Ontwikkeling wereldwijde bankensector 1990 tot 2007

31 maart 2015 Banken.nl 2 min. leestijd

Van 1990 tot 2007 groeide de wereldwijde bankensector explosief. Een netwerkanalyse van The Bank of England laat zien dat de verbondenheid tussen verschillende bankencentra enorm toenam. Opvallend is ook de relatief centrale positie van de Nederlandse bankensector in 1990 en 2007. De grote wereldwijde verbondenheid zorgde voor een snelle verspreiding van de crisis in 2008.

Vorige week gaf Andy Haldane, Chief Economist van The Bank of England, een speech over de complexiteit van de financiële systemen in de wereld. Ter illustratie liet hij twee netwerkanalyses zien van de wereldwijde bankensector, een uit 1990 en een uit 2007, het jaar voor de financiële crisis. 

1990

2007

UK meest verbonden
In 1990 zien we dat het Verenigd Koninkrijk de meeste connecties heeft met andere landen. Connecties worden weergegeven door de grijze pijlen tussen verschillende landen. Frankrijk, Duitsland, Italië, Zwitserland, Nederland en België beslaan een ander groot deel van de connecties. De Verenigde Staten is hier nog erg klein in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk. Alleen Japan vertegenwoordigt hier de Aziatische landen.  

In 2007 was Verenigd Koninkrijk nog steeds het meest verbonden bankenland, maar stond de Verenigde Staten inmiddels op de tweede plek. Over het algemeen zien we een veel dichter netwerk van onderlinge connecties en zien we dat de Aziatische landen steeds verder opkomen. Opvallende groeiers zijn Hong Kong, Zuid Korea en Singapore. Maar ook veel andere bankencentra die nog klein waren in 1990 verschijnen nu veel groter op de kaart, zoals Noorwegen, Portugal en Australië.

Toename complexiteit
De snelle toename aan verbondenheid is overduidelijk en daarmee ook de toegenomen complexiteit van het wereldwijde systeem. Volgens Haldane heeft de enorme toename achteraf bijgedragen aan de snelle verspreiding van de gevolgen van de financiële crisis: “De wereldwijde financiële crisis sprak boekdelen over de kwetsbaarheid van een dergelijk netwerk voor verzwakking, of falen, van de kern van de bankensector. Toen de kernsectoren onder druk kwamen, veroorzaakte dit een significante kettingreactie van wereldwijde interbancaire besmetting. De grootste grensoverschrijdende banken – de “super-verspreiders” – lijken een centrale rol te hebben gespeeld in het aanstichten en verspreiden van deze wereldwijde besmetting.”