Meerderheid ondernemers vindt voorwaarden financiers onduidelijk

18 april 2019 Banken.nl 3 min. leestijd
Meer nieuws over

Volgens 51% van de Nederlandse ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf zijn de voorwaarden van kredietverstrekkers rondom financiering onduidelijk. Ook vindt bijna een derde dat investeerders ná het verstrekken van krediet te veel invloed hebben op de bedrijfsvoering. Deze en andere conclusies komen naar voren uit onderzoek van Caple, schakel tussen institutionele beleggers en mkb-ondernemers.

Een economie die op stoom gaat logischerwijs gepaard met veel vraag naar bedrijfsfinanciering. Of dat nu is om nieuwe kansen te grijpen of om simpelweg door te groeien. Veelal kloppen bedrijven daarom aan bij banken, van oudsher de primaire bron voor krediet. Naar eigen zeggen ondervinden bedrijven echter diverse moeilijkheden. Een derde vindt dat financiers ná kredietverstrekking te veel invloed hebben op de bedrijfsvoering, driekwart denkt dat banken meer aan hun eigen winstbelang denken en ongeveer de helft vindt de voorwaarden omtrent financiering onduidelijk.

Strengere voorwaarden

Wat betreft dat denken aan eigenbelang, volgens Caple is dat lang niet altijd terecht. “Ik denk dat deze [ideeën] zijn ontstaan doordat ondernemers tegenwoordig niet meer zo snel een krediet krijgen als vroeger”, zegt Michiel Slinkert, managing partner bij Caple. “Doordat de voorwaarden die banken hanteren strenger zijn geworden, worden er minder leningen verstrekt dan voorheen. Ik denk dat veel ondernemers hieraan moeten wennen.”

Hoewel banken vanuit hun rol van kredietverstrekker natuurlijk een belangrijke rol spelen in de economie en maatschappij is het ergens ook vrij logisch dat ze denken aan hun eigen bedrijfsvoering. Daarbij liggen ze ook onder de loep van regelgevers en toezichthouders, die het nemen van onverantwoorde risico’s willen voorkomen.

Meerderheid ondernemers vindt voorwaarden financiers onduidelijk

Ondernemers zouden graag meer maatwerk zien in de kredietvoorziening. Die is volgens hen inmiddels overgeautomatiseerd geworden. “Middelgrote en met name kleine MKB-kredieten worden steeds vaker geautomatiseerd verstrekt. Bij veel kredietaanvragen is echter wel wat maatwerk geboden, maar doordat de geautomatiseerde criteria niet duidelijk naar hen worden gecommuniceerd ontstaat er soms verwarring”, aldus Slinkert.

Medaille met twee kanten

Enigszins opmerkelijk en ironisch is de stelling van ondernemers dat ze vinden dat banken te veel invloed uitoefenen na kredietverstrekking. Op zichzelf zou die stellingname gerechtvaardigd kunnen zijn, al is de andere kant van het verhaal dat banken bijvoorbeeld te maken hebben met (al dan niet zelfopgelegde) klimaatrisico’s voor hun investeringsportefeuilles. Een voorbeeld: een bedrijf dat totaal niet duurzaam bezig is kan de hele portefeuille-waardering naar beneden trekken. Op het gebied van de financiële huishouding vinden veel bedrijven echter dat banken juist weer te weinig doen. Slinkert: “Het klopt dat niet elke bank zich bezighoudt met het geven van advies op het gebied van financiële bedrijfsvoering, maar je kunt je ook afvragen of dit een taak van de bank is. Ik verwacht dat banken wel steeds meer een adviserende rol zullen gaan innemen. Als MKB-ondernemer moet je dan wel bereid zijn hiervoor te betalen.”

Ten slotte hebben ondernemers uit met name het mkb naar eigen zeggen te maken met een gebrek aan verschillende soorten financiering. Een derde van de ondervraagden stelt dat het palet aan financieringsopties niet aansluit op hun kredietbehoefte. “De bank kan in heel veel soorten kredietbehoeften voorzien. Denk aan werkkapitaalfinanciering, rekening-courantfaciliteiten en leasing/factoring. Maar voor sommige zaken, zoals snelle groeifinanciering of buitenlandse expansie zullen ondernemers ook eigen vermogen moeten investeren”, besluit Slinkert.