DNB krijgt veel PSD2-vergunningsaanvragen van Britse bedrijven

22 februari 2019 Banken.nl 2 min. leestijd
Meer nieuws over

PSD2 is sinds deze week ook in Nederland officieel van kracht en dat leidt tot een aardige toeloop bij het vergunningenloket van De Nederlandsche Bank (DNB). Opvallend is dat meer dan de helft van het totale aantal vergunningsaanvragen van Britse bedrijven afkomstig is, die vermoedelijk allemaal de brexit-bui zien hangen. Van de 29 lopende of aangekondigde aanvragen zijn er 15 van Britse bedrijven.

En weer is de brexit een dagje dichterbij. Het begint er steeds meer op te lijken dat de brexit ongeleid gaat plaatsvinden, tenzij premier May nog een konijn uit de hoge hoed weet te toveren. Hoewel niet elke financieel dienstverlener een vertrek uit Londen overweegt, vrezen veel bedrijven wél de datum van 29 maart 2019. Dat leidt onder meer tot een opvallend hoog aantal Britse betaalbedrijven dat een PSD2-vergunning aanvraagt in Nederland. Zij zijn op dit moment goed voor meer dan de helft van het totaal aantal (voorgenomen) vergunningsaanvragen.

DNB krijgt veel PSD2-vergunningsaanvragen van Britse bedrijven

PSD2 is in de UK al enige tijd effectief staand beleid. Maar één van de onzekerheden voor Britse fintech-partijen is wat er met PSD2 gebeurt op het moment dat de wegen van de UK en de EU scheiden. De regering in Londen kan natuurlijk besluiten het format als zodanig in stand te houden, zij het onder een ander etiketje. Wat wel zeker is, is dat Britse partijen geen toegang meer hebben tot de gemeenschappelijke Europese markt. Een vergunning in een EU-lidstaat is dan nodig om actief te mogen zijn in die markt.

“In aanvulling op partijen die nieuwe diensten willen aanbieden onder PSD2 is zien we een groep specifieke partijen die een aanvraag voor een vergunning doen”, stelt DNB. “Het gaat hier om in de UK gevestigde bedrijven die al diensten aanbieden onder PSD2. In Engeland is PSD2 al geïmplementeerd, door het aanvragen van een Nederlandse vergunning kunnen zij ook na een brexit hun diensten blijven aanbieden binnen de EU.”