Het depositogarantiestelsel is onderdeel van de Wet op het financieel toezicht en is een garantie voor consumenten en kleine bedrijven. Deze garantie houdt in dat consumenten hun tegoeden op hun betaal- en spaarrekeningen terugkrijgen indien hun bank failliet gaat. Als de desbetreffende bank en het product van deze bank onder het depositogarantiestelsel vallen krijgt de klant tot van maximum van € 100.000 per rekeninghouder terug.
Het depositogarantiestelsel geldt niet voor tegoeden van kapitaalverzekeringen, lijfrenten, pensioenen. De garantie is wel van toepassing op de tegoeden van banksparen.
Zowel Nederlandse als buitenlandse banken met een vergunning van DNB zijn verplicht deel te nemen aan het depositogarantiestelsel. Alle lidstaten van de Europese Unie kennen een vorm van een depositogarantiestelsel. Nederlandse vestigingen van banken uit de Europese Unie die geen DNB-vergunning hebben vallen onder depositogarantiestelsel van het land van herkomst.
Een depositogarantiestelsel beschermt de consument en is bedoeld om een bankrun te voorkomen.
Indien een bank failliet gaat dan vergoed DNB, onder de eerder genoemde voorwaarden, de tegoeden van rekeninghouders. Vervolgens verplicht DNB de overige banken in het stelsel om gezamenlijk het totaal verschuldigde bedrag aan DNB over te maken. Medio 2013 is deze vorm van financiering veranderd. Vanaf dan leveren de deelnemende banken periodiek een financiële bijdrage aan het stelsel. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het risico dat een bank loopt. Dit fonds wordt beheerd door een stichting met de naam Stichting depositogarantiefonds.