Banken verliezen terrein in Intermediair Imago Onderzoek onder hoogopgeleiden... behalve ING
Op een derde plaats algemeen is ING de hoogstgenoteerde bank in het jaarlijkse Intermediair Imago Onderzoek onder hoogopgeleide Nederlanders. Daarmee presteert de bank goed in een sector die over de hele linie bekeken aan aantrekkingskracht verliest. ABN AMRO bemachtigt nog net een plekje bij de eerste tien. Over Rabobank zijn hoogopgeleiden een stuk minder enthousiast geworden. De coöperatieve bank was in het onderzoek van 2018 nog de maat van alles, maar zakt nu weg tot buiten de top tien.
Carrièrewebsite Intemediair onderzoekt elk jaar de aantrekkingskracht van werkgevers op hoogopgeleide Nederlanders. Waar werken zij het liefst, als ze zelf mochten kiezen? Het zijn doorgaans dezelfde bedrijven die terugkomen in dit lijstje, met kleine onderlinge verschuivingen. Het onderzoek van 2019 laat echter toch wel wat meer verschil zien. Met name de positie van Rabobank valt op, vooral in negatieve zin. Het verval van Rabobank past in een bredere trend waarin banken gemiddeld genomen kampen met een imagoprobleem.
Vliegmaatschappij KLM is de populairste bestemming voor hoogopgeleide Nederlanders, ondanks het gedoe met zustermaatschappij Air France eerder dit jaar. Het is van 2015 geleden dat KLM het hoogst vloog. Internetgigant Google staat op plaats #2, op de voet gevolgd door de eerste bank in het lijstje, namelijk ING. De oranje bank stijgt een plekje ten opzichte van vorig jaar en eindigt dus op het podium. Het imago van de bank die zich graag presenteert als modern tech-bedrijf is dus bijzonder sterk, wat wellicht vergroot wordt door een nieuwe cao die flexibiliteit en werkgeluk centraal stelt. Onder andere op het gebied van vaderschapsverlof mag ING als pionier worden gezien, met een maand in plaats van de wettelijke vijf dagen. Tegelijk is ING ook de enige bank die het sterke imago weet te behouden en zelfs nog iets te verbeteren.
Opmerkelijke stijgers in het onderzoek van Intermediair zijn de Nederlandse Spoorwegen (NS) en instelling voor geestelijke gezondheidszorg GGZ. De NS bevond zich vorig jaar niet eens bij de eerste twintig, maar komt binnen op plaats #5. GGZ komt ook voor het eerst de top tien binnen en eindigt op plaats #9, een stijging van vier plaatsen ten opzichte van vorig jaar. Het laatste half jaar is er de nodige commotie omtrent ggz-instellingen, mede ingegeven door de dramatische gebeurtenissen rond de moord op Anne Faber en de toestanden in de kliniek in Den Dolder, waar ook Michael P. zat. Het heeft kennelijk geen slechte invloed op het imago van GGZ.
ABN AMRO en Rabobank dalen
ABN AMRO daalt twee plekjes en bezet nog net een plekje in de top tien. Overigens schommelt de bank in dit specifieke onderzoek van Intermediair al enkele jaren tussen de posities #8 en #10. Het is van 2015 geleden dat de bank nog eens in de top vijf stond. In de geschoonde lijst van banken eindigt ABN AMRO logischerwijs op de tweede plek, achter ING.
Meer zorgen over de uitkomst zullen er vermoedelijk zijn bij Rabobank. De coöperatieve bank daalt niet, de bank keldert uit de top tien. Vorig jaar nog toonaangevend en nu op plaats #11, het zal vermoedelijk leiden tot de nodige hoofdbrekens binnen de HR-afdeling. Om als bank commercieel relevant te blijven, zal de bank ook als werkgever relevant moeten blijven. Volgens Intermediair krijgt het imago een flinke knauw. Hoe kan dit? Daar zullen ongetwijfeld meerdere redenen voor zijn. In de eerste plaats redenen die voor de bredere bankensector gelden, specifiek als het gaat om het werven van o zo benodigde IT’ers.
Rabobank heeft de laatste jaren bovendien flink gesneden in de kosten, wat terug te zien is in versobering van de cao’s. Het personeel zat enkele jaren op de nullijn, het kerstpakket werd gedag gezegd en ook was er gesteggel rond het gebruik van leaseauto’s, een kwestie die zelfs in de rechtbank moest worden uitgevochten. Met name op het vlak van vaderschapsverlof loopt Rabobank achter. De coöperatieve bank biedt tot 2020 de wettelijke vijf dagen, waar ING en ABN AMRO kersverse vaders respectievelijk een maand en twee weken bieden. Met de uitkomst van Intermediair in het achterhoofd lijkt het voor hoogopgeleiden een optelsom te zijn om Rabobank links te laten liggen dan wel de rug toe te keren.
