DNB: Banken moeten risico's voetbal beter monitoren

16 januari 2017 Banken.nl 4 min. leestijd

Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) kunnen banken en trustkantoren meer doen om de integriteitsrisico’s bij transacties in de voetbalsport te beperken. De grote geldsommen in het betaalde voetbal leiden in combinatie met andere factoren tot een verhoogd risico op witwassen en ander onethisch handelen. Een groot deel van de financiële instellingen houdt onvoldoende rekening met deze risico’s, aldus de toezichthouder.

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft in de loop van 2016 onderzoek uitgevoerd naar de risico’s in de financiële sector en de manier waarop banken en trustkantoren omgaan met deze risico’s. In het onderzoek richt DNB zich primair op de verantwoordelijkheid die financiële instellingen hebben om deze risico’s in te perken. Banken en trustkantoren zijn verplicht om op systematische wijze de integriteitsrisico’s die zij lopen met hun dienstverlening in te schatten. Bepaalde klantgroepen of sectoren brengen meer risico’s op witwassen en overige integriteitsrisico’s (waaronder maatschappelijk onbetamelijk gedrag) met zich mee dan gemiddeld. Banken moeten in hun analyse specifiek benoemen welke bijzondere risico’s zij lopen met hun dienstverlening aan deze klantgroepen en branches en welke maatregelen (bijv. verscherpte monitoring van de transacties) zij nemen om deze risico’s in te perken. “Als banken en trustkantoren de risico’s goed inschatten en de juiste maatregelen nemen, wordt het risico op betrokkenheid aan witwassen of maatschappelijk onbetamelijk gedrag beperkt”, aldus DNB.

Financielel risico in voetbalwereld

In het onderzoek is ook specifiek aandacht besteed aan de kwetsbaarheden van de voetbalsector en het risico op witwaspraktijken en overige integriteitsrisico’s die hiermee gepaard gaan. “In de voetbalsport gaan grote sommen geld om. In combinatie met andere factoren zoals een gesloten cultuur, perverse prikkels, mogelijke belangenverstrengeling en het mogelijk gebruik van vennootschapsrechterlijke structuren om geldstromen te versluieren, maakt dit de sector kwetsbaar voor witwassen en andere integriteitsrisico’s”, aldus DNB.

Voor het onderzoek heeft de toezichthouder 16 banken en 3 trustkantoren gevraagd in hoeverre zij rekening houden met de specifieke risico’s in de voetbalsport. Uit dit deel van het onderzoek blijkt dat banken en trustkantoren meer kunnen doen om de integriteitsrisico’s bij transacties en cliënten uit de voetbalsport te beperken. 17 van de 19 ondervraagde partijen nemen de sectorspecifieke risico’s voor de voetbalsport onvoldoende mee in hun risicoanalyses.

Dezelfde risico’s kunnen volgens de toezichthouder ook gelden in andere sportsectoren. Sporten die vergelijkbare kenmerken hebben als de voetbalsector, met toewijzing van toernooien en hoge salarissen voor sporters, behoeven volgens DNB net zo goed speciale aandacht als de voetbalsport. Ook de entertainmentindustrie, waar net als in de voetbalsport grote sommen geld omgaan en niet altijd even transparant is welke structuren de sector kent, vraagt om verhoogde aandacht van de financiële sector.

Maatregelen financiële sector
Op basis van zijn onderzoek heeft DNB een aantal maatregelen voorgesteld die banken en trustkantoren kunnen nemen om gericht aandacht te besteden aan de integriteitsrisico’s in de voetbalsport.

  • Onderscheid cliënten uit de voetbalsport of de periferie daaromheen in de portefeuille en pas een hogere risicoclassificatie toe, gekoppeld aan een diepgaander cliëntenonderzoek (bij aanvang en doorlopend), inclusief onderzoek naar de bron van de middelen en de herkomst van het vermogen.
  • Verscherp de monitoring van transacties in en rond de voetbalsport, verhoog de aandacht voor transactiepatronen specifiek bij clubs, net als het in kaart brengen van netwerken (rondom de clubs) die bij transacties zijn betrokken.
  • Besteed, vanwege het mogelijk verhoogde corruptierisico, extra aandacht aan transacties van of aan bestuurders van (internationaal) betaalde voetbalorganisaties, bijvoorbeeld op de wijze die nu al is voorgeschreven ten aanzien van personen werkzaam in de top van de publieke sector (PEP’s). 

“Uiteraard is het aan banken en trustkantoren zelf om in te schatten - bijvoorbeeld in hun systematische integriteitsrisicoanalyse - welke exacte maatregelen zij het beste kunnen nemen op basis van de risico’s die zij signaleren”, sluit DNB af.