IMF moedigt centrale banken aan ontwikkeling digitale valuta te verkennen

15 november 2018 Banken.nl 2 min. leestijd

Bij monde van topvrouw Christine Lagarde breekt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een lans voor zogeheten ‘central bank digital currency’ (CBDC). Hiermee kunnen staten die vooroplopen in de adoptie van cashless betalen de effecten van de terugloop in cash betalingen beter opvangen.

Op het Singapore Fintech Festival heeft het IMF centrale banken opgeroepen meer aandacht te geven aan de mogelijkheden van digitaal geld. De organisatie ijvert voor het verkennen van ‘central bank digital currency', ook wel afgekort tot CBDC's. Het IMF ziet in CBDC's een middel voor het behalen van publieke doelstellingen als financiële inclusie, veiligheid en bescherming voor consumenten, tezamen met het behoud van privacy.

De Franse voorvrouw van het IMF zou graag een meer open blik zien van beleidsmakers als het gaat om digitaal geld, in plaats van zich vooral te richten op de schaduwkanten ervan. Ze betoogt dat wanneer centrale banken zelf digitale munten ontwikkelen, ze enerzijds wel de identiteit kunnen vaststellen, maar die anderzijds verborgen houden voor derden, waarmee volgens Lagarde anonimiteit verzekerd is. Op de achtergrond kunnen A.I.-oplossingen draaien die mogelijk witwassen of terrorismefinanciering er uitpikken.

IMF moedigt centrale banken aan ontwikkeling digitale valuta te verkennen

“Als er een verdenking ligt is het mogelijk het doek van anonimiteit op te lichten en een onderzoek in te stellen”, zegt ze. “Deze opzet zou goed zijn voor consumenten, slecht voor criminelen en beter voor de staat zelf, vergeleken met cash. Natuurlijk blijven er ook uitdagingen bestaan. Op dit moment is mijn doel om verkenning van de mogelijkheden aan te moedigen.”

Lagarde ziet voordelen in een nauwe samenwerking tussen gewone banken en centrale banken, zodanig dat “de centrale bank zich richt op een veilige achterkant en financiële instellingen en startups zich vrijelijk kunnen richten op daar waar ze goed in zijn, interactie met de klant en innovatie. Dat is publiek-private samenwerking op zijn best.”