Nederland in mondiale top van landen met hoogste pensioenen

26 april 2018 Banken.nl

Nederland bezet de zesde plaats op de ranglijst van landen met de grootste pensioenreserves. In totaal bedraagt het Nederlandse pensioenkapitaal ~$ 1,6 biljoen. Daarmee staat Nederland voor veel grotere economieën als Duitsland, Frankrijk en Italië. Afgezet tegen het bbp is Nederland zelfs afgetekend koploper.

De cijfer komen naar voren uit een jaarlijks terugkerend onderzoek van consultancy firma Willis Towers Watson naar de 22 belangrijkste pensioenmarkten. De grootste pensioenmarkten hebben de snelste groei gekend sinds tien jaar. Het mag geen verrassing zijn dat het land met ‘s werelds grootste economie ook de grootste pensioenvermogens heeft. Burgers van de Verenigde Staten beschikken gezamenlijk over $25 biljoen voor later. Dat is 131% van het bruto binnenlands product (bbp).

Vanaf de VS is het enorme stap naar de nummer 2 op de lijst, het Verenigd Koninkrijk (~$3,1 biljoen). De top 5 wordt verder gecompleteerd door Japan (~$3,0 biljoen), Australië (~$1,9 biljoen). Opvallend zijn wel de grote verschillen die soms ontstaan wanneer het pensioenkapitaal vergeleken wordt met het bbp. Japan scoort vanwege zijn grote economie dan ineens een stuk slechter, met 66%. Het VK (121%), Australië (138) en Canada (108%) doen het wat dat betreft een stuk beter.

Nederland is het eerste Europese land in de ranglijst met $1,6 biljoen. Dat is best bijzonder te noemen, kijkend naar de grootte van de Nederlandse economie. Daarmee staat het ruim voor economisch sterke landen als Zwitserland ($906 miljard), Duitsland ($472 miljard) en China ($177 miljard). Spanje sluit de rijen van de 22 beste pensioenlanden, met $44 miljard.

Institutioneel pensioenkapitaal wereldwijd

Nederland

Het vermogen van Nederlandse pensioenfondsen is de afgelopen tien jaar gestaag gegroeid, met gemiddeld 4,2% per jaar (gemeten in $). “Het groeicijfer is gelijk aan het wereldwijde gemiddelde en ligt dicht in de buurt van rendementen op aandelen en obligaties in diezelfde periode”, zegt Jacco Heemskerk, Head of Investment bij Willis Towers Watson.

Zoals al eerder aangestipt is de hoge positie van Nederland bijzonder te noemen. Nederland heeft afgetekend de hoogste assets/gdp ratio, met 194%. De andere landen staan niet op de foto. Het is volgens Heemskerk positief dat Nederland haar pensioenbeleggingen als percentage van het bbp heeft zien stijgen. “Het is bemoedigend dat we kunnen terugkijken op een lange periode van groei in de Nederlandse pensioenmarkt.”,Hij plaatst wel de kanttekening dat de sterke resultaten van de afgelopen twee jaar het gevolg zijn van een ongebruikelijk hoog marktrendement.

Pensioenkapitaal per land

Nederland behoort bovendien tot de kopgroep in het gebruik van toegezegde pensioenregelingen (defined benefit, DB). Met 94% hoeft Nederland enkel Japan (95%) en het VK (96%) nipt voor zich te dulden.

Conservatief beleggen

In vergelijking met andere landen laat het onderzoek van Willis Towers Watson aan dat Nederlandse pensioenfondsen relatief conservatief beleggen. Zo’n 50% van de beleggingen wordt gestopt in obligaties. Daarmee ligt Nederland ruim boven het gemiddelde van de 22 onderzochte landen, dat ligt op 27%. Slechts Japan belegt nog meer in obligaties (56%). “Zekerheid heeft een prijs. Het grote aandeel beleggingen in obligaties en de terughoudendheid van de Nederlandse pensioensector bij het investeren in alternatieve beleggingscategorieën vertaalt zich in naar verwachting lagere koopkracht”, legt Heemskerk uit.

Hoe beleggen pensioenfondsen?

Volgens het onderzoek wordt steeds meer belegd in alternatieve beleggingscategorieën zoals vastgoed, niet-beursgenoteerde aandelen, hypotheken en infrastructuur. Als percentage van de totale beleggingen is deze categorie gegroeid van 4% in 1997 naar 20% in 2017. Beleggers lijken het rendementspotentieel van deze categorieën te kunnen waarderen en accepteren de grotere complexiteit. Ons land vormt hierbij een uitzondering: in tegenstelling tot wereldwijde markten daalde het aandeel alternatieve beleggingen in Nederland juist van 18% in 2007 tot de huidige 17%.

Buitenlandse beleggingen

Buiten het eigen land beleggen is ten slotte een opvallende conclusie van de onderzoekers. Dat komt door toename van mondiale spreiding van beleggingen en door indexbeleggen. Dat gaat in tegen de maatschappelijke wens om juist meer in eigen land te beleggen. In 1998 werd wereldwijd nog 69% van het vermogen in lokale valuta belegd. In 2017 is dit gezakt naar 41%. Canada, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk laten de laagste percentages zien. In de Verenigde Staten wordt het grootste percentage in eigen land belegd. “Diversificatie en gedegen risicomanagement blijven belangrijk voor pensioenfondsen”, zegt Heemskerk.

Kijkend naar de toekomst wijzen de onderzoekers op complexe uitdagingen voor de pensioenfondsen. Met name de ontwikkelingen op het gebied van verantwoord beleggen, duurzaamheid en lange-termijnbeleggen zullen naar verwachting belangrijk worden. “In korte tijd zijn pensioenfondsen meer aandacht gaan besteden aan duurzaamheidskwesties en zijn ze zich ook bewuster geworden van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daardoor is er meer belangstelling gekomen voor de kwalitatieve onderdelen van het vermogensbeheer zoals cultuur en beleggingsfilosofie”, besluit Heemskerk.

Noorwegen

Om onduidelijke redenen hebben de consultants van Willis Towers Watson Noorwegen niet opgenomen in het onderzoek. Noorwegen huisvest het één na grootste pensioenfonds ter wereld, het ‘Statens pensjonsfond Utland’, ofwel het Staatspensioenfonds. Noorwegen beschikt over rijke olievelden en alle oliebaten die het land verdient worden door de Noren in dit fonds gestopt. Dit fonds (dat ook wel het Oliefonds genoemd wordt) alleen al telt ~$900 miljard. Daarmee zou het in de ranglijst tenminste op de plaats direct onder Nederland terecht komen. En afgezet tegen het Noorse bbp komen de Noren misschien nog wel hoger uit dan Nederland met 194%.