Sessies KAS Bank en DNB: Houd risico's in de hand

18 april 2014 Banken.nl 4 min. leestijd

Sinds 2009 geeft toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) jaarlijks de thema’s aan waar zij in het komende jaar haar aandacht op zal focussen. Tijdens drie ronde tafel sessies bij KAS BANK bespraken bestuursleden de inhoud en de impact van het thema voor 2014: houd risico’s in de hand.

Inleiding

De sessies werden ingeleid door Ard de Wit (Hoofd Institutional Risk Management) en Geert Jan Kremer (Managing Director Treasury) namens KAS BANK. Ard schetste eerst het toezichtskader en de ontwikkelingen rondom het toezicht. Het toezicht van DNB kan niet los worden gezien van het toezicht vanuit Europa. Als reactie op de crisis is het European System of Financial Supervisors (ESFS) in het leven geroepen, belast met het toezicht op de financiële sector. Het ESFS bestaat feitelijk uit drie toezichthouders: de European Banking Authority (EBA), de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) en de European Securities Markets Authority (ESMA). Deze drie toezichthouders hebben hun toezichtskader vastgelegd in respectievelijk de richtlijnen Basel III, Solvency II en EMIR/UCITS/AIFM. Vanuit Europees toezicht druppelt dit door naar het Nederlandse toezichtskader, maar in toenemende mate werkt Europees toezicht direct door naar lokale markten. Voorbeelden hiervan zijn EMIR en AIFMD.

Het drie pilaren toezicht

Wat de verschillende toezichtskaders gemeen hebben, is de opdeling in drie pilaren:

  1. Capital requirements. Voor pensioenfondsen valt hieronder het (Minimaal) Vereist Eigen Vermogen
  2. Risk Governance. Dit betreft vastlegging van de governance structuur en documentatie, zoals de Abtn (Actuariële en bedrijfstechnische nota) en crisisplannen
  3. Marktdiscipline, reporting and disclosure. In Nederland valt hieronder de jaarverslaglegging, FTK staten en kostentransparantie

Nieuwe regelgeving kan altijd verdeeld worden in deze drie blokken, met toenemende aandacht voor de blokken governance en marktdiscipline. In 2014 heeft DNB bijvoorbeeld de verplichte FTK staten wee verder uitgebreid, waardoor nu alle risicofactoren (de ‘S’jes’) uit het vereist eigen vermogen moeten worden gerapporteerd op kwartaalbasis.

DNB Thema’s 2014 voor pensioenfondsen

Voor Nederlandse pensioenfondsen gelden in 2014 vijf specifieke toezichtthema’s:

  1. Houdbaarheid bedrijfsmodel
  2. Liquiditeiten in periode van stress
  3. Rente- en marktrisico
  4. Wet versterking bestuur pensioenfondsen
  5. Nieuw FTK

De bestuursleden discussieerden onder andere over het onderdeel rente- en marktrisico. Wat verwacht DNB van pensioenfondsen op dit vlak en hoe kan daar concreet aan worden voldaan? Vastlegging, monitoren en evalueren van rente (en markt) beleid vormen de kern van de beheersing. Een concreet monitoring voorbeeld is de nieuwe renterisicorapportage die is ontwikkeld naar aanleiding van de Sectorbrief renterisico van DNB uit 2013.

EMIR en liquiditeitsrisico

Geert Jan Kremer behandelde de gevolgen van EMIR voor het liquiditeitsrisico en mogelijke oplossingen. Basel III heeft weliswaar betrekking op bankentoezicht, maar heeft eveneens gevolgen voor pensioenfondsen. Banken zijn de tegenpartijen van pensioenfondsen voor OTC derivatentransacties. Banken zijn niet uitgesloten van de central clearing verplichting voor derivaten onder EMIR. Het kapitaal- en liquiditeitenbeslag dat banken vanuit EMIR krijgen zullen zij doorberekenen aan hun klanten en dat terwijl pensioenfondsen over het algemeen voldoende liquiditeit beschikbaar hebben. Voor pensioenfondsen wordt het daardoor onvoordelig om in OTC derivaten als swaps te blijven handelen. De verwachting is, dat ondanks hun vrijstelling van de clearingverplichting tot 16 augustus 2015, pensioenfondsen daardoor eerder zullen overstappen op centraal geclearde OTC swaps.

Centrale clearing heeft echter wel invloed op het liquiditeitsrisico dat pensioenfondsen lopen. Tot op heden mogen pensioenfondsen onderpand altijd storten in de vorm van obligaties. Bij central clearing mag initial margin wel gestort worden in de vorm van obligaties, maar moet de (intra) dagelijkse winst/verlies (variation margin) in geld worden voldaan.

De verschillende mogelijkheden en bronnen van liquiditeiten, zoals repo’s, en de informatievoorziening daarover, werden daarna uitgebreid besproken. De mogelijke liquiditeitsrisico’s zijn overigens afhankelijk van de hoogte van de renteafdekking, of te wel het gebruik van rentederivaten. De mogelijke impact hiervan is al in te schatten, en de mogelijke acties ook. Pensioenfondsen moeten dus niet tot het laatste moment wachten dat EMIR central clearing verplicht stelt, maar aantoonbaar in control zijn.