnen we samen tot nieuwe inzichten komen en vanuit een nieuw denkraam gaan werken. Zo kunnen we meer bijdragen aan een betere wereld. William McDonough zei het al: "Het glas is niet half vol of half leeg, het glas is altijd helemaal vol: met water en lucht."