Nieuw bonusregime voor banken leidt tot onvrede bij fintech-bedrijven

12 juli 2019 Banken.nl 3 min. leestijd
Meer nieuws over

Nederlandse fintechs reageren verbolgen over de voorgenomen nieuwe bonusregels voor de financiële sector. Ze vinden het oneerlijk dat ze op dezelfde hoop worden geschoven als banken en andere gevestigde financiële instellingen. Vertegenwoordigers uit de sector vrezen een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese fintechs en uiten hun onvrede hierover in zakenkrant FD.

Het Nederlands kabinet werkt al een tijdje aan nieuwe beloningsregels voor de financiële sector. Dat is volgens minister Hoekstra (Financiën) nodig om te zorgen voor herstel van vertrouwen en het zoveel mogelijk voorkomen van maatschappelijke onrust. Wat dat laatste betreft was 2018 geen bijzonder goed jaar, met onder meer de salariskwesties rond de topmannen van ING en van Van Lanschot. Hoekstra werkt daarom aan een aanscherping van de huidige ‘Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen’ (Wbfo). Tot grote onvrede van de fintech-sector, die eveneens onder de wet valt.   

Onzekere toekomst

De wet lijkt in eerste instantie gericht op grote financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars. Bedrijven met gevestigde namen en een relatief zekere nabije toekomst. Hoe anders is dat in de fintech-hoek. Dit zijn veelal kleine maar innovatieve bedrijven die zich bevinden in de startup- of scaleup-fase. Vanwege die positie hebben ze doorgaans nog geen solide kapitaalpositie en zijn ze vooral afhankelijk van funding. Wat betreft de toekomst kunnen de bomen tot de hemel reiken, zoals bij Adyen, maar het kan evengoed verkeren. Ze slagen er wonderbaarlijk goed in om talentvolle medewerkers aan te trekken, mede vanwege hun doorgaans open en moderne bedrijfscultuur. Topsalarissen kunnen ze nog niet bieden. Wat ze wel kunnen bieden zijn aantrekkelijke bonussen of aandelen. Gaat het goed met het bedrijf, dan profiteren de medewerkers mee. Gaat het minder, dan niet. 

Nu heeft Nederland al één van de strengste beloningsregimes van Europa. Het maximum van een bonus is gesteld op 20% van het vaste salaris. Strenger dan Europese regels voorschrijven. Er zijn uitzonderingen mogelijk, maar Hoekstra stelde vorig jaar nog dat financiële instellingen hier te vaak oneigenlijk gebruik van maken. Die uitzonderingsmogelijkheid gaat dus op de schop. Daarbij wil Hoekstra restricties voor het uitkeren en verzilveren van aandelen. Pas na vijf jaar mogen deze verkocht worden. 

Flexibiliteit is een onderscheidend kenmerk en een belangrijke succesreden van fintechs. Beperking van flexibele beloningen zorgt mogelijk voor een verhoging van de vaste beloning. “Dat zorgt voor grotere risico's voor de onderneming, omdat loonkosten veelal de hoogste kostenpost zijn, hetgeen het bedrijf inflexibel maakt”, stelt Maurice Jongmans, voorzitter van branchevereniging VBIN, tegenover het FD. Daarbij vreest hij een negatieve invloed op het Nederlandse vestigingsklimaat. 

‘Langer dan een carrière’

In het FD komt ook Gaston Aussems aan het woord, directeur van betaaldienstverlener Mollie uit Amsterdam. Met de aanscherping van de Wbfo maakt Hoekstra volgens hem ‘overduidelijk een fout’. “Dat wij als betaalbedrijf onder deze wet vallen, was al verkeerd. Maar tot nu toe hadden we er niet echt last van, omdat wij met onze bonussen niet boven de 20% uitkomen. Maar nu wil hij ook aan het vaste beloningsbeleid tornen, met de minimale termijn dat je aandelen moet aanhouden: vijf jaar. Dat is voor millennials langer dan hun carrière bij één werkgever.”

Fintechs vrezen te moeten boeten voor fouten die grote financiële instellingen in het verleden gemaakt hebben, met de financiële crisis als toonbeeld. Ze zien graag meer maatwerk in plaats van dat alle financiële bedrijven op één hoop geveegd worden. Kijkend naar andere Europese landen is dat zeker geen onmogelijkheid, maar staand beleid.