Hoge besmettingsgraad hangt samen met afnemend aantal fysieke transacties

08 oktober 2020 Banken.nl 3 min. leestijd
Profiel

In gemeenten die kampen met een hoge coronabesmettingsgraad is een duidelijke daling waarneembaar van het aantal fysieke transacties. Dat was tijdens de intelligente lockdown het geval en ook weer in de laatste weken van september. ABN AMRO concludeert hieruit dat mensen huiverig worden om de deur uit te gaan als het aantal besmettingen weer toeneemt. 

Het onderzoek van ABN AMRO maakt het er voor het kabinet niet makkelijker op om beleid te ontwikkelen dat recht doet aan de zorgen van iedereen. Kiest men voor een lockdown, dan is de acute economische schade enorm. Binnen de strategie van ‘pompend remmen’ kan het echter wel helpen de situatie in korte tijd opnieuw onder controle te krijgen. Een andere strategie is ‘slepend remmen’, waarbij voor langere tijd maatregelen gelden, die echter wel iets lichter van aard zijn. Het gevaar daarvan is dat lokale coronahaarden soms stevig kunnen oplaaien. En dat leidt meteen tot een daling in het aantal fysieke transacties, zo is gebleken. 

ABN AMRO analyseerde hoogfrequente betaaltransacties van Nederlanders over de afgelopen maanden. Het mag geen verrassing zijn dat in de sectoren die verplicht tijdelijk moesten sluiten – denk aan horeca, kappers of massagesalons – zowel het aantal transacties als de uitgaven daalden. Het gebeurde echter óók in bestedingscategorieën waar bedrijven niet hoefden te sluiten, zoals de supermarkten. 

Een vergelijking tussen gemeenten laat zien dat het vooral de hoogte van het aantal besmettingen is die doorwerkt in het aantal lokale fysieke transacties. “Zo waren de effecten van de eerste virusuitbraak op het aantal transacties in de stad Groningen fors (- 40%), maar in Amsterdam nog veel forser (- 55%) omdat het virus sterk om zich heen greep”, schrijven de onderzoekers. Een interessante analyse is dat de verschillen geen verband aantonen met de lockdownmaatregelen, omdat deze op dat moment overal in Nederland hetzelfde waren. 

Huiverig na oplopende besmettingen

Wanneer mensen een stijging van het aantal coronabesmettingen in hun directe omgeving bemerken, blijken ze huiverig te worden en passen ze hun gedrag aan. Dat blijkt ook uit de figuur hierboven. Toch hoeft een daling van het aantal transacties niet automatisch samen te gaan met een daling in de waarde van de uitgaven. “Dit is goed zichtbaar in het supermarktbezoek. De totale uitgaven aan levensmiddelen nemen weliswaar niet af, maar het aantal transacties wél, wat betekent dat er per bezoek meer wordt besteed. Ook worden er meer online boodschappen besteld.” 

“In de afnemende bestedingen constateren we een effect dat niet aan lockdownmaatregelen kan worden toegeschreven. De reden waarom mensen minder gaan uitgeven wanneer het virus zich sneller verspreidt, laat zich moeilijk vaststellen.” Oorzaken die genoemd worden zijn mensen die vrijwillig of noodgedwongen thuisblijven, maar ook dat consumenten hun geld liever niet wíllen uitgeven. “De lokale virusuitbraak versterkt het negatieve sentiment en herinnert mensen eraan dat zware economische tijden in het verschiet liggen zodat ze uit voorzorg meer gaan sparen.”

“Een lokale virusuitbraak versterkt het negatieve sentiment.”

Een tweede lockdown zou volgens ABN AMRO desastreus zijn. Maar ook een tweede golf zonder lockdown brengt gevaren mee, vooral als de werkloosheid en aantal faillissementen toenemen. “Naarmate deze effecten zich manifesteren, zullen consumenten hun uitgaven nog verder beperken. Terwijl Nederland in het tweede kwartaal tot de eurolanden met de laagste economische krimp behoorde, bevindt onze economie zich door het hoge aantal besmettingen juist in de achterhoede van de eurozone”, benadrukt Nora Neuteboom, econoom bij ABN AMRO.

“Door de opleving van het virus verwachten we dat de groei ook in het vierde kwartaal zwak is en slechts tussen 1 en 1,5 procent zal bedragen. Per saldo verwachten we dat de economie in 2020 met 5,2 procent zal krimpen, waarna pas in 2021 weer een matige groei van 2,9 procent in het vooruitzicht ligt.”