Onzichtbare handel: Hoe Trumps handelsoorlog Trade-Based Money Laundering aanjaagt

11 augustus 2025 Banken.nl 18 min. leestijd

In 2025 keerde Donald Trump terug naar het Witte Huis met een bekend beleidsinstrument: importtarieven. Op ‘Liberation Day’ legde de Amerikaanse president importheffingen op China, de EU, Canada en Zuid-Amerikaanse landen, waarmee een allesomvattende handelsoorlog werd aangewakkerd. Economen waarschuwden voor inflatie en verstoorde toeleveringsketens. Maar onder de oppervlakte van het beleid groeit volgens Compliance Champs een groter gevaar: Trade Based Money Laundering (TBML) beleeft namelijk een nieuwe hoogtepunt.

De combinatie van strenge tarieven, omgeleide handelsstromen en gebrekkige controles heeft ideale omstandigheden gecreëerd voor het witwassen van crimineel geld via legitieme handelsstromen. Financiële instellingen, douaneautoriteiten en beleidsmakers staan nu voor een dreiging waar ze slecht op voorbereid zijn. De tijd om te handelen is niet ‘binnenkort’, maar nu.

Wat is TBML?

TBML is het proces waarbij criminele opbrengsten worden verhuld en waarde over grenzen wordt verplaatst via handelsstromen. Dit gebeurt doorgaans door over- of onderfacturering, valse goederenomschrijvingen, verkeerde herkomstclassificaties of het uitgeven van meerdere facturen voor één zending.

In tegenstelling tot traditioneel witwassen, dat vaak via banken of financiële producten loopt, maakt TBML gebruik van de complexiteit en omvang van wereldhandel om illegale geldstromen te verbergen binnen ogenschijnlijk legitieme transacties.

Ondanks de omvang blijft TBML wereldwijd een van de minst gedetecteerde en gereguleerde vormen van witwassen. Veel instellingen vertrouwen nog op verouderde, handmatige controles die weinig uithalen tegen steeds geavanceerdere TBML-constructies. Een verschuiving naar datagedreven, risicogestuurde handelsmonitoring is essentieel om deze criminaliteit effectief te bestrijden.

Het tariefeffect: hoe protectionisme criminele handel voedt

De tarieven van 2025 waren bedoeld om strategische afhankelijkheid van ‘vijandige’ economieën te verminderen. In de praktijk bieden ze criminelen juist dekking. Door prijsnormen te verstoren, handelsketens te fragmenteren en handel via obscure routes te dwingen, hebben de tarieven onbedoeld geleid tot een toename van TBML-activiteiten.

TBML floreert bij drie voorwaarden: ondoorzichtigheid, complexiteit en geloofwaardige ontkenning. Het huidige tariefklimaat biedt alle drie.

  1. Volatiele prijzen maskeren manipulatie: Hoge tarieven verstoren marktprijzen, waardoor er geen betrouwbaar referentiepunt meer is voor de werkelijke waarde van goederen. Voor witwassers is dit het perfecte alibi: prijsvolatiliteit kan afwijkingen verklaren die anders een red flag zouden zijn.
  2. Transshipment vervaagt de waarheid: Exporteurs leiden goederen om via derde landen en vervalsen herkomstdocumenten, waardoor bijvoorbeeld Chinees staal Turks lijkt, of Chinese elektronica Vietnamees. Zonder strenge douanecontroles blijft deze misleiding vaak onopgemerkt.
  3. Nieuwe routes, zwakkere controles: Door tariefdruk verschuift de handel naar havens en vrijhandelszones met minimale anti-witwascontrole. Dit zijn broedplaatsen voor TBML, waar gemanipuleerde facturen en spookladingen gemakkelijk door de mazen van het net glippen.

De paradox is duidelijk: tarieven die bedoeld waren om de controle te verscherpen, hebben juist de kwetsbare schakels vermenigvuldigd waarlangs crimineel geld nu als gewone vracht wordt vermomd

Praktijkvoorbeelden: wanneer handel misdaad maskeert

Naarmate protectionistische handelsmaatregelen versnellen, neemt ook het misbruik van handelsroutes voor criminele doeleinden toe. De volgende casussen, gebaseerd op zowel Amerikaanse als Europese opsporingsdata, illustreren hoe de tarieven van 2025 ideale omstandigheden hebben gecreëerd voor het opschalen van TBML.

1. Transshipment-witwassen: Qingdao Haiyan Group en BGI Group
In 2022, en voortzettend in het tijdperk na de tarieven van 2025, ontdekte de Amerikaanse douane twee grote constructies waarbij Chinese bedrijven betrokken waren: Qingdao Haiyan Group en BGI Group. Beide bedrijven leidden in China geproduceerde kasten en elektronica om via Maleisië en Vietnam, waarbij de goederen verkeerd werden gelabeld om frauduleus een niet-Chinese herkomst te claimen. Het doel: Amerikaanse tarieven omzeilen door valse verklaringen ‘Made in Malaysia’ of ‘Made in Vietnam’ te fabriceren.

Deze constructies werden niet opgemerkt door financiële instellingen of handelsfinancieringscontroles, maar kwamen aan het licht na klachten van Amerikaanse importeurs. Dit roept een bredere vraag op: mag van banken worden verwacht dat zij zulke complexe manipulaties in de toeleveringsketen opsporen, of vereist effectief toezicht ook meer waakzaamheid en zorgvuldigheid van de bedrijven die de goederen importeren?

Nu TBML-technieken zich verplaatsen van de financiële laag naar logistiek en documentatie, moet de verantwoordelijkheid voor detectie mogelijk evenwichtiger worden verdeeld over het gehele handelssysteem.

2. De Centraal-Aziatische handelsgolf: Europa’s blinde vlek
In Europa ontstond een opvallend patroon na zowel de sancties tegen Rusland als het veranderende Amerikaanse tarievenbeleid. De Duitse export van voertuigen en auto-onderdelen naar Kirgizië steeg in 2023 met meer dan 5.500%. Vergelijkbare stijgingen werden gezien in de export naar Kazachstan (720%), Armenië (450%) en Georgië (340%). Onlangs heeft de Trump-regering bovendien extra druk gezet voor nieuwe tarieven op Duitse autofabrikanten.

Het probleem? Deze landen hadden geen geloofwaardige economische capaciteit om zulke stijgingen te absorberen — en deze exporten werden niet weerspiegeld in consumptie- of legitieme wederuitvoerstatistieken. Eurobetalingen verliepen via grote Europese banken, die geen van allen de transacties als verdacht markeerden.

Autoriteiten vermoeden nu dat deze handelscorridor werd gebruikt om geld wit te wassen door middel van verkeerde prijsstelling en verkeerde aangifte van waardevolle goederen — klassiek TBML, verhuld als legitieme handelsstromen.

3. Schijnintermediairs en spookvracht
Tarieven hebben ook geleid tot meer complexe handelsroutes. Een container die vroeger rechtstreeks van Shanghai naar Los Angeles ging, kan nu via Kuala Lumpur en Dubai uiteindelijk in New York aankomen.

Elke tussenstop biedt de mogelijkheid om een schijnintermediair toe te voegen, fictieve vrachtkosten te genereren of de opgegeven oorsprong van goederen te wijzigen.

Deze spookachtige toeleveringsketens - vaak ondersteund door bedrijven zonder personeel, magazijnen of commerciële aanwezigheid - worden gebruikt om illegale betalingen te verhullen als handelsafrekeningen. Zonder toegang tot onderliggende verschepingsdocumenten of geverifieerde vrachtgegevens blijven banken grotendeels blind voor deze witwaspraktijken.

Een systemische blinde vlek in de handelsketen

TBML maakt niet alleen misbruik van het handelssysteem zelf, maar ook van de gefragmenteerde verantwoordelijkheden die het systeem aansturen. Terwijl AML-controles in de bankensector zich snel hebben ontwikkeld om digitale en crypto-risico’s aan te pakken, blijft handelsfinanciering zwaar ondergereguleerd, papiergericht en slecht geïntegreerd tussen verschillende partijen.

Zoals benadrukt in een rapport uit 2023 van de International Coalition Against Illicit Economies (ICAIE), wordt deze systemische blinde vlek verder versterkt door de structuur van moderne wereldwijde toeleveringsketens, die ‘zeer gefragmenteerd, multi-jurisdictioneel en vaak ondoorzichtig zijn, vooral in risicosectoren zoals auto-onderdelen, elektronica en edelmetalen’.

Deze omstandigheden stellen illegale actoren in staat om vrijhandelszones, schijnintermediairs en wederuitvoerhubs te benutten om de oorsprong, waarde en bestemming van goederen te verhullen. In zo’n omgeving wordt zelfs elementaire due diligence vaak overgeslagen, vooral wanneer financiële instellingen uitsluitend vertrouwen op oppervlakkige handelsdocumentatie.

Het resultaat: een hardnekkige blinde vlek waar criminelen kunnen witwassen via legitieme handelsinfrastructuren, met minimale opsporing en nog minder handhaving.

Om dit aan te pakken, moeten instellingen verder kijken dan de analyse van financiële stromen en geïntegreerde handelsinlichtingen inzetten. Dit omvat:

  • Het integreren van douane- en logistieke data in AML-systemen om verkeerde facturering en omleidingspatronen te detecteren;
  • Het verbeteren van samenwerking tussen afdelingen (zoals compliance, handelsoperaties en juridische zaken) om signalen van risico effectiever te delen;
  • Het toepassen van risicogebaseerde monitoring op vrijhandelszones en risicovolle goederen, zoals benadrukt door ICAIE;
  • Investeren in platforms voor gegevensdeling tussen publieke en private partijen die banken verbinden met havenautoriteiten en douane-inlichtingendiensten in nagenoeg real time. Een voorbeeld van een bedrijf dat zich hierop richt is Monetago, dat authenticatie van handelsdocumenten biedt op basis van betrouwbare externe bronnen, zoals handels- en maritieme data-aggregators en overheidsinstanties. Echter, deze bedrijven zijn alleen succesvol als een groot deel van de financiële instellingen en handelsorganisaties met hetzelfde platform samenwerkt.

Wie zou dit moeten opsporen?

  • Banken verstrekken handelsfinanciering, verwerken betalingen en voeren AML-complianceprogramma’s uit, maar hebben nauwelijks inzicht in de daadwerkelijke verplaatsing of classificatie van goederen.
  • Scheepvaart- en logistieke bedrijven behandelen de lading, maar controleren zelden op prijsafwijkingen of schijnintermediairs.
  • Douanebeambten zijn verantwoordelijk voor het verifiëren van de oorsprong, maar missen vaak real-time inlichtingen of de middelen om diepgaand te inspecteren.
  • Beleidsmakers stellen handelskaders vast, maar stemmen zelden af met financiële opsporingsdiensten bij het aanpassen van tarieven of sancties.

Kortom: niemand overziet het volledige risicobeeld. Het voorbeeld van de Duitse auto-export naar Centraal-Azië is illustratief: enorme, ongefundeerde volumestijgingen gingen probleemloos door het eurobetalingssysteem, zonder dat ook maar één instelling alarm sloeg. Dit is geen tekort aan tools, maar aan integratie.

Deze fragmentatie is geen nieuw inzicht. De Financial Action Task Force (FATF) en de Egmont Group waarschuwen sinds 2020 dat institutionele silo’s effectieve detectie van TBML belemmeren, vooral bij gelaagde facturering en verhulde handelsroutes. Ook de OESO benadrukt dat vrijhandelszones en transshipment-hubs onvoldoende toezicht kennen en regelmatig worden misbruikt voor het verplaatsen van illegale waarde.

Ondertussen rapporteert Global Financial Integrity (GFI) dat meer dan 80% van de illegale geldstromen uit ontwikkelingslanden voortkomt uit verkeerd geprijsde handelstransacties, en dat detectie vrijwel onmogelijk is zonder betekenisvolle gegevensuitwisseling tussen logistiek, financiën en handhavingsautoriteiten.

Dit resulteert in een systeem waarin criminelen de zwakke plekken beter begrijpen dan de toezichthouders en deze met toenemende verfijning uitbuiten.

Wat moet er nu gebeuren: TBML-actieplan

De strijd tegen TBML kan niet worden gewonnen met alleen kaders voor financiële criminaliteit. Wat nodig is, is een handel-georiënteerde, op inlichtingen gebaseerde strategie die opnieuw bekijkt hoe we handel monitoren, waarde verifiëren en sectoroverstijgend samenwerken.

Hier volgt een vijfpuntenplan voor instellingen en overheden die de TBML-blinde vlekken, vergroot door de handelsoorlog en tarieven van 2025, willen dichten:

1. Verschuif van KYC naar KYT — Know Your Trade
Banken en toezichthouders moeten verder kijken dan klantprofielen. Zij hebben inzicht nodig in verzendpatronen, transshipment-hubs en prijsafwijkingen over handelsroutes. Handelsspecifieke signalen, zoals circulaire routes, plotselinge veranderingen in het type goederen of abnormale zendingvolumes, moeten worden opgenomen in AML-systemen. Dit is eenvoudiger bij grondstoffen met publiek beschikbare data, maar veel lastiger voor andere goederen.

Zoals de FATF en de Wereldbank herhaaldelijk benadrukken, is het essentieel om handelsdata te integreren in risicobeoordelingsinstrumenten om misbruik te identificeren voordat transacties het betalingsstadium bereiken

2. Maak gebruik van pre-arrival verzenddata via ICS2
Het Import Control System 2 (ICS2) van de Europese Unie biedt een concrete kans om TBML beter te detecteren. ICS2 vereist dat voor alle goederen die de EU binnenkomen, gegevens voorafgaand aan het laden en aankomst worden aangeleverd. Hierdoor kunnen douaneautoriteiten al vóór aankomst een risicoanalyse uitvoeren en verdachte zendingen gericht selecteren

Dit systeem is krachtig in het signaleren van rode vlaggen - zoals inconsistente goederenomschrijvingen, transshipment via risicolanden, of onwaarschijnlijke routes - nog voordat goederen de douane passeren of worden gefinancierd.

Banken, douaneautoriteiten en logistieke partijen zouden moeten onderzoeken hoe ICS2-data geïntegreerd kan worden in hun TBML-risicosystemen, zodat monitoring voorspellender en meer op inlichtingen gebaseerd wordt.

Door handelsfinanciering en AML-controles af te stemmen op douanedata zoals ICS2, kunnen instellingen het timing-voordeel van TBML-constructies verkleinen en sneller ingrijpen bij verdachte handelsstromen.

3. Bouw een wereldwijde TBML-risico-index
De sector heeft behoefte aan een gedeeld inlichtingenplatform: een realtime index van hoog-risico grondstoffen, handelsroutes en jurisdicties. Hiermee kunnen financiële instellingen, douaneautoriteiten en logistieke partijen toegang krijgen tot én bijdragen aan een centrale database die TBML-risico’s signaleert zodra ze zich voordoen.

Tools zoals Global Trade Alert of de maritieme statistieken van UNCTAD kunnen als basis dienen. Maar een speciaal ontwikkelde TBML-index, die zich richt op gedragsmatige patronen – en niet alleen op handelsvolumes – is nu dringend nodig.

Platforms zoals Sayari, die bedrijfsstructuren en handelsdata samenvoegen om illegale netwerken bloot te leggen, bieden een waardevol model voor hoe zo’n systeem kan worden opgezet en operationeel gemaakt. Sayari wordt al door meerdere financiële instellingen gebruikt.

4. Richt cross-sectorale TBML-taskforces op
AML-teams, douanebeambten en logistieke dienstverleners werken vaak in afzonderlijke silo’s. Criminelen doen dat echter niet. Taskforces die publieke en private actoren uit de hele handelsketen samenbrengen – waaronder havenautoriteiten, vrachtvervoerders en financiële inlichtingeneenheden – zijn de enige realistische manier om illegale lading en waarde gelijktijdig te volgen. De Egmont Group heeft aanbevolen om ‘fusion cells’ te creëren bij belangrijke handelsknelpunten, met name in jurisdicties die kwetsbaar zijn voor transshipment-witwassen.

In maart 2025 heeft het Britse programma ‘Tackling Trade-Based Money Laundering’, gecoördineerd door de Britse belasting- en douaneautoriteit en ondersteund door de World Customs Organization, een TBML-werkgroep opgericht met douane, belastingdiensten, logistieke operators en banken uit de private sector.

De opdracht: regelmatig inlichtingen delen, handelsstromen met hoog risico beoordelen en realtime integratie van grens- en financiële data testen bij belangrijke toegangspunten.

Het Britse model toont verschillende best practices:

  • Cross-functionele teams onderbrengen in een toegewijde TBML-taskforce (douane + AML + logistiek + FIU);
  • Gezamenlijk gebruikmaken van data-analyse, met realtime screening van douane- en handelsfinancieringstransacties;
  • Publiek-private samenwerking mogelijk maken om verkeerde prijsstelling, verkeerde classificatie of ongebruikelijke stromen te detecteren;
  • Focus op risicogebaseerde handelscorridors, vooral met betrekking tot waardevolle goederen en vrijhandelszones.

Effectievere samenwerking hangt echter ook af van gegevensdeling tussen instellingen en jurisdicties. Onder de huidige Europese Anti-Money Laundering Regulation (AMLR), Artikel 75, is dergelijke gegevensdeling beperkt tot klanten met een hoog risico, wat een barrière vormt voor proactieve TBML-detectie.

Tijdens de AMLR-consultatiefase van 2026 (juli 2026) wordt beleidsmakers aanbevolen om Artikel 75 te herzien en aan te passen naar een meer risicogebaseerde en use-case-gedreven benadering, zodat gerichte uitwisseling van handelsgerelateerde data mogelijk wordt wanneer misbruikpatronen – en niet alleen klantprofielen – samenwerking rechtvaardigen.

Bepaalde controles, zoals het opsporen van dubbele facturen, zijn bovendien ineffectief als ze geïsoleerd worden uitgevoerd. Criminelen spreiden hun activiteiten vaak over meerdere banken, waardoor dergelijke controles veel middelen kosten maar weinig effect hebben als ze per instelling worden uitgevoerd. Een gedeelde, bankoverstijgende aanpak van belangrijke controles – vooral die gevoelig zijn voor arbitrage tussen financiële instellingen – zou de efficiëntie en effectiviteit aanzienlijk verbeteren.

Door dit model te volgen, kunnen jurisdicties wereldwijd eindelijk de silo’s doorbreken en de TBML-blinde vlek dichten – niet door meer tools toe te voegen, maar door mensen, data en bevoegdheden sectoroverstijgend te integreren.

5. Verplicht digitale, interoperabele handelsdocumentatie
Zolang vrachtbrieven en facturen op papier blijven bestaan en wereldwijd verschillende templates worden gebruikt, blijft TBML moeilijk te detecteren. Een wereldwijde verplichting voor versleutelde, gestandaardiseerde handelsdocumentatie is essentieel. Het ICC Digital Standards Initiative werkt hieraan, maar zonder wettelijke ondersteuning en implementatie door individuele landen zal de invoering te traag verlopen.

Digitale documentatie zorgt voor controleerbare audit trails, tijdstempels en dataverificatie - allemaal cruciaal om vervalste of gemanipuleerde transacties te identificeren. Blockchaintechnologie kan dit verder versterken door een onvervalsbaar, gedecentraliseerd register van handelsgegevens te bieden, waardoor de dataintegriteit wordt verhoogd en realtime grensoverschrijdende verificatie mogelijk wordt.

6. Erken TBML als een nationale veiligheidsdreiging
TBML is niet langer een marginale vorm van financiële criminaliteit. Het vormt een strategisch risico dat staatsinkomsten, de integriteit van toeleveringsketens en geopolitieke invloed aantast. Overheden moeten TBML dan ook als zodanig behandelen. Dit betekent dat TBML moet worden geïntegreerd in nationale risicobeoordelingen, dat er middelen beschikbaar worden gesteld voor handhavingsmechanismen, en dat vrijhandelszones moeten voldoen aan de geldende AML-compliancestandaarden.

Zoals de OESO opmerkt, maakt het uitblijven van actie niet alleen criminaliteit mogelijk, maar ondermijnt het ook het op regels gebaseerde handelssysteem zelf.

Conclusie: de verborgen lading zijn niet de goederen – het is het risico

De tweede golf van Trump-tarieven was bedoeld om oneerlijke handelspraktijken te bestraffen. In werkelijkheid heeft het de toeleveringsketens gefragmenteerd en gevaarlijke scheuren in het mondiale handelssysteem veroorzaakt – scheuren waarlangs nu miljarden aan illegale waarde stromen.

TBML verschuilt zich niet langer in de marge. Het zit verankerd in de mechanismen van de wereldhandel: in omgeleide containers, gemanipuleerde facturen en schijnintermediairs die zich voordoen als handelsbedrijven. De instrumenten die ooit voldoende waren – oppervlakkige due diligence, sanctiescreening en reactief onderzoek – voldoen niet meer.

De waarschuwingssignalen zijn overal: onverklaarbare pieken in handelsvolume, vervalste oorsprongen, spookvrachtkosten en criminele infiltratie van handelscorridors. Dit zijn geen boekhoudkundige afwijkingen, maar structurele tekortkomingen.

Om effectief te reageren is een mentaliteitsverandering nodig – niet alleen in regelgeving, maar vooral in samenwerking. Financiële instellingen moeten samenwerken met douane, logistieke operators en internationale toezichthouders. Compliance moet niet alleen het geld volgen, maar ook de containers.

De dreiging is al gearriveerd: in onze havens, op onze start- en landingsbanen en langs onze handelsroutes. We kunnen het ons niet langer veroorloven TBML als een bijzaak te behandelen. De verborgen lading bestaat niet alleen uit illegale goederen, maar uit systemische kwetsbaarheid.

Nu is het moment om doortastend, gezamenlijk en grensoverschrijdend in actie te komen.

Een artikel van Leon Kort (Co-Founder & COO), Laurent Claassen (Financial Crime Expert, Ambassador Compliance Champs) & Melissa Santonocito (Consultant Crypto Compliance) van Compliance Champs. Meer weten? Neem contact op met Compliance Champs