Challenger banken UK presteren goed, maar KPMG voorziet flinke uitdagingen

09 november 2017 Banken.nl 12 min. leestijd
Profiel

Het gaat in de UK goed met de zogenaamde ‘challenger banken’, oftewel de bancaire instellingen die niet tot de Big Five behoren. De financiële prestaties gaan vooruit en door slim gebruik te maken van nieuwe technologieën weten ze veel voordelen te behalen ten opzichte van de traditionele grootbanken. Wel hebben de challengers te maken met diverse uitdagingen, onder meer op het gebied van kapitaaleisen, de naleving van regulering en snelle veranderingen binnen de branche. Zo blijkt uit recent onderzoek van KPMG.

De bankensector is al enige jaren volop in beweging. De financiële branche telt naast de traditionele grootbanken de laatste jaren steeds meer nieuwe en innovatieve spelers. Door gebruik te maken van nieuwe verdienmodellen en vol in te zetten op technologie, weten zij vaak voor marktdisruptie te zorgen. In de UK worden deze nieuwe marktbetreders ook wel aangeduid als ‘challenger banken’. Sinds enkele jaren doet KPMG jaarlijks onderzoek naar de ontwikkeling van deze spelers binnen de Britse markt. De resultaten zijn gebundeld in het rapport ‘Framing New Futures: Challenger banking report 2017’.

Het eerste waar men volgens de onderzoekers tegenaan liep, was om met een bevredigende benaming te komen voor de zeer gevarieerde groep die negatief gedefinieerd kan worden als ‘niet behorend tot de Big Five van Britse banken’ – oftewel een andere speler dan Barclays, HSBC Holdings, Lloyds Banking Group, The Royal Bank of Scotland Group en Santander UK. Ze merken op dat de term challenger bank in toenemende mate tekort lijkt te schieten en een grove generalisatie van de werkelijkheid vormt. Bij gebrek aan beter is echter toch gekozen het begrip in deze editie van het onderzoek te handhaven.

Challenger banken zijn alle Britse banken die niet tot de Big Five behoren

Financiële prestaties

Het gaat in de UK goed met de sector voor challengers, waarbij de kleinere spelers vooroplopen met 23,6% rendement op het materieel eigen vermogen in 2016 (voor belasting), een stijging ten opzichte van de 20,5% in 2015. Bij de grotere spelers ligt deze met 11,5% een stuk lager, maar ook hier nam het rendement toe (8,6% in 2015). Dat dit nog altijd prima cijfers zijn, blijkt wanneer ze worden afgezet tegen het gemiddelde van 4,4% dat de Big Five realiseren.

Een cruciale factor voor het verbeterde rendement onder de kleinere challengers zit in het terugbrengen van de vaste bedrijfslasten. Hierdoor is de gemiddelde efficiëntieratio van de kleinere challengers de afgelopen jaren flink verbeterd, van 66% in het fiscale jaar 2014 (FY2014) tot 58,8 in FY2015 en 40% in FY2016. Ze werden hierbij geholpen door het feit dat ze vaak werken op basis van schaalbare en flexibele platforms en niet te maken hebben met de hoge kosten van branchenetwerken en (veel onderhoud eisende) verouderde IT-systemen.

Zowel de challengers als de Big Five wisten in 2016 hun marges in stand te houden ondanks dat de Bank of England in augustus 2016 de basisrente verlaagde naar 0,25%. Ook de kapitaalratio’s bij challengers blijven sterk. Kleine challengers verhoogden hun gemiddelde CET1 ratio van 14,4% in 2015 tot 15,5% in 2016, terwijl de grote challengers wel een daling beleefden, van 16,6% in 2015 naar 14,8% in 2016. De onderzoekers merken op dat een aanzienlijk deel van de challengers financieel gezien inmiddels zelfvoorzienend is.

Brexit

De in het vooruitzicht liggende Brexit heeft volgens de onderzoekers nog geen zichtbare (negatieve) gevolgen gehad voor de bedrijfsresultaten van de Britse challengers. Dit terwijl de gemiddelde beurswaarde eind juni 2016, vlak na het referendum, wel was gedaald met maar liefst 22% ten opzichte van H1 van dat jaar. De challengers begeven zich allen vrijwel uitsluitend op de Britse markt en investeerders vreesden mede door de Brexit een terugval in de groei van de sector.

Challenger banken zijn alle Britse banken die niet tot de Big Five behoren

Voorlopig is hier volgens de onderzoekers echter weinig van te merken. Zo groeide de totale balanswaarde van kleine challengers sinds 2015 met £8,6 miljard, oftewel 22,5%. De grote challengers groeiden met 7,8% een stuk minder snel, maar van krimp is vooralsnog dus geenszins sprake. KPMG merkt wel op dat de challengers en hun investeerders zich momenteel zullen afvragen hoe ze hun groei en kredietwaardigheid in stand kunnen houden indien de voortzetting van de Brexit wel zorgt voor een krimpende Britse economie.

Regulering

Terwijl de challengers op veel vlakken een streepje voor hebben op de traditionele banken van de Big Five, geldt dit niet voor de kredieteisen die aan banken worden gesteld. Terwijl de meeste challengers gebruik moeten maken van de gestandaardiseerde methode voor het berekenen van de kapitaaleisen omtrent kredietrisico’s, hanteren de Big Five en sommige grotere challengers de IRB-benadering, die doorgaans leidt tot minder hoge kapitaaleisen. Veel jongere banken missen de vereiste gegevens om een robuust eigen IRB-berekeningsmodel te ontwikkelen. De Britse toezichthouder PRA heeft de laatste tijd wel stappen ondernomen om dit makkelijker te maken, maar de onderzoekers vinden het nog te vroeg om te zien of dit resultaat sorteert.

Bovendien merken ze op dat de stap naar een IRB-model wellicht minder aantrekkelijk wordt dan deze in het verleden was. Hierbij wordt verwezen naar de bestaande onenigheid over de vast te stellen kredieteisen voor de komende jaren, zoals deze wordt gedicteerd door de zogenaamde Basel-wetgeving. Hierbij wordt met name gesteggeld over de toepassing van een kapitaalvloer en de omslag naar een enkele gestandaardiseerde benadering van het operationele risico voor banken.

Desalniettemin stelt KPMG dat challengers en gevestigde banken er niet aan ontkomen zich voor te bereiden op de aankomende veranderingen in wet- en regelgeving. Zo komen er voor gebruikers van de gestandaardiseerde methode voor het berekenen van de kapitaaleisen omtrent kredietrisico’s nieuwe vereisten op het gebied van vastgoedtransacties, waar bepaalde risico’s zwaarder zullen worden gewogen. Ook komen er mogelijk aanpassingen ten aanzien van wanneer gebruik mag worden gemaakt van een IRB-model. “Kort samengevat, moeten challengers tijdens het aanpassen aan een nieuwe regulatieve realiteit omtrent kapitaal optimaal gebruikmaken van hun lichtvoetige wendbaarheid”, aldus de onderzoekers.

Technologie

Veel van de financiële spelers binnen het challenger-segment, en dan met name de FinTechs, leunen grotendeels op vernieuwende technologische oplossingen. Desondanks is de rol van dit soort innovaties nog groeiende. In 2017 zijn klantgerichtheid en kostenbesparingen volgens de onderzoekers de twee belangrijkste doelstellingen voor tech-investeringen bij de challenger banken. Andere belangrijke thema’s zijn artificial intelligence (AI), automatisering en algoritmes, waarbij de grootschalige inzet van data de constante is.

Ook grotere challengers en de Big Five maken steeds meer gebruik van moderne technologie en spiegelen zich in toenemende mate aan digitale banken. Terwijl er veel over een ‘tsunami van verandering’ wordt gesproken, vergelijken de onderzoekers het liever met klimaatverandering, waarbij het waterpeil met een onmerkbaar tempo stijgt zodat je verdrinkt als je stil blijft staan. Anderzijds brengt de verdergaande digitalisering zelf natuurlijk ook extra risico’s met zich mee. De afgelopen jaren is cybersecurity een veelbesproken thema. In de UK vonden cyberaanvallen plaats op onder meer Lloyds, RBS en HSBC. Naarmate de bekendheid van de challengers toeneemt, loopt ook het risico op cyberaanvallen op en dus de noodzaak van goede beveiliging.

De vele veranderingen binnen de sector maken de toekomst voor veel challengers lastig te voorspellen

Een ander actueel onderwerp is het zogenaamde ‘open banking’, waarbij banken van gesloten gehelen transformeren naar open platforms. Terwijl technologie hierin een sleutelrol vervult, is de vraag met name hoe de klanten met deze omslag om zullen gaan. Zullen de nieuwe externe partijen hun vertrouwen winnen en hun overschrijvingen mogen afhandelen? Vele vragen als deze zijn momenteel nog onbeantwoordbaar, maar de onderzoekers durven wel te voorspellen dat de challengers dankzij hun flexibiliteit waarschijnlijk in staat zijn zich sneller aan te passen aan de toegenomen markttransparantie en macht van de klant.

De API’s (application programming interface) die open banking mogelijk maken, dragen ook bij aan de opkomst van ‘bankplatformisering’. De ontwikkeling speelt in op de alomvattende klantbeleving op grote online platforms als Amazon en Apple en past deze toe binnen de financiële dienstverleningssector. Datagedreven techgiganten als Facebook en Google zijn sterk gepositioneerd om een soort van ‘markplaatsbankieren’ te ontwikkelen en introduceren. Het is mogelijk dat challengers zich gedurende dit proces verbinden aan een van deze techbedrijven. Terwijl velen binnen de sector deze platformisering als bedreiging zien, liggen er volgens KPMG kansen voor het oprapen voor wie bereid is samen te werken.

Risco, strategie en klantervaring

Wat betreft het thema van klantgerichtheid, beginnen de onderzoekers door op te merken dat gedrag en cultuur dominante risicofactoren zijn geworden voor de gehele bankensector. Dit is volgens hen goed nieuws voor de challenger banken, waarvan de systemen betrouwbaarder zijn, die weinig last hebben van een lopende leningenportefeuille en er een ‘can-do attitude’ op nahouden wat betreft klantervaring. Hiermee zijn ze volgens KPMG “goed uitgerust om te herdefiniëren hoe risico als deel van de strategie gezien kan worden”.

Een dynamische benadering van risicomanagement, die snellere en gedurfdere beslissingen mogelijk maakt tegen een achtergrond van snel veranderende omstandigheden, levert volgens de onderzoekers altijd concurrentievoordeel op. In de bankenwereld komt daar nog bij dat risico verbonden is met regulatieve gehoorzaamheid en reputatie. Hiervan ondervinden de grote gevestigde banken momenteel de gevolgen. Ze worden in hun handelen nog altijd beperkt door de boetes die ze eerder kregen opgelegd vanwege misdragingen in het verleden. Challengers zijn vrij van deze last en kunnen hun benadering volledig afstemmen op waarneembare kansen in de markt.

Hoewel de challengers ervoor moeten waken dat ze wel op alle vlakken voldoen aan alle gestelde eisen, menen de onderzoekers dat ze voor een positief effect kunnen zorgen binnen de bankcultuur. Dit is een belangrijk onderdeel in het voldoen aan de verwachte gedragsnormen. Hierbij moet het risico omtrent dergelijke normen niet alleen worden ingebed in strategische discussies – wat cruciaal is voor alle banken – maar moet van dit risico ook iets positiefs worden gemaakt. Door goede data-analyse en een ‘risk appetite’ die aansluit bij specifieke doelgroepen, kunnen de challengers het product optimaal afstemmen op de klant. “Iedere bank moet nieuwe producten evalueren op het gebied van risico en de klantreizen optimaliseren met heldere uitvoerende aansprakelijkheid”, aldus de onderzoekers.

Quote Fernidand Veerman

Voor de toekomst wijst KPMG op de regulatieve onzekerheid die ontstaat vanwege de ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden binnen de branche: “Het platformmodel, open banking en het gebruik van ‘derde partij’-systemen zou onvoorziene handelingsrisico’s met zich mee kunnen brengen die geheel niet binnen de controle van het eigen bestuur van een challenger vallen”, wordt gesteld in het rapport. Wellicht zijn de nieuwste innovaties de door problemen geplaagde en verouderde systemen van de toekomst.

Vooruitzichten

De onderzoekers voorzien voor veel van de challengers organische groei in de komende periode. Tegelijkertijd verwachten zij een toename in de dealactiviteit, zowel in de vorm van overnames en fusies als via lossere partnerships en het delen van platforms. Op termijn zal men volgens Ferdinand Veenman, partner bij KPMG en voorzitter van de afdeling Financial Services, rekening moeten houden met grootscheepse consolidatie binnen de bancaire dienstverleningsbranche: “Het aantal challenger banken en hun diversiteit zal in hoog tempo toenemen. Uiteindelijk zullen niet alle banken erin slagen om verder te groeien. Een markt die zo divers is en overstroomd wordt door aanbieders heeft uiteindelijk tot gevolg dat consolidatie niet te voorkomen is.”

Het is volgens de onderzoekers dan ook zeker niet ondenkbaar dat een aantal van de challenger banken de komende jaren niet zal overleven. Op basis van de eigen ervaring die KPMG heeft met de challenger banken, doen ze de voorspelling dat de uiteindelijke winnaars zich zullen onderscheiden met creativiteit en aanpassingsvermogen, “zoals in elk evolutionair systeem”.