Volledige openheid banken gevraagd om Panama Papers
Diensten die de begunstigde achter een offshore-constructie verhullen voor de belasting, moeten uit het aanbod van banken verdwijnen. De ‘nominee shareholder services’ waarmee ABN AMRO opduikt in de Panama Papers zijn volgens de OESO al snel “in strijd met internationale verplichtingen”. Voor onderzoek naar dit soort constructies is volledige openheid gevraagd van banken.
Nadat ABN AMRO eerder deze maand al in verband werd gebracht met de Panama Papers door vermelding van toenmalig commissaris Bert Meerstadt, blijkt de bank nu opnieuw gekoppeld te worden met de gelekte documenten van Panamees juridisch advieskantoor Mossack Fonseca. Dit advieskantoor helpt klanten vennootschappen op te zetten in belastingparadijzen, een constructie die vaak gebruikt wordt voor illegale zaken als belastingontduiking. Via dochterondernemingen in belastingparadijzen – zogenaamde ‘nominee shareholders’ – zou ABN AMRO naar verluid klanten hebben geholpen om belasting te ontwijken.
Met deze ‘nominee shareholdership’-methode treedt een bank op als aandeelhouder van een vennootschap, waardoor de uiteindelijke begunstigde uit de boeken verdwijnt. Dit is een normale constructie, en de klanten die van deze diensten gebruik maken moeten zoals normaal belasting afdragen in hun eigen land. Het probleem blijft echter dat er niet langer zicht is op wie deze klanten zijn en of zij daadwerkelijk hun belasting betalen.
Dat moet afgelopen zijn, vindt Pascal Saint-Amans, belastingspecialist van de OESO. Dat laat hij onlangs weten in gesprek met De Financiële Telegraaf (DFT). OESO staat voor ‘Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling’ en is een internationaal samenwerkingsverband voor economische ontwikkeling dat is opgericht in 1947 om te helpen bij de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog. Anno 2016 zet de organisatie zich onder meer in voor het tegengaan van wereldwijde belastingontwijking en witwassen. In die lijn is Saint-Amans van mening dat het zo zou moeten zijn dat banken niet langer diensten mogen aanbieden die de begunstigde achter een offshore-constructie verhullen. De ‘nominee shareholder services’, zoals die van ABN AMRO, zijn al gauw “in strijd met internationale verplichtingen”, aldus Saint-Amans in DFT.
Onderzoek Belastingdienst
Naar aanleiding van de vermelding van ABN AMRO in de Panama Papers is de Belastingdienst een onderzoek gestart naar de constructie die de bank zijn klanten aanbiedt. Omdat de bank zelf niet kan nagaan of de klanten die deze diensten afnemen zich aan de regels houden, wordt in het onderzoek vooral aandacht besteed aan de mate van zorgvuldigheid waarmee de bank “heeft nagegaan wat ze moet nagaan bij haar cliënt”, aldus minister Dijsselbloem. Ook zal de Belastingdienst toetsen of de klanten zelf zich aan de regels hebben gehouden, en zo nee, of zij daarbij hulp hebben ontvangen van de Nederlandse grootbank. ABN AMRO heeft volledige openheid toegezegd in het kader van het onderzoek.