Ginsel en Buijink over kansen en uitdagingen FinTech

23 januari 2017 Banken.nl 5 min. leestijd

Nieuwe technologieën bieden kansen voor financiële producten en dienstverlening dichter bij de klant. Bestaande financiële instellingen, FinTech- en BigTech-partijen zoeken daarbij naar hun eigen rol. Een gesprek met Chris Buijink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), en Don Ginsel, founder Holland FinTech, over de kansen en uitdagingen. ‘Er is maar één weg en dat is de weg van de verandering.’

Blockchain, advanced analytics, Internet of Things, mobile, kunstmatige intelligentie, robotica, cloud computing, biometrie: het is slechts het begin van de aardverschuiving die nieuwe technologieën veroorzaken in de bancaire wereld. De klant komt steeds meer nieuwe technologiegedreven oplossingen tegen. Deels via de vertrouwde, bekende merken die aan de achterkant gaan samenwerken en deels via nieuwe FinTech- en BigTech- partijen.

Zo komen diverse banken met oplossingen voor peer-to-peer-betalingen; neem Sjaak van SNS of Tikkie van ABN AMRO. Maar ook nieuwkomers als Bunq en Knab melden zich. En snelle groeiers: het Nederlandse FinTech-bedrijf Ayden ontwikkelde sinds de oprichting in 2006 talrijke betalingsmethoden voor grote klanten als Netflix, KLM en Vodafone.

Fintech

New kids on the block
De sterkste ontwikkelingen verwacht Ginsel in personal finance. ‘Beleggen, verzekeren, pensioenen en het beheren van geld zullen steeds meer bij elkaar worden gebracht in een integraal systeem.’ Ook verwacht hij steeds meer producten waarbij de mogelijkheden van BigTech-organisaties als Apple, Google en Facebook worden benut. ‘Zij zijn in staat om heel dicht bij de informatiebehoefte en het bedieningsgemak van de klant te komen.’

Buijink is daarbij overtuigd van de kracht van samenwerking. ‘De interactie tussen banken, FinTech en BigTech levert veel inspiratie op. In een open ecosysteem komen gevestigde spelers zelf tot nieuwe ontwikkelingen of gaan daarvoor in zee met de new kids on the block.’ Ginsel voorziet steeds meer experimenten die vooruitlopen op de Europese wetgeving Payment Services Directive (PSD2).

Deze geeft vanaf 2018 meer partijen toegang tot rekeninggegevens van klanten. Nieuwe spelers kunnen nu een rol pakken buiten de strikte regulering waaraan banken en andere financiële instellingen zijn onderworpen. Als voorbeeld noemt hij Apple Pay, dat samen met creditmaatschappijen een betaaloplossing biedt die buiten het toezichtsregime van banken valt. ‘Zij hebben de vrije hand om met data om te gaan op een manier die andere partijen niet is toegestaan. Het is de vraag of dat wenselijk is. Daar moeten we een oplossing voor vinden, zodat we een stabiel level playing field creëren.’

Waarde borgen

Het gevaar is dat striktere Europese of nationale regelgeving innovatie smoort en de Nederlandse partijen op achterstand zet ten opzichte van internationale spelers. Ginsel: ‘Het is belangrijk risk en reward in één hand te brengen. Als je een beschermingsmuur optrekt, moet je dat wel doen vanuit een breed economisch perspectief.’

‘Het borgen van de privacy vormt een uitdaging’, erkent ook Buijink. ‘Die discussie moeten we als samenleving durven en willen voeren.’ Hij refereert aan een Amerikaans rapport over Big Data met de veelzeggende titel Seizing opportunities, preserving values. Dat moet ook in Europa de centrale gedachte worden, meent hij. ‘We moeten staan voor onze waarden, maar tegelijkertijd ook voor vernieuwende en versterkende samenwerking. En dan gaat het niet om de fun van techniek, maar om het komen tot diensten waar klanten beter van worden. Waarden borgen, kansen grijpen.’

Innovatiemachine

Juist omdat privacyvragen onherroepelijk opkomen wanneer banken gaan samenwerken met nieuwe spelers, juicht Buijink het toe dat De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zich proactief opstellen en op zoek zijn naar manieren om een omgeving te faciliteren die ruimte biedt aan nieuwe activiteiten. Ginsel wijst erop dat Engeland met nog meer economisch mandaat voor de toezichthouders vooroploopt, maar dat Nederland in Europa goed presteert. ‘Ik verwacht vanuit het buitenland dan ook grote interesse voor onze FinTech- en financiële dienstverlening.’

Dit optimisme deelt Buijink. ‘Amsterdam en Brainport Eindhoven staan al stevig op de kaart als innovatiemachine. Met elkaar kunnen we Nederland maken tot de best place to be, to work, to invest, to innovate. Hoe beter de gevestigde instellingen worden in het benutten van de mogelijkheden van het werken in een open innovatieklimaat, hoe beter dat is voor de instellingen zelf én voor de klanten.’

Grensoverschrijdend

Hoe het geldverkeer er in de toekomst gaat uitzien, hangt voor een belangrijk deel af van de ruimte die monetaire autoriteiten gaan bieden, stelt Ginsel. Een technologisch veelbelovende technologie als Bitcoin is op dit moment voor de monetaire autoriteiten geen acceptabele oplossing. Hij verwacht meer van dit soort experimenten voor makkelijke en goedkope oplossingen voor het internationaal betalingsverkeer. ‘Juist vanwege die grensoverschrijdende bewegingen is het zo belangrijk dat we in 2017 verdere stappen zetten in de voltooiing van de Europese bankenunie’, reageert Buijink. ‘Een Europese financiële ruimte biedt het kader voor diversiteit in bankenland. De Europese Commissie heeft onlangs een interne Task Force financiële technologie opgericht om de innovatie kansen op dit gebied te benutten. Dit is belangrijk om de vruchten te kunnen plukken die digitalisering biedt aan bedrijven, ondernemers en klanten.’

Dit artikel is eerder geplaatst in Bank | Wereld (2016, NR 4), het kwartaalblad van de Nederlandse Vereniging van Banken.