Eind vorige maand werd er voor garnalenverwerkingsbedrijf Heiploeg uit Zoutkamp faillissement aangevraagd. Toch lijkt het erop dat de grootste garnalenverwerker van Europa een doorstart kan maken. ABN AMRO wil Heiploeg helpen reorganiseren onder de hoede van visserijbedrijf Parlevliet & Van der Plas.
Geschiedenis Heiploeg
Begin 20e eeuw werd Heiploeg opgericht door een fusie van twee firma’s (Heidema en Van der Ploeg) en kent een traditievolle geschiedenis. Een groep van banken, waaronder ABN AMRO, Rabobank, Friesland Bank en Landsbanksi, nam de garnalenverwerker in 2012 over van investeringsmaatschappij Gilde, een van de oudste private equity firma’s in Nederland. Heiploeg verkeerde al langer in zwaar weer; de garnalenverwerker kende schulden van circa €130 miljoen, leed miljoenen verliezen en kon het kostenplaatje niet rond krijgen. Oorzaken waren onder andere de economische crisis en de komst van goedkopere partijen.
Doorstart via Parlevliet & Van der Plas
Weeks na het faillissement werd bekend dat Heiploeg een doorstart kon maken onder de naam van visserijbedrijf Parlevliet & Van der Plas. Als gevolg behouden zo’n 300 van de 390 werknemers op de verwerkingsfabriek en op het hoofdkantoor in Zoutkamp hun baan. Parlevliet & Van der Plas begon in 1949 als familiebedrijf met de haringhandel in Nederland en heeft inmiddels wereldwijd meer dan 1.500 werknemers in dienst. Dochterondernemingen zijn te vinden in Duitsland, Engeland, Litouwen en Spanje. Overigens heeft de doorstart geen gevolgen voor de klanten van Heiploeg. Wel gaat de Belgische dochteronderneming van Heiploeg, Morubel, zelfstandig verder.
ABN team
ABN AMRO heeft een team ingezet om de deal rond te krijgen. De adviseurs gaan de Raad van Commissarissen ondersteunen in de plannen voor een doorstart. Het team staat onder leiding van Executive Director Jorn van Etten.
Dubbel gevoel
Ondanks het failissement van zijn organisatie is de directeur van Heiploeg, Edo Aubels hoopvol gezind over de toekomst. Positief volgens hem is het grootste deel van de medewerkers onder de paraplu van Parlevliet & Van der Plas hun werkzaamheden kunnen voortzetten.